25 606
Emancipatiebeleid 1998

nr. 3
BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 9 december 1997

Op 20 december 1996 heb ik uw Kamer gemeld, dat ik kon instemmen met het advies van de projectgroep Vernieuwing in de Emancipatieondersteuningsstructuur. Ik heb u het advies van de projectgroep toegezonden. Het proces van oprichting van de Bundeling is gestart op 1-1-1997 met als deelnemers ARACHNE, het Instituut Vrouw en Arbeid (IVA) en het Women's Exchange Program International (WEPI) en wordt in drie fasen uitgevoerd. Met ingang van februari 1997 heeft project AISA van de stichting FORUM gebruik gemaakt van de mogelijkheid om zich aan te sluiten bij het fusieproces. Gezamenlijk hebben de vier organisaties een Besturencommissie geformeerd die het proces moest begeleiden. In juli heb ik van de Bundeling de eerste voortgangsrapportage ontvangen. Eind oktober heb ik een tweede voortgangsrapportage ontvangen. Nu de derde en laatste fase van het fusieproces haar einde nadert kan ik u nader informeren over de stand van zaken.

Op 1 januari 1998 zullen deze vier landelijke organisaties op het gebied van vrouwenemancipatie opgaan in één nieuwe organisatie. De Besturencommissie van de Bundeling heeft mij geïnformeerd dat daartoe in de komende week door de betrokken besturen naar verwachting de finale handtekeningen zullen worden gezet. Het gaat daarbij om AISA (project van de stichting FORUM), ARACHNE, Instituut Vrouw en Arbeid (IVA) en Women's Exchange Program International (WEPI).

Het afgelopen jaar is door de betrokken organisaties gebruikt om een beleidskader voor de doelstellingen en taken van de nieuwe organisatie te ontwerpen en vast te stellen, een bestuur en een directeur aan te zoeken en de verdere inrichting van de organisatie te regelen. Vooruitlopend op een definitieve huisvesting in 1998 zal de Bundeling gehuisvest zijn te Den Haag.

Tevens heb ik een brief ontvangen van de Besturencommissie, waarin de Bundeling mij meldt dat als directeur is aangesteld mw. drs. J. Ferrier, coördinator welzijnswerk in Amsterdam. De benoemingscommissie van de Bundeling heeft als voorzitter gekozen mw. B. Groen, burgemeester van Oostzaan. Het bestuur van de Bundeling heeft haar eerste vergadering gehad op 2 december jl.

De doelstelling van deze nieuwe onafhankelijke emancipatieorganisatie, met als «werktitel» De Bundeling, is het bevorderen van gelijkwaardige gender- en etnische verhoudingen. Zij oefent invloed uit op maatschappelijke verhoudingen en beleid. Met het oog daarop fungeert zij als een expertisecentrum in onze multiculturele samenleving en in het internationale veld. Daarbij hebben de volgende werkterreinen prioriteit: «herverdeling van arbeid, zorg en inkomen», «kennis en informatietechnologie», «herverdeling van macht en invloed», «integratie en beeldvorming in de multiculturele samenleving» en «internationale vraagstukken».

De Bundeling zal op een groot aantal terreinen samenwerking gaan zoeken met andere emancipatieorganisaties zoals de Vrouwenalliantie, de Nationale Vrouwen Raad en zwarte-migranten-vluchtelingenvrouwen-organisaties. De nieuwe organisatie zal onder andere naar draagvlakverbreding streven door het aangaan van nieuwe allianties en de ontwikkeling van breed toepasbaar instrumentarium.

In november 1996 heeft de projectgroep Vernieuwing emancipatie-ondersteuningsstructuur mij geadviseerd over de wijze waarop de nieuwe organisatie herkenbaar moet zijn voor zwarte-, migranten- en vluchtelingenvrouwen. De voortgangsrapportages bieden mij voldoende inzicht om te kunnen constateren dat de Bundeling ook daadwerkelijk herkenbaar kan gaan worden voor zwarte-, migranten-, en vluchtelingenvrouwen door de samenstelling van het bestuur, het personeelsbeleid, en het karakter van het beleidskader.

In december 1996 heb ik uw Kamer reeds geïnformeerd, dat ik voor de Bundeling een budgetruimte heb gereserveerd van 3,7 mln gulden voor 1998 en een bedrag van 4,6 mln voor 1999 en verder. Met de bestaande organisaties zijn afspraken gemaakt over een snelle afwikkeling van de door mij aan hen verstrekte subsidies. Naar verwachting zal deze afwikkeling reeds in januari 1998 gerealiseerd zijn.

Nu op alle hoofdpunten het fusieproces is afgerond, verwacht ik dat het voor mij mogelijk zal zijn om per 1 januari 1998 op basis van volledige overeenstemming over de begroting aan de Bundeling een meerjarige subsidie toe te kunnen kennen. Tenslotte kan ik u melden dat de voortgang van de Bundeling in 2001 extern zal worden geëvalueerd.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. P. W. Melkert

Naar boven