25 600 X
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Defensie (X) voor het jaar 1998

nr. 15
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID ZIJLSTRA C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 14

Ontvangen 18 november 1997

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

De begrotingsstaat, onderdeel uitgaven en verplichtingen, wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel 02.02 Militaire pensioenen en uitkeringen worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met f 22 000 000.

II

In artikel 03.22 Investeringen groot materieel en infrastructuur worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met f 4 400 000.

III

In artikel 04.22 Investeringen groot materieel en infrastructuur worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met f 10 000 000.

IV

In artikel 05.22 Investeringen groot materieel en infrastructuur worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met f 7 600 000.

Toelichting

In artikel 02.02 staan o.a. de fondsen die bestemd zijn voor de uitvoering van de Uitkeringswet tegemoetkoming twee tot vijfjarige diensttijd veteranen (25 447). Dit amendement verhoogt dit artikel met 22 miljoen. Dit bedrag dient ter dekking van het amendement dat ondergetekenden hebben ingediend op bovengenoemd wetsvoorstel dat ertoe strekt weduwen die in het huwelijk zijn getreden met veteranen nadat deze hun diensttijd vervulden eveneens recht op een uitkering te geven (25 447, nr. 17).

Binnen de defensiebegroting worden de extra uitgaven gedekt door temporisering van de bouwbudgetten van de Koninklijke marine (artikel 03.22) en de Koninklijke luchtmacht (artikel 05.22). Als verdeelsleutel voor de bouwbudgetten is het bouwvolume stand OB 1998 gehanteerd.

Voor wat betreft de Koninklijke landmacht (artikel 04.22) is gekozen voor temporisering van het project Short Range Air Defence (SHORAD) mede gelet op de projectvoortgang, zoals is aangegeven in het MPO 1998 versus MPO 1997. De verwervingsvoorbereiding in 1999 zoals aangegeven in het MPO 1998 biedt voldoende ruimte tegen de achtergrond van de in de OB 1998 opgenomen verplichting en daaraan gerelateerde kasbetalingen 1998.

Bij aanneming van dit amendement dienen de daardoor noodzakelijke wijzigingen in de totaaltellingen te worden aangebracht.

Zijlstra

Van Ardenne-van der Hoeven

Sipkes

Stellingwerf

Van den Berg

Van Middelkoop

Naar boven