nr. 78
BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAPPEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Zoetermeer, 14 mei 1998
Met het goedkeuren van de begroting autoriseert de Tweede Kamer een ministerie
tot het uitvoeren van het aangekondigde beleid en het plegen van de uitgaven
daarvoor.
Een hoge informatiewaarde van de begroting bevordert politieke besluitvorming
door de Tweede Kamer. Een zo hoog mogelijke transparantie van de begroting
vergroot deze informatiewaarde.
Ook het Ministerie van Financiën schrijft in haar begrotingsaanschrijving
voor dat de presentatie van de begroting zo duidelijk mogelijk moet zijn.
In de afgelopen jaren is er door het Ministerie van OCenW gewerkt aan
het verbeteren van de presentatie van de begroting. Op veel beleidsterreinen
is het inzicht dan ook flink vergroot. In de begrotingsonderzoeken van de
laatste jaren is dat ook door uw Kamer onderschreven.
De inzichtelijkheid in de apparaatsuitgaven bleef echter een punt van
zorg.
Op de begroting van OCenW is een onderscheid aangebracht tussen apparaatsuitgaven
en programma-uitgaven. Derhalve is voor de apparaatsuitgaven een separaat
beleidsterrein, namelijk 17 Ministerie algemeen, opgenomen.
Door ontwikkelingen in de organisatie van OCenW de laatste jaren, is de
presentatie van de begroting op dit terrein niet meer adequaat genoeg. Oorzaken
hiervan zijn met name de verzelfstandiging van de IB-Groep tot ZBO en van
de Cƒi en RAD tot agentschap. Voorts waren bij de overkomst van Cultuur
naar OenW in 1994 nog apparaatsuitgaven binnen de programmagelden opgenomen.
Ik heb daarom het voornemen om de artikelstructuur met ingang van de ontwerpbegroting
1999 op enkele punten aan te passen. Door de apparaatsuitgaven nu goed te
onderscheiden van de programma-uitgaven en door ze op één beleidsterrein
(beleidsterrein 17 ministerie algemeen) op te nemen in een structuur die een
afspiegeling is van de mate van afstand tussen het bestuursdepartement
en overige organisaties, wordt de transparantie van de begroting verder verhoogd.
Het Ministerie van Financiën is inmiddels akkoord gegaan met de wijzigingen.
Conform de daarvoor afgesproken procedure leg ik dit voornemen tot wijziging
nu ter beoordeling aan u voor.
Vanzelfsprekend wordt in de begroting 1999 een conversietabel opgenomen,
waarmee de wijzigingen ten opzichte van de begroting 1998 worden verduidelijkt.
Voorgestelde wijzigingen artikelstructuur
De voorgestelde inhoudelijke wijziging, nu met een consequentere groepering
van apparaatsuitgaven op dit beleidsterrein, heeft betrekking op de volgende
onderdelen:
Cultuurinstellingen
Destijds bij de integratie van Cultuur met OenW in 1994 zijn alle uitgaven
voor Cultuur, met uitzondering van de uitgaven van de beleidsdirecties op
één beleidsterrein geplaatst, namelijk 27 Cultuur.
Dit betrof de volgende rijksdiensten:
– Rijksdienst voor de monumentenzorg (RDMZ);
– Rijksdienst voor het oudheidkundig bodemonderzoek (ROB);
– Rijksacademie voor beeldende kunsten (RABK);
– Instituut collectie Nederland (ICN);
– Inspectie Cultuurbezit;
– Rijksarchief dienst (RAD).
Echter, deze buitendiensten van Cultuur maken deel uit van het ambtelijk
apparaat. Het is logischer om deze uit 27 te halen en over te brengen naar
beleidsterrein 17.
Adviesraden
De uitgaven voor de Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid
zijn tot nu toe opgenomen op het beleidsterrein 23 Onderzoek en Wetenschapsbeleid.
Het is consequenter om deze te combineren met de uitgaven voor de Onderwijsraad
en de Raad voor Cultuur.
Zelfstandige uitvoeringsorganisaties
Tot nu toe is er een separaat artikel voor de uitgaven personeel en materieel
IB-groep geweest. Ik stel nu voor een nieuw artikel Zelfstandige uitvoeringsorganisaties
aan beleidsterrein 17 toe te voegen, waar behalve de IB-Groep ook de ZVO,
USZO en VF onder worden gebracht.
In de hiernavolgende toelichting worden de gevolgen voor de betreffende
beleidsterreinen weergegeven.
Beleidsterrein 17 ministerie algemeen
De bestaande nummering van beleidsterrein 17 komt te vervallen. Dit zijn
de artikelen
17.06 Personeel en materieel ministerie
17.07 Personeel en materieel IB-Groep
17.08 Personeel en materieel inspectie van het onderwijs
17.09 Personeel en materieel adviesraden.
Bij deze verbeterslag wordt er voor gekozen tevens een logische volgorde
van artikelen te presenteren. Als criterium voor de volgorde is aangehouden
de mate van zelfstandigheid, die de betrokken onderdelen genieten. Daarom
staan de uitgaven van het kerndepartement als eerste genoemd en de zelfstandige
uitvoeringsorganisaties als laatste.
De nieuwe artikelindeling met de samenstelling is als volgt:
17.10 Bestuursdepartement
– kerndepartement
– centrale budgetten
17.11 Inspecties
– personeel en materieel Inspectie van het onderwijs
– personeel en materieel Inspectie Cultuurbezit
17.12 Cultuurinstellingen (RDMZ, ROB, RABK, ICN)
17.13 Adviesraden
– Onderwijsraad
– Raad voor Cultuur
– Adviesraad voor het Wetenschaps- en Technologiebeleid
17.14 Agentschappen
– RAD
– Cfi
17.15 Zelfstandige uitvoeringsorganisaties
– IBG
– ZVO
– USZO
– VF.
Beleidsterrein 23 onderzoek en wetenschapsbeleid
Zoals hierboven is aangegeven is het adviesorgaan voor het Wetenschaps-
en technologiebeleid ondergebracht bij het artikel 17.13 Adviesraden. Dit
wordt als onderdeel uit het bestaande Onderzoek en Wetenschapsbeleid artikel
23.01 gehaald.
Beleidsterrein 27 cultuur
De apparaatsuitgaven begrepen in de artikelen van beleidsterrein 27 Cultuur
zijn overgebracht naar beleidsterrein 17 Ministerie algemeen.
De overige beleidsterreinen blijven onveranderd.
Ik verzoek u met dit voorstel in te stemmen.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
J. M. M. Ritzen