25 600 XII
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 1998

nr. 38
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 9 april 1998

In antwoord op de vraag van de heer Reitsma, gesteld tijdens het ordedebat op 7 april 1998, om de Kamer binnen twee dagen op de hoogte te stellen van hetgeen er precies gebeurt met de marktwerking spoor kan ik het volgende mededelen.

Op 31 maart 1998 heb ik u mijn reactie gegeven op eerdere, gelijkluidende vragen van de heer Reitsma (25 600 XII, nr. 35). Blijkbaar heeft deze brief de heer Reitsma niet bereikt.

Aan deze brief kan ik thans niet veel meer toevoegen dan dat het kabinet het voornemen heeft aan de nota in één van de komende weken, zo daar de mogelijkheid is, één, maar wellicht meerdere intensieve discussies te wijden.

Ik hecht daar ook aan omdat ik de voorkeur geef aan een goede besluitvorming boven een snelle besluitvorming die achteraf niet goed blijkt te zijn.

Eerst daarna zal ik de Kamer nader kunnen informeren.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Naar boven