nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot verlenging
van de zittingsduur van de raden van de gemeenten Deventer, Diepenveen en
Bathmen in verband met de voorgenomen gemeentelijke herindeling van deze gemeenten.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
2 oktober 1997
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de zittingsduur
van de raden van de gemeenten Deventer, Diepenveen en Bathmen in verband met
de voorgenomen gemeentelijke herindeling van deze gemeenten te verlengen,
teneinde te voorkomen dat in een kort tijdsbestek mogelijk tweemaal verkiezingen
van de leden van deze gemeenteraden moeten worden gehouden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
Artikel 1
1. De verkiezing van de leden van de raden van de gemeenten Deventer,
Diepenveen en Bathmen, waarvoor de kandidaatstelling op 20 januari 1998 zou
plaatsvinden, blijft achterwege.
2. De leden van die raden die zijn gekozen ter vervulling van de plaatsen
van de leden die zijn afgetreden met ingang van 12 april 1994, houden zitting
tot 1 januari 1999.
Artikel 2
1. Indien het bij koninklijke boodschap van 2 oktober 1997 ingediende
voorstel van wet, houdende samenvoeging van de gemeenten Deventer, Diepenveen
en Bathmen (kamerstuk 25 653) op 18 september 1998 niet tot wet is verheven
en in werking getreden, vindt de kandidaatstelling voor de verkiezing van
de leden van de raden van de gemeenten Deventer, Diepenveen en Bathmen plaats
op 20 oktober 1998.
2. In het geval, bedoeld in het eerste lid, gelden in afwijking van de
artikelen G 1 tot en met G 4 en U 12 van de Kieswet de volgende tijdstippen:
a. de in de artikelen G 1, achtste lid, en G 2, achtste lid, van de Kieswet
bedoelde kennisgeving, voorafgaande aan de kandidaatstelling voor de verkiezing
van de gemeenteraad vindt plaats op 21 september 1998;
b. verzoeken tot registratie van aanduidingen van politieke groeperingen
voor de verkiezing van de raad van de gemeenten Deventer, Diepenveen of Bathmen,
ingediend na 22 september 1998, blijven voor de daaropvolgende verkiezing
van de desbetreffende raad buiten beschouwing;
c. de beslissing van het centraal stembureau, bedoeld in artikel G 4,
tweede lid, van de Kieswet, vindt plaats op 29 september 1998;
d. de beslissing betreffende de toelating van de gekozen leden van de
gemeenteraad vindt plaats uiterlijk op 21 december 1998.
3. De ingevolge het eerste lid gekozen gemeenteraadsleden treden tegelijk
af met de leden van de gemeenteraden waarvoor de verkiezingen op 4 maart 1998
hebben plaatsgevonden.
Artikel 3
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,