25 600 XII
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 1998

nr. 36
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 6 april 1998

Middels deze brief wil ik u informeren over de achtergronden en de wijze waarop het derde Structuurschema Verkeer en Vervoer (SVV3),tevens het eerste Nationale Verkeer- en Vervoerplan (NVVP) tot stand zal worden gebracht.

In de afgelopen jaren is door mijn ministerie hard gewerkt aan het uitvoeren van het vigerende SVV-2 om zo de daarin aangegeven doelen te realiseren. Oorspronkelijk had het SVV-2 een geldigheidsduur tot 17 januari 1997. Bij brief van 15 januari 1996 heb ik u laten weten dat de geldigheidsduur van het SVV-2 is verlengd tot 17 januari 2002.

Het besluit de geldigheidsduur met 5 jaar te verlengen werd toen ingegeven door de wens voorrang te willen geven aan een verdere intensivering van de uitvoering van het SVV-2 boven de totstandkoming van een nieuw structuurschema. Zoals bij de behandeling van de verlenging van SVV-2 aan de vaste kamercommissie voor Verkeer en Waterstaat is toegezegd (op 1 oktober 1996), zal voor de periode 2002–2010 een nieuw structuurschema worden opgesteld. Ter voorbereiding hierop zal eind 1999 een Beleidsvoornemen worden uitgebracht.

Het nieuwe SVV zal tevens een Nationaal Verkeer en Vervoer Plan (NVVP) zijn, in de zin van de onlangs door de Tweede Kamer behandelde en aangenomen Planwet Verkeer en Vervoer. Vooruitlopend op de behandeling van de Planwet in de Eerste Kamer wordt de voorbereiding van het NVVP vorm gegeven overeenkomstig de principes en de geest van de Planwet.

Dat betekent dat vanaf het begin de bestuurlijke partners (Rijk, provincies, gemeenten en kaderwetgebieden) gezamenlijk in een open proces de voorbereidingen ter hand nemen. In dit proces zal ook gezorgd worden voor de inbreng van maatschappelijke partners.

Ter voorbereiding van het SVV3/NVVP wordt op dezelfde wijze als hierboven geschetst, de Perspectievennota Verkeer en Vervoer opgesteld. Het doel van deze nota is inzichtelijk te maken welke beleidskeuzen voor de toekomst voorliggen. Daarbij komen bijvoorbeeld zaken aan de orde als bestuurlijke bevoegdheden, marktwerking, regionale differentiatie, veiligheid en internationale omgeving. Vanzelfsprekend wordt daarbij ook aandacht besteed aan de wisselwerking tussen verkeer en vervoer en economie, ruimtelijke ordening en milieu, alsmede op de voorbereiding van nota's op deze terreinen. De Perspectievennota zal in het vervolg van het proces een belangrijke rol spelen om tot het eerder genoemde Beleidsvoornemen te komen.

Middels de Perspectievennota geef ik ook invulling aan de motie 25 000 XII nr. 19 van Van Gijzel c.s. inzake scenariostudies. Scenario's zijn een belangrijk hulpmiddel om te komen tot mogelijk kansrijke perspectieven voor verkeer en vervoer voor de lange termijn.

Ik meen er goed aan te doen u over deze gang van zaken te informeren.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Naar boven