nr. 2
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 19 september 1997
Onder verwijzing naar de brief van de griffier van de vaste commissie
voor Defensie, d.d. 15 september 1997, waarin mij een toelichting wordt gevraagd
op de gang van zaken met betrekking tot de informatieverstrekking door de
ambassadeur ter plekke aan het departement en op hetgeen daarmee is gebeurd,
heb ik de eer U als volgt te informeren.
Het Ministerie van Buitenlandse Zaken overlegt regelmatig met het Ministerie
van Defensie over VN-vredesoperaties waaraan Nederlandse militairen deelnemen,
zoals de operatie UNAVEM in Angola. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken
vernam in de loop van juni 1994 dat naar aanleiding van het werkbezoek van
de toenmalige Souschef Operatiën van de Koninklijke Landmacht aan Angola
maatregelen werden genomen. Ook wist het Ministerie van Buitenlandse Zaken,
op grond van informatie verstrekt door de Nederlandse ambassadeur te Luanda,
dat genoemde Souschef Operatiën zich inzake problemen in Angola in dezelfde
periode had verstaan met ten minste één betrokken UNAVEM-militair.
Deze militair heeft zich naar aanleiding daarvan schriftelijk tot de ambassadeur
in Luanda gewend. Het u bekende memorandum van de ambassadeur is mede naar
aanleiding daarvan opgesteld en ook rechtstreeks aan genoemde Souschef Operatiën
toegegaan.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H. A. F. M. O. van Mierlo
Aan de Minister van Buitenlandse Zaken i.a.a. de Minister
van Defensie
's-Gravenhage, 15 september 1997
Tijdens de afgelopen procedurevergadering van de vaste commissie voor
Defensie is besloten om in beginsel in de week van 25 september a.s. een plenair
debat te houden inzake het IGK-rapport over het gedrag van Nederlandse militairen
in Angola.
Ter voorbereiding van dit debat zou de commissie gaarne voor het eind
van deze week beschikken over een brief van u, waarin een toelichting wordt
gegeven op de gang van zaken met betrekking tot de informatieverstrekking
door de ambassadeur ter plekke aan het departement en op hetgeen daarna daarmee
is gebeurd.
De griffier van de vaste commissie voor Defensie,
mr. T. N. J. de Lange