25 637
Regels inzake de verstrekking van subsidies door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op het terrein van de volksgezondheid (Kaderwet volksgezondheidssubsidies)

B
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 9 september 1997 en het nader rapport d.d. 16 september 1997, aangeboden aan de Koningin door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 10 juli 1997, no. 97.003260, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet met memorie van toelichting, houdende regels inzake de verstrekking van subsidies door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op het terrein van de volksgezondheid (Kaderwet volksgezondheidssubsidies).

Blijkens mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 10 juli 1997, nr. 97003260, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake bovenvermeld voorstel van wet rechtstreeks aan mij doen toekomen. Dit advies, gedateerd 9 september 1997, nr. W13.97.0380, bied ik U hierbij aan.

1. In artikel 3, tweede lid, worden de onderwerpen opgesomd waarvoor de lagere regelgevers regels kunnen stellen. Het valt daarbij op dat in tegenstelling tot het voorstel Kaderwet LNV-subsidies (artikel 4, tweede lid, onder h (kamerstukken II 1996/97, 25 265, nrs.1–2)) en het wetsvoorstel aanvullende regels BiZa-subsidies (artikel 7, derde lid, onder h (kamerstukken II 1996/97, 25 299, nrs.1–2)) de regels inzake verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de subsidie in de praktijk, bedoeld in artikel 4:24 van de Algemene wet bestuursrecht, hierin ontbreken. In de memorie van toelichting wordt dit niet verklaard.

Aangezien dergelijke regels in de sfeer van de volksgezondheidssubsidies evenzeer nodig lijken, beveelt de Raad van State aan dit onderdeel ook in artikel 3, tweede lid, op te nemen.

1. Aan artikel 3, tweede lid, is een onderdeel h toegevoegd waarmee bereikt wordt dat over het door de Raad aanbevolen onderwerp nadere regels gesteld kunnen worden.

2. Voor enkele redactionele kanttekeningen verwijst het college naar de bij het advies behorende bijlage.

2. De redactionele kanttekeningen zijn verwerkt.

De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De Vice-President van de Raad van State,

H. D. Tjeenk Willink

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

E. Borst-Eilers

Bijlage bij het advies van de Raad van State van 9 september 1997, no. W13.97.0380, met redactionele kanttekeningen die de Raad in overweging geeft

– In artikel 3, eerste lid, «bij ministeriële regeling van Onze Minister» vervangen door: bij regeling van Onze Minister.

– In artikel 3, eerste lid, «subsidie kan worden verleend» vervangen door: subsidie kan worden verstrekt.

– In de toelichting op artikel 6 «het EG-Verdrag» vervangen door: het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

Naar boven