25 600 IV
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Kabinet voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken (IV) voor het jaar 1998

nr. 24
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR NEDERLANDS-ANTILLIAANSE EN ARUBAANSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 13 maart 1998

Tijdens mijn bezoek aan de Nederlandse Antillen op 10 en 11 maart jl. heb ik uitvoerig met minister-president Pourier en minister van Justitie Atacho gesproken over de problematiek van de gevangenis Koraal Specht. Inzet van deze besprekingen was het maken van concrete afspraken om de leefomstandigheden van de gedetineerden en de werkomstandigheden van het personeel op korte termijn structureel te verbeteren. Ook zijn er afspraken gemaakt over de aanpak van de nieuwbouw en reorganisatie, waarbij een heldere projectstructuur voorop staat.

Mijn gesprekspartners waren met mij van mening dat alleen een gezamenlijke inspanning om deze doelstellingen te bereiken tot resultaat kan leiden. Het resultaat van de besprekingen is neergelegd in het «Convenant Koraal Specht», waarvan u een kopie bij deze brief aantreft.1

Voorts kan ik u melden dat op mijn verzoek de heer Rook, voormalig directeur Gevangeniswezen van het ministerie van Justitie van Nederland, op 11 maart jl. is afgereisd naar Curaçao. Ik heb aldaar nog kort voor mijn vertrek het convenant met hem besproken en hem van de gemaakte afspraken op de hoogte gesteld. Tijdens zijn bezoek zal hij in zijn hoedanigheid van algemeen projectleider nadere invulling geven aan de bepalingen van het convenant.

Later deze maand bericht ik u conform mijn toezegging nader over de uitvoering van de kortetermijnmaatregelen en over verdere ontwikkelingen van het gevangeniswezen Nederlandse Antillen.

De Minister voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse Zaken,

J. J. C. Voorhoeve


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven