25 625
Regels betreffende de maten, gewichten, meet- en weegwerktuigen en meetinstrumenten (IJkwet)

B
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 12 augustus 1997 en het nader rapport d.d. 15 september 1997, aangeboden aan de Koningin door de minister van Economische Zaken. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 31 juli 1997, no. 97.003655, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Economische Zaken, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet met memorie van toelichting, houdende regels betreffende de maten, gewichten, meet- en weegwerktuigen en meetinstrumenten (IJkwet).

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 31 juli 1997, nr. 97.003655, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 12 augustus 1997, nr. W10.97.0500, bied ik U hierbij aan.

1. Het bijzondere karakter van de hersteloperatie welke erop is gericht regelgeving alsnog te notificeren overeenkomstig richtlijn nr. 83/189/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 maart 1983 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften (PbEG L 109) (hierna: de richtlijn) is voor de Raad van State reden als uitgangspunt de advisering te beperken tot die aspecten van het voorstel van wet die verband houden met deze operatie, tenzij de inhoud van het voorstel van wet tot verdergaande toetsing aanleiding geeft.

1. Van de opmerking van de Raad van State, dat hij als uitgangspunt zijn advisering beperkt tot die aspecten van het wetsvoorstel die verband houden met de Securitel-operatie, tenzij de inhoud van het voorstel tot verdergaande toetsing aanleiding geeft, heb ik nota genomen.

2. Teneinde de noodzaak van notificatie te kunnen beoordelen, verdient het aanbeveling in de memorie van toelichting aan te geven welke bepalingen in het voorstel van wet als technisch voorschrift in de zin van artikel 1, onder 9, van de richtlijn moeten worden aangemerkt. Het college geeft in overweging zulks zo mogelijk ook in dit geval te doen.

2. De memorie van toelichting is overeenkomstig het advies aangevuld.

3. In de memorie van toelichting wordt medegedeeld dat het voorstel van wet is aangemeld bij de Europese Commissie ingevolge artikel 8, eerste lid, van de richtlijn. Kennelijk worden enkele artikelen beschouwd als technische voorschriften in de zin van de richtlijn. Het is de bedoeling van de notificatieprocedure dat de Commissie en de overige lidstaten kunnen nagaan of de normen en voorschriften zullen leiden tot kwantitatieve invoerbeperkingen of maatregelen van gelijke werking, welke ingevolge artikel 30 van het EG-Verdrag verboden zijn.

Het is in dat kader wenselijk dat in de memorie van toelichting reeds een beschouwing wordt gegeven omtrent de verenigbaarheid van de ontwerp-regeling met de artikelen 30 en 36 van het EG-Verdrag alsmede de jurisprudentie daarover. Vermelding van de rechtvaardigingsgronden in de toelichting is van belang om de kans te verkleinen dat de Commissie of één van de andere lidstaten bezwaar maakt, hetgeen tot verlenging van de standstill-periode leidt. De Raad beveelt aan om de toelichting aldus aan te vullen.

3. Ook op dit punt is het advies van de raad gevolgd en is de memorie van toelichting aangevuld.

4. Nu de reacties van de Europese Commissie, van de lidstaten en van (de leden van) de Wereldhandelsorganisatie nog niet beschikbaar waren op het moment van het uitbrengen van dit advies, gaat de Raad ervan uit dat het voorstel van wet nogmaals aan hem voor advies zal worden voorgelegd, indien het oordeel van de Europese Commissie, van de lidstaten dan wel van (de leden van) de Wereldhandelsorganisatie aanleiding geeft tot verandering van meer dan bijkomstige aard, en dat het oordeel of de oordelen aan hem zal of zullen worden toegezonden.

4. Het is een goede praktijk dat ontwerp-regelingen nogmaals voor advies aan de Raad van State worden voorgelegd, indien het oordeel van de Europese Commissie, van de lid-staten, dan wel van (leden van) de Wereldhandelsorganisatie aanleiding geeft tot verandering van meer dan bijkomstige aard. Deze praktijk zal ook in de Securitel-operatie gevolgd worden. In dat kader zal ik er tevens voor zorgen dat het oordeel of de oordelen aan de raad zal of zullen worden toegezonden.

5. Voor een redactionele kanttekening verwijst het college naar de bij het advies behorende bijlage.

5. De redactionele kanttekening is in het wetsvoorstel verwerkt.

De Raad van State geeft U in overweging het voorstel van wet te zenden aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal, nadat met het vorenstaande rekening zal zijn gehouden.

De Vice-President van de Raad van State,

H. D. Tjeenk Willink

Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.

De Minister van Economische Zaken,

G. J. Wijers

Bijlage bij het advies van de Raad van State van 12 augustus 1997, no. W10.97.0500, met een redactionele kanttekening die de Raad in overweging geeft

– Artikel 33, tweede lid, formuleren overeenkomstig het model van aanwijzing 185, tweede lid, van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

Naar boven