Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1997-1998 | 25600-VI nr. 70 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1997-1998 | 25600-VI nr. 70 |
Vastgesteld 19 augustus 1998
De vaste commissie voor Justitie1 heeft over het Rapport van de Werkgroep Tolk- en vertaaldiensten «Met recht tolken en vertalen» de navolgende vragen ter beantwoording aan de regering voorgelegd. Deze vragen, alsmede de daarop gegeven antwoorden, zijn hieronder afgedrukt.
Bestaat er een regeling voor wat betreft het aanvaarden van gunsten door tolken buiten de door de overheid te verstrekken vergoedingen om?
Op welke manier zal uitwerking worden gegeven aan het aandachtspunt dat in zaken over zedendelicten expliciet rekening zal moeten worden gehouden met de wens van het slachtoffer over de kunne van de tolk?
Heeft de Regeling Tolken IND tot een verbetering van de selectie en instructie van tolken en controle op de tolken geleid? (blz. 5 bijlagen).
Is de Minister van plan om onderzoek naar de tolken voor doven en slechthorenden te (laten) doen? (blz. 10).
Geldt voor de andere tolken – sector justitie en sector maatschappelijke hulpverlening – ook dat zij worden onderworpen aan een veiligheidsonderzoek door de BVD? Als dit niet het geval is, waarom niet? Zou dit in dat geval overwogen kunnen worden? Hoeveel procent wordt op basis van het veiligheidsonderzoek afgewezen?
In hoeverre worden door politie en justitie dezelfde kwaliteitseisen gesteld aan de inzet van tolken? (blz. 12).
In hoeverre worden ook vrienden, bekenden en relaties van de verdachte als tolk gebruikt? (blz. 14).
In hoeverre deelt de minister de mening van de zelfstandige tolken over de marktverstorende bemoeienis van de gesubsidieerde tolkencentra? Wat doet zij om marktverstoring c.q. oneerlijke concurrentie te voorkomen? (blz. 15).
In hoeverre heeft het bevriezen van het tarief voor gerechtstolken geleid tot schaarste op de markt van tolken? (blz. 15).
Hoe verklaart de minister dat de integriteit van de bij tolkencentra aangesloten tolken niet is geregeld? Hoe wil zij dit herstellen? (blz. 15).
In hoeverre is de schaarste aan tolken van invloed op de snelheid van de procesgang van de asielprocedure? Komt het voor dat door een tekort aan tolken fouten in de procedure worden gemaakt? (blz. 17).
Zal voor de toetsing aan uniforme kwaliteits- en opleidingseisen een onafhankelijke en objectieve instelling in aanmerking komen? Wordt dit punt meegenomen bij het ontwikkelen van de opleidingsstructuur? (blz. 19).
Wanneer komt het voor dat iemand als beroepsmatig tolk wordt gezien omdat deze een BTW-nummer heeft? (blz. 19).
In hoeverre is rekening gehouden dat het marktmechanisme ook aan de aanbodzijde zijn regulerende invloed zal hebben? (blz. 22).
Hoe wil de minister concreet de professionaliteit en de kwaliteit van de tolken bevorderen? Komen de verschillen per sector (straf-, asiel- en maatschappelijke hulpverlening) wel voldoende tot hun recht indien beroepscodes standaard zouden gelden voor alle tolken en vertalers? (blz. 22).
Verdient het geen aanbeveling om wanneer van een niet gecertificeerde tolk gebruik wordt gemaakt dit in de betreffende documenten vast te leggen? (blz. 23).
Wanneer acht de minister gegronde redenen aanwezig om te twijfelen aan de integriteit van de tolk? Bestaat er niet een enorme drempel om over die twijfels te spreken? Hoe kan dit worden opgelost? Via een beroepsorganisatie? Is de Minister van plan uniforme criteria te formuleren onder welke omstandigheden een tolk gediskwalificeerd kan worden? (blz. 24).
Welke tarieven zijn thans gebruikelijk bij Justitie (bijvoorbeeld voor tolkwerkzaamheden in strafzaken)? Waaraan ontleent de werkgroep de veronderstelling dat f 40 tot f 60 per uur een normaal tarief voor tolken zou zijn? Welke bedragen worden op de vrije markt betaald? Verwacht de minister dat er enig aanbod zal overblijven aan tolken bij een tarief als voornoemd? Wat is volgens de sector een passend tarief? Is het aannemelijk dat de tolk circa 7,5 uren per dag aan betaalde uren kan schrijven? Is op enigerlei wijze rekening gehouden met kantoorkosten e.d.? Wat is volgens de minister een acceptabel jaarsalaris voor een voltijds tolk/vertaler voor gerechtelijke diensten? Zullen de tarieven tussentijds worden aangepast? Staat het voorgestelde bedrag in verhouding tot de te stellen kwaliteitscriteria? (blz. 24/25).
Hoe hoog zou het tarief voor bijzondere talen moeten zijn om een oplossing te bieden aan de schaarste? (blz. 18). Welke tolken zijn van mening dat er met betrekking tot bijzondere talen wellicht een schijnschaarste bestaat? Van welke talen wordt in de praktijk van politie en justitie een schaarste aan tolken ervaren? (blz. 25).
Wat is de bedoeling van het coördinatiecentrum? Wie moeten daaraan deelnemen? Over welke prioriteiten moet het coördinerende centrum oordelen? Hoe verhoudt zich het coördinatiecentrum tot de marktwerking voor tolkendiensten? Zal het inzetten van een coördinatiecentrum dat moet gaan plannen en organiseren niet negatief zijn voor de noodzakelijke flexibiliteit en snelheid? Zijn de tolkencentra voldoende competent op het gebied van strafzaken en politieverhoren? (blz. 25).
Bestaat de wens om van overheidswege een tolkencoördinatiecentrum op te richten of zou een dergelijk initiatief aan de sector resp. de markt kunnen worden overgelaten? (blz. 27).
Hoe verhoudt zich de marktwerking van tolkendiensten met de voorgestelde «gemengde infrastructuur»? In hoeverre heeft de vrije markt zich in dit voorstel met de «gedwongen winkelnering» vermengd? (blz. 28).
Wordt ook bezien in hoeverre een overlegplatform voor tolken en vertalers in strijd is met de artikelen 59 en 60 EEG-verdrag inzake vrije vestiging en vrije dienstverlening? Zijn tolken naar de verwachting van de regering bereid mee te werken aan een dergelijk systeem? (blz. 29).
In hoeverre zijn de voorgestelde direct te ondernemen acties reeds ondernomen? (blz. 29).
Welke tarieven zullen van toepassing zijn in afwachting van de uitkomst van een nader rapport van een eventueel overlegplatform voor tolkendiensten? (blz. 29).
Bij brief van 16 maart 1998, kenmerk 684759/DBZ/98, heb ik het rapport van de Werkgroep Tolk- en vertaaldiensten «Met recht tolken en vertalen» aangeboden aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. In het rapport wordt aangegeven dat bij de inschakeling van de diensten van tolken zich verschillende knelpunten voordoen. Zo wordt binnen Justitie, maar ook overheidsbreed onvoldoende afgestemd hoe en met welke prioriteit van de diensten van de schaarse tolken en vertalers gebruik te maken. Daarbij komt dat de tarieven(stelsels) uiteenlopen en er sprake is van een gebrekkige kostenbeheersing. Ook bestaat er onduidelijkheid aan welke kwaliteitseisen moet worden voldaan. De integriteit verdient verder bijzondere aandacht. In het rapport wordt aanbevolen de organisatie van de tolk- en vertaaldiensten aan te pakken, waarbij duidelijke kaders worden gesteld. Er moeten uniforme kwaliteits- en opleidingseisen komen en een systeem van certificering. Daarnaast moet worden voorzien in duidelijke criteria wanneer, welke tolken of vertalers wel of niet ingezet kunnen worden gelet op kwaliteit, opleiding, integriteit en onafhankelijkheid. De tarieven(stelsels) voor de diensten moeten worden geüniformeerd. De Tolkencentra moeten gaan dienen als coördinatiepunt voor de inzet van de schaarse diensten en er moeten beheersafspraken worden gemaakt met de sectoren die de diensten afnemen. Zoals ik uw Kamer berichtte, stel ik mij achter de aanbevelingen van de werkgroep.
Als vervolg op het rapport heb ik verschillende tolkenorganisaties en verschillende afnemers van tolkendiensten uitgenodigd deel te nemen aan het Overlegplatform tolken en vertalers, dat op 30 juni jongstleden voor het eerst bijeen is geweest. In het platform komen in de loop van de komende maanden de vragen aan de orde die u heeft gesteld. Veel hangt af van de uiteindelijke organisatie van de tolk- en vertaaldiensten. Ik kan op dit moment nog niet vooruitlopen op het uiteindelijke model van een tolkenorganisatie. Wel overweeg ik een landelijke raad voor tolk- en vertaaldiensten in het leven te roepen. Deze raad zou belast kunnen worden met de volgende taken: het verstrekken van certificaten op basis van vooraf gestelde kwaliteitseisen, het verlenen van ontheffingen voor het niet hoeven voldoen aan bepaalde kwaliteitseisen, de verantwoordelijkheid voor de opleiding van tolken en vertalers, de coördinatie van vraag naar tolken en vertalingen en het aanbod van tolk- en vertaaldiensten, het opstellen van kwaliteits- en opleidingseisen en het opstellen van plannen op welke wijze efficiënt en effectief omgegaan moet worden met de inzet van tolk- en vertaaldiensten. Onder verantwoordelijkheid van de raad zouden de bestaande Tolkencentra kunnen ressorteren.
De raad zou ook belast kunnen worden met het opstellen van integriteitsnormen die de goedkeurig behoeven van de minister. In die integriteitsnormen zou onder meer aandacht geschonken moeten worden aan de vraag of een tolk gunsten mag ontvangen en of het wenselijk is een tolk te laten screenen door de Binnenlandse Veiligheidsdienst.
Ik ben thans in gesprek met de besturen van de Tolkencentra en de Stichting Instituut Gerechtstolken en -Vertalers (SIGV) om tot een dergelijke raad te kunnen komen.
1. Neen, een dergelijke specifieke regeling bestaat niet.
2. De hier bedoelde situatie doet zich vooral voor in de fase van de verhoren door de politie. Bij het horen van personen in andere situaties doet dit probleem zich minder voor. Met de wensen van degene voor wie er moet worden getolkt, zal in het algemeen rekening kunnen worden gehouden, tenzij het een taal betreft waarin de keuze aan tolken beperkt is en in de gegeven situatie het onmogelijk is aan een op zichzelf redelijke wens te voldoen. Ik stel mij voor dat hierover een voor de praktijk hanteerbare richtlijn wordt uitgebracht. De nog vorm te geven raad voor tolk- en vertaaldiensten zou hiertoe voorstellen kunnen doen.
3. Ja. Thans wordt gewerkt aan een «beleidskader tolken» hetgeen de selectie, instructie en controle nog beter moet waarborgen.
4. Op initiatief van het ministerie van VWS is een interdepartementale Commissie Implementatie Nederlandse Gebarentaal ingesteld, die de implementatie en erkenning van de Nederlandse Gebarentaal aan het voorbereiden is. In die commissie zijn vertegenwoordigd de departementen van VWS, SOZAWE, OC&W, BIZA en Justitie. Voor het overige wordt op dit terrein geen aanvullend onderzoek overwogen.
5. Voor bepaalde situaties is het geïndiceerd tolken te onderwerpen aan een veiligheidsonderzoek door de BVD. Die situaties moeten vooraf worden gesignaleerd. Ik stel mij voor dat de nog vorm te geven raad voor tolk- en vertaaldiensten hiertoe voorstellen zou kunnen doen. Voor veel situaties is een dergelijk veiligheidsonderzoek niet nodig. Het is mij niet bekend hoeveel tolken op basis van een dergelijk onderzoek worden afgewezen.
6. Over de te stellen kwaliteitseisen van de tolken gaat het eerdergenoemde Overlegplatform zich buigen, in samenspraak met desbetreffende beroepsgroep.
7. Mij zijn tot op heden geen situaties bekend dat in het strafproces gebruik wordt gemaakt van vrienden of relaties van de verdachte. Ik heb deze vraag expliciet voorgelegd aan het OM en zal u te zijner tijd informeren over de uitkomst daarvan. De IND maakt geen gebruik van vrienden of kennissen.
8. Door sommigen wordt gesuggereerd dat de gesubsidieerde Tolkencentra marktverstorend werken. De redenering is dan dat overhead wordt betaald uit de algemene middelen en dat zelfstandige tolken deze in hun tarieven moeten verwerken.
De Tolkencentra richten zich specifiek op een aantal overheidsdiensten. Andere overheidsdiensten huren hun eigen tolk- en vertaaldiensten op de vrije markt in. Mij is niet gebleken van een overgang van die overheidsdiensten naar Tolkencentra. Ik neem derhalve aan dat de Tolkencentra niet marktverstorend werken.
Door de thans gehanteerde ondoorzichtige tarievenstructuur is het voor een afnemer niet of moeilijk te bepalen of een zelfstandig inhuren doelmatiger of goedkoper is dan afnemen van diensten van Tolkencentra. Voorts blijkt een tarief van circa f 38 per uur (tarieven Tolkencentra) ten opzichte van het tarief op basis van het Besluit tarieven in strafzaken (circa f 85 per uur) niets te zeggen indien bij een tarief van f 38 per uur niet alleen de werkelijke uren van werken maar ook de wachturen worden vergoed. Een voorkomende situatie als rekenvoorbeeld: stel een tolk moet op een bepaalde plaats tolkwerkzaamheden verrichten van 10.00 – 11.00 uur en van 13.00 – 14.00 uur. Om 13.00 uur verschijnt de verzoeker niet en vertrekt de tolk onverrichter zake. Tarieven tolkencentra: 3x f 38,– = f 114. Tarieven op basis van het Besluit tarieven in strafzaken 1 x f 85. Ondanks het veel lagere uurtarief kan in de praktijk de vergoeding hoger uitvallen.
Aangezien de gesuggereerde marktverstorende effecten niet zijn waargenomen, ga ik er vanuit dat er geen sprake is van oneerlijke concurrentie.
9. De schaarste die zich in bepaalde talen of dialecten van talen voordoet, staat los van het tarief. Wel kan voor de toekomst worden bezien of en in hoeverre met een uniform tariefstelsel bepaalde schaarsten kunnen worden verminderd door potentiële tolken en vertalers te stimuleren tolk- en vertaalopleidingen te volgen.
10. De integriteit van bij de Tolkencentra aangesloten tolken is impliciet geregeld in de gedragscode voor tolken en vertalers die op hen van toepassing is. Voor de toekomst zal worden bezien hoe deze eisen expliciet kunnen worden gemaakt.
11. De schaarste aan tolken kan de snelheid in de procesgang van de asielprocedure vertragen. Mij is niet bekend of door een tekort aan tolken fouten in de procedure worden gemaakt.
12. Ja, er zal – zoals het zich thans laat aanzien – daarvoor ondermeer een nog vorm te geven raad voor de tolk- en vertaaldiensten worden ingesteld.
13. Wanneer een tolk voldoet aan het ondernemerscriterium genoemd in artikel 7 van de Wet op de omzetbelasting.
14. Indien in het toekomstige model blijkt dat een tekort bestaat aan gecertificeerde tolken kan een landelijke raad voor tolk- en vertaaldiensten maatregelen treffen. Hierbij kan – in het uiterste geval – gedacht worden aan tijdelijke ontheffingen voor niet-gecertificeerde tolken en vertalers. Vooral kan deze raad het opleiden van justitiële tolken en vertalers stimuleren.
15. Door tolken en vertalers te certificeren aan de hand van kwaliteitseisen en in ieder geval op de lange termijn voor te schrijven dat uitsluitend gecertificeerde tolken ingeschakeld mogen worden, zal de kwaliteit en professionaliteit worden bevorderd. In een richtlijn of circulaire zou onderscheid ten aanzien van de kwaliteitseisen per sector gemaakt kunnen worden.
16. Het is wenselijk dat de naam van de betrokken tolk wordt vermeld in het desbetreffende proces-verbaal of in het desbetreffende verslag van een zitting. Pas wanneer er voldoende gecertificeerde tolken en vertalers zijn (en dat duurt wel enkele jaren) lijkt me de gevraagde aantekening zinvol.
17. Er bestaan gegronde redenen om te twijfelen aan de integriteit van de tolk, wanneer (a.) er niet van uit gegaan kan worden dat de tolk geen informatie aan derden doorgeeft, (b.) de tolk vanwege zijn eigen belang of het belang van een derde de vertolking beïnvloedt, (c.) de tolk niet geheel onpartijdig zijn diensten verleent of (d.) zich niet terugtrekt als tolk zodra hij het gevoelen heeft dat een van die factoren zou kunnen gaan spelen. Naar mijn mening gelden deze criteria ook voor sommige andere beroepen. In die zin is de drempel niet hoger dan elders. Ik overweeg de in te stellen raad voor de tolk- en vertaaldiensten een integriteitscode te laten opstellen.
18 en 19. De tarieven zijn geregeld in het Besluit tarieven in strafzaken. Begin mei heb ik verschillende organisaties uitgenodigd deel te nemen aan de werkgroep tolk- en vertaaltarieven. De werkgroep brengt advies uit aan het Overlegplatform tolken en vertalers. Naar verwachting zal omstreeks september dit jaar duidelijkheid bestaan over het referentiekader voor de tarieven (hierbij kan gedacht worden aan jaarsalaris, eindejaarsuitkering, vakantietoelage, pensioenen, ziektekosten, arbeidsongeschiktheidsverzekering, beroepsaansprakelijkheidsverzekering tolk/vertaler, bureaukosten/inventariskosten, kosten deskundigheidsbevordering, en autokosten) en over de declarabele uren (waarbij onder meer ook rekening gehouden moet worden met vakantiedagen, tijd administratieve afdoening van zaken, «education permanente»). De werkgroep gaat er bij de tariefstelling kennelijk vanuit dat er 36 declarabele uren per week zijn. Mocht dit lager liggen dan zal het uurtarief navenant worden aangepast.
20, 21 en 22. In overleg met de belanghebbenden zal worden bepaald welke vorm een coördinatiecentrum zal moeten krijgen. Mijn voorkeur gaat uit naar de eerder genoemde raad. De werkvorm wordt thans bezien.
Het coördinatiecentrum zal de vraag en het aanbod bij elkaar moeten brengen van, in ieder geval, de in het Justitieveld benodigde diensten. Dit kan ook door bijvoorbeeld met een overheidsdienst een convenant af te sluiten, door directe bemiddeling of uitbesteding aan een specifiek bureau, afhankelijk van hetgeen voor instellingen of regio's het meest doelmatig is. De verantwoordelijkheid voor een adequate coördinatie wordt wel gelegd bij het coördinatiecentrum, maar de vorm waarin wordt overgelaten aan een dergelijk centrum. Alle Justitie-onderdelen (IND, COA, rechterlijke macht, OM) en zij die bij de procedures zijn betrokken (rechtshulpverleners, advocaten) zullen worden gehouden hetzij van de diensten van het coördinatiecentrum gebruik te maken, dan wel afspraken te maken met het coördinatiecentrum hoe zij het (met instemming van het coördinatiecentrum) zelf zullen doen.
Door de wijze van coördineren niet vast te leggen en de verschillende modaliteiten mogelijk te maken, toegesneden op het meest doelmatige voor de sector of regio, lijkt mij dat er afdoende flexibiliteit in dit systeem zit. Omdat de Werkgroep Tolk- en vertaaldiensten heeft geconstateerd dat de markwerking de schaarste niet opheft en de tarieven opwaarts negatief beïnvloedt, zal via de uniforme tariefstructuur en interventies door de beoogde raad de negatieve werking van het marktmechanisme moeten worden weggenomen. Interventies kunnen bestaan uit verschillende zaken, zoals het stimuleren van het volgen van opleidingen, het actief werven van tolken en vertalers en het verlenen van ontheffingen voor niet-gecertificeerde tolken vertalers, indien de vraag daartoe noodzaakt dan wel de tarieven opwaarts te veel onder druk komen te staan.
Omdat de SIGV vermoedelijk onder bestuurlijke verantwoordelijkheid van de beoogde raad zal komen, is deze expertise in strafzaken afdoende gewaarborgd.
23. Het concept van vrije vestiging en vrije dienstverlening zal worden bezien. Naar het zich laat aanzien zullen tolken en vertalers meewerken aan het nieuwe systeem.
24. Op 30 juni is het Overlegplatform tolk- en vertaaldiensten voor de eerste maal bijeen geweest. Op diezelfde datum was ook de werkgroep tolk- en vertaaltarieven voor de tweede keer bijeen. Gelet op het tempo waarin wordt gewerkt, verwacht ik dat voor het einde van dit jaar in grote lijnen het nieuwe organisatiemodel met de diverse taken voor een landelijke raad bekend zal zijn.
Het – voor het kostenbewustzijn en voor de coördinatie van de verdeling van diensten noodzakelijke – kwartaaloverleg onder voorzitterschap van de directeur-generaal Preventie, Jeugd en Sancties is reeds tweemaal bijeen geweest.
Met de besturen van de Tolkencentra en de SIGV zijn besprekingen geopend om te komen tot regionale coördinatiecentra met een uniforme aansturing door één bestuur. Over de concrete voorstellen hieromtrent verwacht ik u mogelijk einde van dit jaar te kunnen informeren.
25. De bestaande tarieven blijven tot nader order van toepassing.
Samenstelling: Leden: vacature VVD, Van de Camp (CDA), Biesheuvel (CDA), Swildens-Rozendaal (PvdA), fungerend voorzitter, Scheltema-de Nie (D66), Kalsbeek-Jasperse (PvdA), Middel (PvdA), Rabbae (GroenLinks), vacature VVD, Kamp (VVD), Dittrich (D66), Rouvoet (RPF), Van Oven (PvdA), Van den Doel (VVD), Wagenaar (PvdA), Van Wijmen (CDA), De Wit (SP), Duijkers (PvdA), De Milliano (CDA), Niederer (VVD), Nicolaï (VVD), Arib (PvdA), Halsema (GroenLinks), Van der Staaij (SGP) en Wijn (CDA).
Plv. leden: Voûte-Droste (VVD), Balkenende (CDA), Verhagen (CDA), Van Zuijlen (PvdA), Bakker (D66), Van Heemst (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), Karimi (GroenLinks), B. M. de Vries (VVD), Rijpstra (VVD), vacature D66, Schutte (GPV), Rehwinkel (PvdA), Van Blerck-Woerdman (VVD), Zijlstra (PvdA), Rietkerk (CDA), Marijnissen (SP), Duivesteijn (PvdA), Buijs (CDA), Weekers (VVD), Passtoors (VVD), Barth (PvdA), Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), Hoekema (D66) en Van der Hoeven (CDA).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-25600-VI-70.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.