25 656
Samenvoeging van de gemeenten Buren, Lienden en Maurik

nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP

Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende samenvoeging van de gemeenten Buren, Lienden en Maurik.

De memorie van toelichting (en bijlagen), die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden waarop het rust.

En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.

's-Gravenhage

2 oktober 1997

Beatrix

nr. 2
VOORSTEL VAN WET

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de gemeenten Buren, Lienden en Maurik samen te voegen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Paragraaf 1. Opheffing en instelling van gemeenten

Artikel 1

Met ingang van de datum van herindeling worden de gemeenten Buren, Lienden en Maurik opgeheven.

Artikel 2

Met ingang van de datum van herindeling wordt de nieuwe gemeente Buren ingesteld zoals aangegeven op de bij deze wet behorende kaart.

Artikel 3

De nieuwe gemeente Buren bestaat uit het grondgebied van de op te heffen gemeenten Buren, Lienden en Maurik.

Paragraaf 2. Overige bepalingen

Artikel 4

Voor de nieuwe gemeente Buren wordt de op te heffen gemeente Buren aangewezen voor de toepassing van artikel 36 van de Wet algemene regels herindeling, in verband met de toepassing van de instructies en reglementen, bedoeld in dat artikel.

Artikel 5

Voor de op te heffen gemeenten Buren, Lienden en Maurik wordt de nieuwe gemeente Buren aangewezen voor de toepassing van de volgende bepalingen van de Wet algemene regels herindeling:

a. artikel 39, tweede lid, in verband met de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen;

b. artikel 41, derde lid, in verband met de deelneming aan gemeenschappelijke regelingen;

c. artikel 45, tweede lid, in verband met de overgang van de voorziening van drinkwater, elektriciteit en gas.

Artikel 6

1. Voor de nieuwe gemeente Buren wordt een tussentijdse raadsverkiezing gehouden als bedoeld in artikel 52, tweede lid, onderdeel a, van de Wet algemene regels herindeling.

2. Met de voorbereiding van de tussentijdse raadsverkiezing voor de nieuwe gemeente Buren wordt de op te heffen gemeente Buren belast.

Artikel 7

Artikel 4 van de Wet op de rechterlijke indeling wordt met ingang van de datum van herindeling als volgt gewijzigd:

In het gestelde onder «Kantongerecht Tiel» vervallen «Lienden,» en «Maurik,».

Artikel 8

De bijlage, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de Politiewet 1993, wordt met ingang van de datum van herindeling als volgt gewijzigd:

In het gestelde onder «Gelderland-Zuid» vervallen «Lienden» en «Maurik».

Artikel 9

1. De gemeenteraad van de nieuwe gemeente Buren neemt in de verordening onroerende-zaakbelastingen ter zake van de kalenderjaren 1999 en 2000 voor de onderscheidene toegevoegde gebieden dezelfde waardepeildata op als voor deze gebieden zijn gehanteerd bij de vaststelling van de waarden van de onroerende zaken, bedoeld in hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken, voor het tijdvak dat is aangevangen op 1 januari 1997.

2. Artikel 41, tweede tot en met zevende lid, van de Wet waardering onroerende zaken, is met betrekking tot de kalenderjaren genoemd in het eerste lid, van overeenkomstige toepassing voor onderscheidene toegevoegde gebieden met een andere waardepeildatum dan 1 januari 1995.

Artikel 10

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,

Naar boven