25 616
Beleidsvoornemens politie 1998

nr. 13
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 20 maart 1998

Op 18 maart jl. ontving ik van u het stenografisch verslag van het ordedebat van 17 maart 1998, waarin de heer Gabor verwijst naar de motie van het lid Van Heemst c.s. (TK 1996/97 25 016, nr. 26). In deze motie verzoekt de Kamer de regering er voor te zorgen dat uiterlijk 15 maart 1998 betrouwbare cijfers over de jaren 1996 en 1997 beschikbaar zijn. De sterktegegevens zijn in ruwe vorm binnengekomen op 15 februari, waarna zij technisch en inhoudelijk nogmaals worden gevalideerd. Een totaalbeeld komt pas beschikbaar als alle regio's deze fasen hebben doorlopen en eventuele correcties zijn aangebracht. (Al eerder heb ik aangegeven dat de datum van 15 maart waarschijnlijk niet gehaald zou worden, tijdens een Algemeen Overleg op 24 juni 1997 en in mijn brief van 29 september 1997, 25 600, nr. 39, heb ik toegezegd er naar te streven u op 1 april de exacte stand van zaken te kunnen meedelen). Aangezien er op 6 april a.s. een Algemeen Overleg met de vaste commissies voor Binnenlandse Zaken en voor Justitie over dit onderwerp is gepland, streef ik ernaar u 10 dagen voor dit Algemeen Overleg de feitelijke sterktecijfers te doen toekomen.

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal

Naar boven