25 657 Persoonsgebonden Budgetten

29 515 Aanpak regeldruk en administratieve lasten

Nr. 110 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 januari 2015

Tijdens de behandeling van de Wet langdurige zorg hebben de leden Bergkamp en Van Dijk een motie1 ingediend die mij verzoekt onderzoek door Actal uit te laten voeren naar de met het pgb samenhangende regeldruk voor verzekerden en suggesties te doen voor verbetering. In de bijlage treft u een brief van Actal aan, waarin zij mij aanbevelingen hebben aangereikt2. Ik wil via deze weg Actal danken voor hun werk.

De kracht van het pgb is dat iemand zelf de zorg inricht, zelf zijn/haar hulpverleners kiest en deze rechtstreeks contracteert. Dit zorgt voor zeggenschap, en geeft concreet invulling aan de met het pgb beoogde eigen regie. Daar hoort een bepaalde administratieve en controlelast bij. Het gaat om forse bedragen die oplopen van 40.000 tot 120.000 euro. We zijn immers schatplichtig naar diegenen die belasting en premie betalen om te controleren of iemand het pgb doelmatig en rechtmatig besteedt. Het is wel de vraag wanneer en in welke mate van regels sprake moet zijn. Ik vind het van belang dat we niet doorschieten. Het pgb is continu zoeken naar een goede balans tussen aan de ene kant voorkomen van onnodige belemmeringen (opdat budgethouders ruimte hebben en houden om de regie waar te maken) en aan de andere kant voldoende waarborgen en controles om fouten en fraude tegen te gaan.

Dat zie ik ook terug in de tekst van de motie. Enerzijds wordt aangegeven dat veel budgethouders de aanvraag en verantwoording complex en tijdrovend vinden. Wat dit jaar overigens ook verklaard zou kunnen worden door eenmalig ervaren regeldruk door de hervorming van de langdurige zorg en het invoeren van het trekkingsrecht. Anderzijds wordt in de motie genoemd dat enige regeldruk nodig is gezien de fraudebestendigheid van het pgb. In het kader van een solide en fraudebestendig pgb zijn juist de afgelopen jaren een aantal extra waarborgen ingebouwd om met name aan de voorkant, bij de aanvraag, ons ervan te vergewissen dat iemand bewust en goed geïnformeerd voor het pgb kiest en het pgb goed zal gebruiken. Deze waarborgen zijn:

  • het in persoon indiceren van budgethouders door het CIZ (i.p.v. puur administratieve indicatiestelling)

  • na indicatiestelling, het bespreken van de aanvraag en het budgetplan tijdens een bewustkeuzegesprek bij het zorgkantoor (i.p.v. wederom een puur administratieve pgb-aanvraagprocedure). Het zelf opstellen van het budgetplan hoort bij het voeren van eigen regie en versterkt de positie van de client. Tijdens het bewustkeuzegesprek kan het zorgkantoor in persoon bezien of iemand met het pgb goed zal omgaan en, ter bescherming van kwetsbare mensen, of iemand niet het pgb wordt ingepraat. Ook dient het als een moment van voorlichting.

  • na pgb-toekenning, het opstellen van zorgovereenkomsten volgens formats, die getoetst worden op rechtmatigheid en arbeidsrecht, waarna de SVB in opdracht kan betalen. De controles schuiven met het trekkingsrecht naar de voorkant waardoor de verantwoordingslast aanzienlijk verminderd en mensen niet onnodig en onverwachts te maken krijgen met terugvordering van het pgb.

Hetgeen met deze waarborgen wordt bereikt, weegt mijn inziens dan ook op tegen administratieve belasting die ermee is gemoeid. Ze worden dan ook gecontinueerd in de Wlz. Verschil tussen de AWBZ en de Wlz is dat nieuwe instroom in de Wlz vaak eerder een pgb beheerde onder de Wmo, Jeugdwet of de Zvw. Daarmee kunnen we in de toekomst rekening gaan houden bij de toegang tot het pgb Wlz.

Actal heeft het onderzoek van SIRA naar de regeldruk van de hervorming van de langdurige zorg3, als basis gebruikt. In aanvulling daarop heeft Actal enkele gesprekken gevoerd en de nieuwe wet- en regelgeving bestudeerd. Het onderzoek van SIRA was ten aanzien van het pgb niet geheel compleet, maar laat een beeld zien dat per saldo de lastendruk niet is toegenomen in de Wlz ten opzichte van de Awbz. Actal laat met haar brief zien waar nog mogelijkheden kunnen liggen voor reductie van de regeldruk.

De focus van het onderzoek en de aanbevelingen ligt, gezien het feit dat het debat, waar de motie werd ingediend, handelde over de Wlz, op het Wlz-pgb. Actal heeft het gemeentelijk en pgb-Zvw in zoverre betrokken dat daarmee een vergelijking met het Wlz-pgb kan worden gemaakt. In de praktijk zal de lastendruk van het gemeentelijk pgb en pgb-Zvw ook afhankelijk zijn van de keuzes die gemeenten en verzekeraars maken.

Het komend half jaar gebruik ik om te komen tot een agenda die duidelijkheid verschaft over wat mogelijk nog moet veranderen ten behoeve van een solide en fraudebestendig pgb in de Wlz. Daarbij zal ik ook bezien of de lastendruk in balans is en de aanbevelingen van Actal benutten. Actal geeft als laatste aanbeveling aan tijd te nemen hun aanbevelingen te beoordelen en eventuele veranderingen per 2016 in te voeren. Op korte termijn veranderingen doorvoeren geeft namelijk ook weer lastendruk. Ik zal u derhalve rond de zomer nadere voorstellen doen toekomen.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Kamerstuk 33 891, nr. 105

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

TK 2013–2014, 30 597 nr. 431

Naar boven