25 600 IV
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Kabinet voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken (IV) voor het jaar 1998

nr. 28
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 3 september 1998

De vaste commissies voor Defensie1 en voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken2 hebben op 24 juni 1998 overleg gevoerd met minister Voorhoeve van Defensie, tevens voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken, en minister Sorgdrager van Justitie over hun gezamenlijke rapportage terzake van de opvattingen van de nieuwe regering van de Nederlandse Antillen inzake mogelijke herziening van de justitiële samenwerking binnen het Koninkrijk.

Van het gevoerde overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissies

De heer Van den Doel (VVD) stelde het op prijs dat de minister voor NAAZ zo snel na zijn bezoek aan de Antillen een rapportage heeft voorgelegd, waarmee duidelijkheid is gecreëerd omtrent de voornemens van de Antilliaanse regering. Die komen erop neer dat prioriteit wordt gegeven aan de rechtshandhaving te lande, ten koste van de kustwacht en het interregionale recherchesamenwerkingsverband. De fractie van de VVD is van mening dat de bestrijding van de lokale criminaliteit alleen maar succesvol kan zijn als ook de georganiseerde misdaad wordt aangepakt, aangezien beide onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. De Antilliaanse regering zet met haar opstelling de gemaakte afspraken in koninkrijksverband op losse schroeven. De VVD-fractie verwacht van de Nederlandse regering dat zij de Antilliaanse regering duidelijk maakt dat de door de vorige Antilliaanse regering gemaakte afspraken dienen te worden nagekomen. Uit het memorandum inzake de evaluatie van de kustwacht blijkt dat binnen vier maanden over de effectiviteit van de kustwacht moet worden gerapporteerd. De opdracht aan de werkgroep luidt dat de kosten versus de baten voor de Nederlandse Antillen in kaart moeten worden gebracht. Conclusie van de werkgroep kan zijn dat de kosten te hoog zijn. De VVD-fractie is van mening dat de Nederlandse regering op het punt van de financiën geen concessies moet doen aan de Nederlandse Antillen. Daarmee kan een verkeerde impuls worden gegeven, gelet op de noodzakelijke sanering van de overheidsfinanciën en de noodzakelijke inkrimping van het overheidsapparaat van de Antillen. Tot nu toe hebben de Nederlandse Antillen nog geen enkele financiële bijdrage geleverd voor de kustwacht. Is dit punt tijdens het bezoek aan de orde gesteld? En kan inzicht worden gegeven in de stand van zaken op het punt van de competenties tussen de verschillende justitiële autoriteiten?

In de rapportage staat dat het justitieel beleidsplan kustwacht voor 1998 nog steeds niet is vastgesteld. De heer Van den Doel vroeg de minister van Justitie op basis waarvan nu wordt opgetreden en of het zin heeft om in september of oktober nog een plan voor 1998 vast te stellen.

Uit de aanvullende notitie bij het rapport-Piar, over de oprichting van een recherchesamenwerkingsteam (RST), blijkt dat het tijdpad met betrekking tot de operationeelstelling van het RST fors is bijgesteld. Het oorspronkelijke tijdpad eindigt op 1 juli a.s., maar de planning is nu 1 januari 1999. Waarom is er vertraging opgetreden en zal 1 januari 1999 wel worden gehaald? In de notitie wordt ook gesproken van de opheffing van het Paros-team op termijn. Functioneert dit team nog of is er op dit moment sprake van een vacuüm? Wat is de actuele situatie op Sint Maarten, gelet op de beëindiging van de marechausseebijstand en het nog niet operationeel zijn van het RST? Positief is dat de Antilliaanse regering meer wil samenwerken in de bestrijding van de georganiseerde misdaad met de Verenigde Staten en Frankrijk. Het is te hopen dat hieraan concreet inhoud wordt gegeven.

De signalen uit Aruba met betrekking tot de justitiële samenwerking en het tripartiet justitiële overleg zijn positief en geven hoop voor de toekomst.

De heer Van Oven (PvdA) sloot zich aan bij het compliment aan de minister voor NAAZ voor het snelle verschijnen van de rapportage en stelde dat ook de fractie van de PvdA zich zorgen maakt over de koerswijziging van de regering van de Nederlandse Antillen. Ontwikkelingen die in de afgelopen vier jaren in gang zijn gezet, dreigen te stagneren. De minister van Justitie is op uitnodiging van de Arubaanse regering naar Aruba gegaan om daar de beëdiging van de nieuwe procureur-generaal bij te wonen. Zouden de nadere besprekingen in de marge daarvan worden gehouden, die dan als zodanig een vervolg zouden vormen op eerdere besprekingen in tripartiet verband van juni 1997? Uiteindelijk heeft er tijdens het bezoek van de minister van Justitie geen tripartiet justitieel overleg plaatsgevonden in verband met de begrafenis van de echtgenoot van de voormalige minister-president van de Nederlandse Antillen. Maar waarom is er niet op een ander moment tijdens het bezoek overleg gevoerd? Het tripartiet overleg heeft in de afgelopen jaren niet zo regelmatig plaatsgevonden als wel werd beoogd. Vanaf november heeft er zelfs helemaal geen tripartiet overleg meer plaatsgevonden. De fractie van de PvdA heeft er geen begrip voor als de afzeggingen in het afgelopen jaar te maken hadden met de demissionaire status van bewindslieden. Het komt in internationaal overleg vaak voor dat één van de gesprekspartners demissionair is. Als de demissionaire status reden is om het overleg op te schorten, wordt er nooit voortgang geboekt.

Er lijkt op het punt van het RST en de kustwacht sprake te zijn van uitstel. Het RST bestaat nog slechts in oprichting, maar verliest aan waarde omdat de opstelling van de Antilliaanse regering niet duidelijk is. Er ligt nu een landsbesluit van de Antilliaanse regering om de kustwacht te evalueren. Het is de vraag of het landsbesluit in lijn is met de algemene maatregel van rijksbestuur die indertijd is uitgevaardigd door de koninkrijksregering, waarin staat dat zo snel mogelijk een rijkswet tot stand moet worden gebracht. Hoe denkt de regering van de Nederlandse Antillen hierover? Welke situatie ontstaat er als niet op afzienbare tijd tot een rijkswet wordt gekomen? Hoe eindig is de algemene maatregel van rijksbestuur? Het Statuut bevat hiervoor geen regeling. Is het mogelijk om eenzijdig een algemene maatregel van rijksbestuur op te zeggen?

Over de Antillianisering van de zittende magistratuur kon de heer Van Oven weinig terugvinden in de rapportage. Op het punt van de uitlevering is sprake van een majeure wijziging in standpunt van de Antilliaanse regering. Bij gebrek aan een rijkswet zal ook in dit geval de algemene maatregel van rijksbestuur langere tijd moeten bestaan, wat een ongelukkige situatie is, gelet op de kritiek die er op Aruba bestaat op de huidige algemene maatregel van rijksbestuur. De indruk bestaat dat de Arubaanse staatsburgers wier uitlevering wordt gevraagd, de cassatievoorziening wordt onthouden. Het is bijzonder spijtig dat het in de afgelopen vier jaar niet is gelukt om tot rijkswetten te komen.

In de rapportage staat dat nadere besprekingen tussen de drie ministers van Justitie hoge prioriteit hebben. Hoe hard wordt hieraan gewerkt door de diverse regeringen? En is de Nederlandse regering voornemens om een versnelling in de procedures tot stand te brengen?

Mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven (CDA) sprak haar dank uit voor de rapportage, die een neerslag is van de twee werkbezoeken van respectievelijk de minister van Justitie en de minister voor NAAZ.

Het heeft de fractie van het CDA verbaasd dat de minister voor NAAZ tijdens het algemeen overleg van 4 juni jl. kond moest doen van de koerswijziging die de regering van de Nederlandse Antillen heeft ingezet. De keuzes van de Antilliaanse regering zijn duidelijk: meer autonomie en een intensievere bestrijding van de binnenlandse criminaliteit. In het vorige algemeen overleg had mevrouw Van Ardenne de minister aangespoord om tijdens zijn werkbezoek aan te geven dat de Nederlandse regering vasthoudt aan de bestaande afspraken op het punt van de kustwacht, de magistratuur en de recherchebijstandsteams. Is deze boodschap duidelijk overgekomen? De evaluatie kan de regering van de Nederlandse Antillen tot de conclusie brengen dat de kustwacht te veel kost en dat dus een volstrekt andere koers moet worden gevolgd.

Waarom is er is op het punt van de rijkswetten geen voortgang geboekt? Er is zelfs geen tripartiet overleg meer gevoerd. De demissionaire status mag niet als excuus worden gebruikt. De Nederlandse bewindslieden zijn op dit moment ook demissionair, maar leggen toch werkbezoeken af en werken toch wetten uit. En waarom is het beleidsplan Justitie er nog steeds niet? Kan de minister van Justitie aangeven of er afspraken zijn te maken over rijkswetten, bijeenkomsten, tripartiet overleg, einddatum of voorlopige datum?

De fractie van het CDA beschouwt een verdergaande samenwerking van de koninkrijksdelen met de VS en Frankrijk positief, echter niet als onderdeel van de koersverlegging. Er kan in het gebied van de Nederlandse Antillen en Aruba geen verschil worden gemaakt tussen lokale en internationale criminaliteitsbestrijding, gelet op de problematiek van drugsbestrijding en het witwassen van geld. De Antilliaanse en Arubaanse regeringen stellen prioriteit te willen geven aan criminaliteitsbestrijding, maar waarom wordt dan dit onderscheid gemaakt? Daarvoor is aanvullend internationaal beleid nodig, waaraan Nederland al veel financiële bijdragen heeft geleverd. Kan duidelijkheid worden gegeven over het boeggolfprobleem? Er is veel geld gereserveerd voor de gevangenis Koraal Specht. Hoe staat het met het meerjarenperspectief op dit terrein?

Mevrouw Van Ardenne pleitte er tot slot voor dat er in het nieuwe Nederlandse kabinet wederom een miníster voor NAAZ komt, iemand die gezag en vertrouwen kan ontwikkelen om dit ingewikkelde dossier vlot te trekken en op orde te houden.

De heer Hoekema (D66) stelde dat de tijdbom onder de justitiële samenwerking tussen de Nederlandse Antillen, Aruba en Nederland en meer in het bijzonder onder de kustwacht, lijkt door te tikken. De rapportage van de bezoeken van de Nederlandse bewindslieden aan de Nederlandse Antillen en Aruba heeft de zorg van de fractie van D66 niet weggenomen. Wat is volgens de Nederlandse regering de beste tactiek: afwachten, geduldige overreding of krachtig toespreken? Wordt de praktijk van samenwerking bij de kustwacht voortgezet? Komen de financiële gevolgen van de heroverweging voor Nederlandse rekening?

Er ligt een landsbesluit van de Antilliaanse regering, inhoudende dat de evaluatie van de kustwacht en de heroverweging van het beleid binnen vier maanden moeten zijn afgerond. Het lijkt het beste om een volgend tripartiet overleg vlak voor de beëindiging van de evaluatie te houden, zodat wellicht nog invloed kan worden uitgeoefend op de uitkomst daarvan.

De heer Hoekema sloot zich aan bij de opmerkingen over de keuze van de Antilliaanse regering voor de bestrijding van de lokale criminaliteit, boven de bestrijding van de internationale criminaliteit. Hij vroeg zich af of dit een tactische benadering, een onderhandelingsgambiet is van de Antillen, waaruit meer steun moet voortvloeien voor de bestrijding van de lokale criminaliteit. Hoe moet in het licht van die keuze de samenwerking met de Verenigde Staten en Frankrijk worden gezien?

De minister voor NAAZ stelt in de rapportage dat het functioneren van de huidige recherchebijstand als zodanig niet ter discussie staat, maar dat er bij de Antillen een duidelijke voorkeur voor bestaat om bij het omzetten daarvan in structurele praktische bijstand recht te doen aan de bestaande beheers- en gezagsstructuren. Betekent dit dat er meer geld naar lokale diensten moet?

De houding van Aruba op het punt van de justitiële samenwerking en de bestuurlijke integriteit is positief. Aruba zelf heeft een screening van een gekandideerde minister toegepast. De samenwerking op het gebied van de kustwacht staat voor Aruba niet zozeer ter discussie. Het is een goede zaak dat de uitvoering van het rapport-Calidad deel zal uitmaken van het beleid van de regering van Aruba.

Tot slot vroeg de heer Hoekema of de beëindiging van het project Koninklijke marechaussee gevolgen heeft voor de situatie op Sint Maarten.

Het antwoord van de regering

De minister van Defensie en voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken antwoordde dat er enkele redenen zijn voor de beleidswijziging van de Antilliaanse regering ten aanzien van de kustwacht. Er zijn formele redenen die samenhangen met autonomievragen en financiële redenen die samenhangen met de begrotingsproblematiek. Een werkgroep van deskundigen uit de Nederlandse Antillen, Aruba en Nederland heeft in 1994 gerapporteerd, waarna de kustwacht tot stand is gekomen. De nieuwe regering van de Nederlandse Antillen moet nog enige tijd worden gegund om kennis te nemen van het vele werk en overleg dat is verricht om te bereiken wat er in de afgelopen jaren is bereikt. Misschien bestonden er aanvankelijk enige misverstanden over wat de kustwacht precies betekent voor de Nederlandse Antillen.

De beste tactiek lijkt om over dit onderwerp intensief met elkaar te communiceren in de komende maanden. Nederland moet daarbij de betekenis van de kustwacht duidelijk maken voor de criminaliteitsbestrijding en de economie en werkgelegenheid ter plaatse. Er is reeds helderheid verschaft over het beleid van Nederland. Nederland hecht aan het uitvoeren van goede afspraken die op jarenlang overleg zijn gebaseerd. De evaluatie terzake van de kustwacht, die eenzijdig in gang is gezet, leidt hopelijk tot een volledig beeld van de betekenis van de kustwacht. Dan hoeven de conclusies die daaruit moeten worden getrokken, geen onderwerp van zorg te zijn.

De kustwacht bestrijdt niet alleen de illegale handel op volle zee en in het luchtruim. Het merendeel van de activiteiten vindt plaats in de territoriale wateren van de Nederlandse Antillen en Aruba en heeft betrekking op het beschermen van de Nederlandse Antillen en Aruba tegen criminele invloeden van buiten. Uit de feitelijke inzet aan vlieg- en vaaruren van de verschillende vlieg- en vaartuigen blijkt dat de nadruk sterk ligt op de onmiddellijke bescherming in het territoriale bereik van deze eilanden. Informatie over aanvliegende of aanvarende narcoticavoertuigen kan het beste worden opgedaan enige tijd voordat zij de territoriale wateren bereiken. Het is daarom nodig de zee te patrouilleren, ook buiten de twaalfmijlszone. De twaalfmijlszone is geen fysieke grens. Het is één operatie om de Nederlandse Antillen te helpen beschermen tegen de invloed van de drugscriminaliteit in de hele regio. De kustwacht heeft in 1998 850 kilo cocaïne en 1 300 kilo marihuana onderschept bij verschillende transporten. En omdat schepen worden gevolgd door de kustwacht, wordt de bemanning zenuwachtig. Vervolgens worden de drugs overboord gezet.

Daarnaast redt de kustwacht personen in gevaar op zee. Er zijn in 1998 al negentien personen gered. De kustwacht verricht in toenemende mate activiteiten op het punt van het tegengaan van illegale olielozingen op zee, hetgeen met name van belang is voor het ecotoerisme van de Nederlandse Antillen. Ook illegale vissersschepen die de wateren van de Antillen bevissen, worden door de kustwacht aangehouden.

De kustwacht in opbouw heeft voor 28 mln. aan investeringen op de Nederlandse Antillen en Aruba tot gevolg, waarvan het merendeel op Curaçao en 7 mln. op Aruba. Bovendien wordt werk gegeven aan 132 lokale medewerkers, die ook additioneel worden opgeleid. Als de kustwacht operationeel is, zal die plaatselijk een omzet van ongeveer 6 mln. veroorzaken. Dat is meer dan de bijdrage van de Nederlandse Antillen aan de financiering van de kustwacht.

Over de financiering van de kustwacht zijn destijds goede afspraken gemaakt met de Antilliaanse regering. Tweederde van de kosten wordt door Nederland gedragen. Eenderde wordt door de Nederlandse Antillen en Aruba gezamenlijk gedragen, een bedrag dat onderling is verdeeld in tweederde voor de Nederlandse Antillen en eenderde voor Aruba. Hoewel de kustwacht dus geheel ten behoeve van de Nederlandse Antillen en Aruba opereert, wordt slechts tweenegende van de kosten door de Nederlandse Antillen en eennegende door Aruba gedragen. Er is dan ook geen enkele reden voor heroverweging. De toenmalige premier van de Nederlandse Antillen zei toen hem destijds dit voorstel werd voorgelegd: dat is een koopje. Dat geldt nog steeds.

De financiële problemen van de Nederlandse Antillen en Aruba zijn enorm. Mevrouw Römer heeft er in De Telegraaf terecht op gewezen dat de overheidsuitgaven moeten worden bekeken en dat een groot bedrag moet worden uitgegeven voor vervanging van de voertuigen van de politie. Maar het bedrag dat men niet voor het ene onderwerp uitgeeft, kan men niet wél uitgeven voor het andere onderwerp als geen van beide onderwerpen wordt aangepakt. Het gaat erom dat de Nederlandse Antillen een diepgaande financiële sanering moeten doormaken. De aanpak daarvan is nu niet aan de orde. De bijdrage van de Nederlandse Antillen aan de financiering van de kustwacht is overigens opgenomen in het door het IMF en de Nederlandse Antillen gemaakte saneringstraject. Als dat traject was gevolgd, was er geen probleem geweest. De minister stelde in het overleg met de nieuwe Antilliaanse regering te hebben benadrukt dat er inhoudelijk geen reden tot herziening van de verdeelsleutel is.

Tot nu toe zijn uit de begroting van Defensie voor 1997 de bedragen voorgeschoten die de Nederlandse Antillen niet hebben afgedragen. De Nederlandse Antillen hebben een deel van de bijdragen in natura geleverd. Dan gaat het om de salarissen van personeel bij politie en douane van de Nederlandse Antillen. De nieuwe regering van de Nederlandse Antillen is wellicht geschrokken van het grote investeringsbedrag dit jaar voor de kustwacht, naast de bescheiden jaarlijkse uitgave van 5 mln. voor de exploitatie. In de pers is het structurele bedrag samengevoegd met het incidentele bedrag voor de investeringen. Tijdens de delegatiebesprekingen en de persconferentie op de Antillen is aangegeven dat Nederland erop rekent dat de nieuwe Antilliaanse regering de toezeggingen nakomt die de vorige regering heeft gedaan en dat de voorgeschoten bedragen dus worden terugbetaald. De nieuwe regering beraadt zich nu op de situatie. Omdat zij nog zo kort geleden was aangetreden, kon zij nog geen uitspraken doen. Tot en met 1997 is het nog uitstaande bedrag van de Nederlandse Antillen 1,6 mln. In 1998 zal daaraan 14,5 mln. worden toegevoegd. Als de investeringen in het jaar 2000 zijn voltooid, ligt de jaarlijkse bijdrage op 5,3 mln. à 5,6 mln.

Op de vraag van de heer Van Oven wanneer het landsbesluit is afgekomen, voordat of nadat de minister de intensieve besprekingen voerde in Curaçao, antwoordde de minister dat het landsbesluit en de daarbij horende nota hem 's avonds werden overhandigd, voorafgaande aan het overleg met de minister van Justitie.

De rijkswet was in het ambtelijk overleg tussen de drie koninkrijkspartners op een oor na gevild. Op een bepaald moment bleek dat de Antilliaanse vertegenwoordiging geen mandaat had om aan de besprekingen deel te nemen. Er is nu moeilijk een inschatting te maken van het moment van totstandkoming van de rijkswet. Zo lang er geen rijkswet is, geldt uiteraard de voorlopige regeling, die geen tijdelijke regeling is maar die is gebaseerd op de algemene maatregel van rijksbestuur. De Nederlandse regering gaat ervan uit dat de rijkswet er komt, want hierover is in het verleden overeenstemming bereikt. Zo lang de rijkswet er nog niet is, blijft de voorlopige regeling bestaan. De Nederlandse regering gaat ervan uit dat nader overleg bestaande misverstanden kan wegwerken.

Hij juicht het ten zeerste toe dat de Nederlandse Antillen bereid zijn om intensiever met de VS en Frankrijk te gaan samenwerken, omdat dit aansluit op het Nederlandse beleid. Er heeft in maart op de Nederlandse Antillen een conferentie plaatsgevonden over een ontwerpverdrag voor samenwerking in de bestrijding van de narcoticahandel in het gebied, waaraan onder andere de VS, Frankrijk, Groot-Brittannië, Venezuela en Colombia hebben deelgenomen. Het ontwerpverdrag is door Nederland, in goed overleg met de Nederlandse Antillen en Aruba, gemaakt en heeft op de conferentie grote waardering geoogst. De samenwerking die de Nederlandse Antillen voorstaan, past daar voortreffelijk in. Frankrijk zal de wens naar voren brengen dat het Koninkrijk eindelijk eens het grenscontroleverdrag Sint Maarten ratificeert. Met name op Sint Maarten bestaan bezwaren tegen dit verdrag, dat een aantal jaren geleden al door Frankrijk is geratificeerd en dat destijds namens het Koninkrijk door een delegatie van de Antilliaanse regering is uitonderhandeld en ondertekend. Dit onderwerp is overigens niet aan de orde geweest in het overleg op de Antillen, maar komt ongetwijfeld nog aan de orde. De goedkeuring van dit grenscontroleverdrag is overigens aan de Tweede Kamer voorgelegd. De vertraging is veroorzaakt door reserves aan de kant van de Staten van de Nederlandse Antillen.

De kustwacht doet op het moment wat hij geacht wordt te doen. De evaluatie door de Nederlandse Antillen zal enige tijd kosten en zal de voltooiing van het project ophouden. Die extra tijd lijkt nodig om uit te komen bij het einddoel dat in ieder geval de Nederlandse regering nog steeds voor ogen heeft.

De minister van Justitie wees erop dat het tripartiet overleg plaatsvindt op basis van samenwerking en stelde als minister van Justitie geen enkele verantwoordelijkheid over zee te hebben. Het departement van Justitie biedt ondersteuning op verschillende punten en probeert op allerlei gebieden tot praktische samenwerking te komen. Als Nederlandse ambtenaren naar de Antillen of Aruba worden uitgezonden, gebeurt dat echter op verzoek van de Antillen of Aruba.

Er kan in overleg veel worden bereikt, zoals het prima functionerende recherchesamenwerkingsteam bewijst. De rechercheurs uit Nederland hebben een lokale opsporingsbevoegdheid gekregen en opereren op de Antillen en Aruba op grond van die bevoegdheid, samen met de politie van de Antillen en Aruba. Er is dan ook geen gat tussen het Paros-team en het samenwerkingsteam. Het RST is in oprichting en functioneert op basis van de praktische regeling die is getroffen. Er wordt gestreefd naar een rijkswet interregionale rechtshulp. De Nederlandse regering heeft voor het indienen daarvan de datum 1 januari 1999 in gedachten, maar is daarbij afhankelijk van de medewerking op de Antillen en Aruba. Ook op Sint Maarten zijn de activiteiten van het rechercheteam in oprichting gestart en worden er onderzoeken geëntameerd. Het gezag over de onderzoeken berust bij de lokale autoriteiten, bij het openbaar ministerie en de minister van justitie.

De minister gaf aan dat zij voor tripartiet overleg naar de Nederlandse Antillen en Aruba is gegaan. In november jl. is het geplande overleg in Den Haag niet doorgegaan, vanwege de demissionaire status van de Antilliaanse regering. Een demissionaire minister kan uiteraard overleg voeren, maar moet dat wel willen. Bovendien kende de tussentijdse vervanger van de vorige Antilliaanse minister van justitie de dossiers niet. Om deze redenen hebben de Antillen en Aruba tripartiet overleg uitgesteld. Zodra er zicht was op een nieuwe Antilliaanse regering, had de minister het initiatief genomen voor tripartiet overleg op de Nederlandse Antillen. En hoewel dit uiteindelijk niet had plaatsgevonden, was het goed om weer contact te hebben met de nieuwe collega's op de Antillen, de minister-president en de minister van justitie. Het overleg op de Antillen was, ondanks de accentverschillen, constructief. Het is prettig dat ook de Tweede Kamer het bezoek achteraf goedkeurt.

De Antilliaanse minister van justitie heeft aangegeven dat er een rechercheteam moet zijn dat onderzoeken verricht, maar heeft daaraan toegevoegd dat de opzet zo praktisch mogelijk moet zijn. Er bestaat op de Antillen geen behoefte aan de voorziene stuurgroep. Hierover zal nog overleg worden gevoerd, want de Nederlandse regering is van mening dat die stuurgroep er uiteindelijk wel moet komen.

Het justitieel beleidsplan 1997 voor de kustwacht is destijds vastgesteld door het tripartiet overleg, maar geldt feitelijk ook voor 1998. Na 1998 zal er een beslissing genomen moeten worden over een beleidsplan voor 1999. In feite moeten de procureurs-generaal elk jaar de stand van zaken bekijken en nieuwe afspraken maken die vervolgens door de ministers van justitie worden vastgesteld.

Er wordt op de Nederlandse Antillen prioriteit gegeven aan de bestrijding van de lokale criminaliteit, hetgeen begrijpelijk is gelet op de sterk stijgende criminaliteit aldaar én gelet op de schaarse middelen. Ook in Nederland is de bevolking gefocust op de eigen veiligheid. Nader overleg zal er zeker toe leiden dat men zich ook op de Antillen bewust wordt van het verband tussen lokale en internationale criminaliteit. Het is een goede zaak dat wordt gestreefd naar Antillianisering van de rechterlijke macht, mits een en ander niet ten koste gaat van de kwaliteit. Nederland biedt in dit verband graag hulp.

Op Aruba hecht men er zeer aan dat het eiland van de door Amerika vastgestelde zwarte lijst van staten met drugsproblematiek af komt. Men heeft veel over voor samenwerking met Nederland en Amerika op het terrein van bestrijding van de internationaal georganiseerde misdaad. Ook het overleg op Aruba was zeer constructief. Op het punt van de uitlevering verschillen de Nederlandse Antillen en Aruba van mening, hetgeen overeenstemming in tripartiet verband bemoeilijkt. Aruba meent terecht dat er een cassatievoorziening moet komen. Dan moet er wel eerst een aantal praktische problemen worden opgelost betreffende het voorleggen van zaken aan de Hoge Raad. Het verschil van mening zit in de beslissende instantie. Aruba is, evenals Nederland, van mening dat de gouverneur, als koninkrijksorgaan, uiteindelijk de beslissing moet nemen over de uitlevering. De regering van de Antillen is die mening niet toegedaan. Er moet nader overleg plaatsvinden om tot overeenstemming te komen. Er liggen al ontwerpen klaar. Dus als er overeenstemming is, is de zaak snel geregeld.

Tot slot merkte de minister op dat het volgende tripartiet overleg zo snel mogelijk na de zomer moet plaatsvinden.

Nadere gedachtewisseling

De heer Van den Doel (VVD) memoreerde dat in de aanvullende notitie van de werkgroep-Piar wordt gesproken over de inzet van bijzondere opsporingsmiddelen vanuit Nederland. De werkgroep acht een wezenlijke rol voor Nederland en de Nederlandse minister van Justitie van groot belang. Bestaat hierover overeenstemming met Aruba en de Nederlandse Antillen? Wat is overigens de status van deze aanvullende notitie?

De heer Van Oven (PvdA) betwijfelde of door alle partijen voldoende wordt geïnvesteerd in het tripartiet overleg. Zijn daarover afspraken gemaakt bij het bezoek van de minister van Justitie aan de Antillen en Aruba?

De indiening van de rijkswet interregionale rechtshulp is volgens de minister van Justitie haalbaar voor 1 januari 1999. Dat valt te betwijfelen, gelet op de opmerkingen in de rapportage dat de recherchesamenwerking niet wordt gezocht in interregionaal kader en dat er nog een uitvoerige standpuntbepaling van de kant van de Nederlandse Antillen moet volgen.

Er wordt gestreefd naar een structureel kader voor de kustwacht in de vorm van een rijkswet. Worden er naast de evaluatie van de kustwacht van de kant van de Antillen ook evaluaties gelegd van de kant van Aruba en Nederland? Is het niet beter om de Antilliaanse evaluatie om te zetten in een evaluatie van de algehele kustwacht van de kant van de koninkrijkspartners, op basis waarvan snel een besluit kan worden genomen?

Mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven (CDA) constateerde met spijt dat er over de bestuurlijke en justitiële samenwerking met de Nederlandse Antillen en in mindere mate met Aruba geen helderheid is gekomen tijdens het overleg op de Antillen en Aruba. Zij sloot zich vervolgens aan bij de vragen van de heer van Oven over de rijkswetten, het tripartiet overleg en de evaluatie. Kan de oplossing van de financiële problematiek van de Antillen gezocht worden in een andere optie met betrekking tot de kustwacht?

Tot slot vroeg zij of de Nederlandse bewindslieden al voor 4 juni jl. tot de ontdekking waren gekomen dat er sprake was van een vertragingstactiek dan wel een koerswijziging bij de demissionaire regering en/of de aangetreden regering.

De heer Hoekema (D66) vroeg of de minister voor NAAZ verwacht dat ook de regering van de Verenigde Staten blijk zal geven van haar opvattingen over de gang van zaken rond de kustwacht.

De minister van Defensie en voor Nederlands-Antilliaanse Zaken antwoordde dat in alle afspraken over de kustwacht reeds is voorzien in regelmatig tripartiet overleg over de operationele zaken en beleidszaken. Dat overleg vindt plaats. Het landsbesluit is eenzijdig genomen. De Antilliaanse regering heeft al personen aangewezen voor de uitwerking daarvan. Het lijkt de Nederlandse regering niet zinvol om te komen tot een omzetting in een evaluatie in koninkrijksverband. Minister Voorhoeve kon geen helderheid geven over de termijn waarop een rijkswet inzake de kustwacht kan worden ingediend, omdat er nog nader beraad moet plaatsvinden aan de kant van de Antilliaanse regering. De Nederlandse regering zal contact houden met de Antilliaanse regering om de informatie te verstrekken die leidt tot de overtuiging dat het in het belang is van de Nederlandse Antillen om door te gaan met het traject van een rijkswet.

Als de kosten worden berekend van de activiteiten die binnen en buiten de twaalfmijlszone plaatsvinden, zal de rekening voor de Nederlandse Antillen ongunstiger worden omdat het merendeel van de activiteiten binnen de twaalfmijlszone plaatsvindt. De kosten van het vliegen en het varen van de Koninklijke marine op open zee komen al voor rekening van Nederland. Het is een misvatting dat een wijziging in prioriteiten leidt tot een gunstiger kostenplaatje voor de Nederlandse Antillen en het is een misvatting dat het merendeel van de activiteiten plaatsvindt op internationale zeeën. Tevens is het een misvatting dat een lokale criminaliteit niets te maken heeft met internationale criminaliteit, omdat de lokale criminaliteit grotendeels drugsgerelateerd is.

In de vraag of de Nederlandse regering op de hoogte was van de koerswijziging ligt impliciet een andere vraag besloten, namelijk of de Nederlandse regering er niet eerder wat aan had moeten doen. Nederland moet zich niet bemoeien met partijpolitieke verschillen op de Nederlandse Antillen, met de meningen van individuele partijen in verkiezingscampagnes, met kabinetsinformaties en -formaties. De gesprekspartner van de Nederlandse regering is de Antilliaanse regering. Het was bekend dat in het nieuwe regeerakkoord een zinsnede was opgenomen inzake het heroverwegen van de kustwacht. De betekenis daarvan werd ingevuld toen de minister van Justitie in Willemstad was.

De minister was voor tripartiet overleg vóór de afronding van de evaluatietermijn van vier maanden, hetgeen aansluit bij de opmerking van de minister van Justitie dat er zo snel mogelijk na de zomer tripartiet justitieel overleg moet plaatsvinden.

Hij was tot slot van oordeel dat de regering van de Verenigde Staten ongetwijfeld haar opvattingen over de gang van zaken rond de kustwacht zal geven. De Verenigde Staten hechten zeer aan de goede samenwerking met de Nederlandse Antillen, Aruba, Nederland. Tijdens zijn bezoek aan de Antillen was er ook een team van juridische deskundigen uit de VS om over een aantal justitiële onderwerpen te spreken. De visie van de VS op een aantal punten is toen nadrukkelijk naar voren gebracht.

De minister van Justitie antwoordde dat zij op het punt van de inzet van bijzondere opsporingsmiddelen geen hoofdrol ziet weggelegd voor de Nederlandse minister van Justitie. Ieder openbaar ministerie werkt onder verantwoordelijkheid van de eigen minister. De lokale gezagsdragers zijn verantwoordelijk voor de hantering van de opsporingsmethoden. Nederland kan natuurlijk wel helpen, zoals bij de normering van de opsporingsmethoden. Over de status van de aanvullende notitie van de werkgroep-Piar moet nog worden gesproken. De minister stelde, het niet met alle in de notitie genoemde punten eens te zijn.

Met de opmerking in de rapportage dat de inzet van lokaal personeel op de Antillen te beperkt is, wordt bedoeld dat er meer Antillianen moeten participeren in de samenwerkingsteams. Het gaat erom dat de korpsen uit de koninkrijksdelen goed met elkaar kunnen samenwerken.

Tijdens het bezoek aan de Antillen en Aruba is niet een datum vastgesteld voor een nieuw tripartiet overleg, maar is wel de intentie uitgesproken dat het in september moet plaatsvinden. Dat zou ruim voor de afronding van de evaluatie zijn. De minister rekende erop dat het tripartiet overleg dan doorgang zal vinden. Zij wilde het aanwenden van de demissionaire status als reden voor het niet doorgaan van het tripartiet overleg geen vertragingstactiek noemen.

Bij aanvang van het bezoek heeft de Antilliaanse regering aangekondigd de samenwerking te willen heroverwegen. Als in het tripartiet overleg in september overeenstemming ontstaat over de interregionale rechtshulp, kan de rijkswet voor 1 januari worden ingediend. Het is gelet op de toonzetting van de nieuwe minister van justitie op het punt van de justitiële samenwerking echter de vraag of er overeenstemming zal ontstaan.

De fungerend voorzitter van de vaste commissie voor Defensie,

Korthals

De fungerend voorzitter van de vaste commissie voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken,

Van Oven

De griffier van de vaste commissie voor Defensie,

De Lange


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Korthals (VVD), Weisglas (VVD), Van den Berg (SGP), Pronk (PvdA), Zijlstra (PvdA), Van Gijzel (PvdA), Hillen (CDA), Valk (PvdA), Hessing (VVD), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Hoekema (D66), Stellingwerf (RPF), Verhagen (CDA), Vos (GroenLinks), Van den Doel (VVD), De Haan (CDA), Visser-van Doorn (CDA), Koenders (PvdA), Ravestein (D66), Harrewijn (GroenLinks), Niederer (VVD), Bussemaker (PvdA), Timmermans (PvdA) en Van Bommel (SP).

Plv. leden: Van Hoof (VVD), Essers (VVD), Schimmel (D66), Duivesteijn (PvdA), Swildens-Rozendaal (PvdA), Arib (PvdA), Leers (CDA), Van Oven (PvdA), Passtoors (VVD), De Milliano (CDA), Ter Veer (D66), Van Middelkoop (GPV), Van der Hoeven (CDA), Vendrik (GroenLinks), Blaauw (VVD), Eisses-Timmerman (CDA), Van Ross-van Dorp (CDA), Van Dok-van Weele (PvdA), Lambrechts (D66), Karimi (GroenLinks), Oplaat (VVD), Albayrak (PvdA), Dijksma (PvdA) en Marijnissen (SP).

XNoot
2

Samenstelling: Leden: Korthals (VVD), Te Veldhuis (VVD), Scheltema-de Nie (D66), Ybema (D66), Van Middelkoop (GPV), Rosenmöller (GroenLinks), Zijlstra (PvdA), Van Zijl (PvdA), Bijleveld-Schouten (CDA), Van der Hoeven (CDA), Van Hoof (VVD), Remkes (VVD), Dankers (CDA), Oudkerk (PvdA), Van der Ploeg (PvdA), De Graaf (D66), Van Oven (PvdA), Van der Knaap (CDA), Balkenende (CDA), Karimi (GroenLinks), Bussemaker (PvdA), Van Bommel (SP), Oplaat (VVD) en Albayrak (PvdA).

Plv. leden: Cornielje (VVD), Weisglas (VVD), Hoekema (D66), Van den Berg (SGP), Rouvoet (RPF), Van Gent (GroenLinks), Valk (PvdA), Swildens-Rozendaal (PvdA), Van de Camp (CDA), Van Wijmen (CDA), Essers (VVD), Van den Doel (VVD), Hillen (CDA), Gortzak (PvdA), Middel (PvdA), Ter Veer (D66), Melkert (PvdA), Stroeken (CDA), Atsma (CDA), Oedayraj Singh Varma (GroenLinks), De Cloe (PvdA), Marijnissen (SP), Örgü (VVD) en De Boer (PvdA).

Naar boven