nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
verklaring dat er grond bestaat een voorstel van wet in overweging te nemen
tot verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming van bepalingen inzake
zelfstandige bestuursorganen.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
19 september 1997
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat er grond bestaat een voorstel
in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot opneming
van bepalingen inzake zelfstandige bestuursorganen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Er bestaat grond het hierna in artikel II omschreven voorstel tot verandering
in de Grondwet in overweging te nemen.
ARTIKEL II
De Grondwet wordt als volgt gewijzigd:
A
Het opschrift van hoofdstuk 7 komt als volgt te luiden: Provincies, gemeenten,
waterschappen en zelfstandige bestuursorganen
B
Artikel 134 komt als volgt te luiden:
Artikel 134
1. Bij of krachtens de wet kunnen zelfstandige bestuursorganen en organen
van publiekrechtelijke beroeps- en bedrijfsorganisatie worden ingesteld.
2. De wet regelt de inrichting, samenstelling en bevoegdheden van zelfstandige
bestuursorganen en organen van publiekrechtelijke beroeps- en bedrijfsorganisatie,
alsmede de openbaarheid van hun vergaderingen. Binnen bij de wet te bepalen
grenzen kan bij de wet aan organen van publiekrechtelijke beroeps- en bedrijfsorganisatie
en aan zelfstandige bestuursorganen verordenende bevoegdheid worden verleend.
3. De wet regelt het toezicht op zelfstandige bestuursorganen en organen
van publiekrechtelijke beroeps- en bedrijfsorganisatie. Vernietiging van hun
besluiten kan alleen geschieden wegens strijd met het recht of het algemeen
belang.
C
Artikel 135 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de eerste volzin wordt «twee of meer openbare lichamen»
vervangen door: twee of meer provincies, gemeenten, waterschappen of andere
openbare lichamen.
2. In de tweede volzin, wordt «van toepassing» vervangen door:
van overeenkomstige toepassing.
D
Artikel 136 vervalt.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
De Minister van Binnenlandse Zaken,