25 600 VI
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Justitie (VI) voor het jaar 1998

nr. 65
BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 6 maart 1998

Ingevolge de artikelen 4, vierde lid, en 32, tweede lid, van het voorstel van wet voor een Penitentiaire beginselenwet (24 256), dienen de nadere regels die bij algemene maatregel van bestuur worden gesteld over het penitentiair programma onderscheidenlijk de gedwongen geneeskundige handeling bij beide kamers der Staten-Generaal te worden voorgehangen. Bij deze bied ik u ter voldoening aan deze voorschriften het Staatsblad aan waarin de Penitentiaire maatregel is opgenomen1.

De nadere regels die ingevolge artikel 4, vierde lid, van het voornoemde voorstel van wet worden gesteld zijn opgenomen in Hoofdstuk 3 van de Penitentiaire maatregel. De nadere regels aangaande de gedwongen geneeskundige handeling treft u aan in Hoofdstuk 5. Slechts ten aanzien van deze hoofdstukken geldt de voorhangprocedure.

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven