nr. 339a
nr. 2
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE
Aan de Voorzitters van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 13 mei 1998
Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen
op 15 mei 1998. De wens dat de ontwerp-besluiten uitdrukkelijke instemming
behoeven kan door of namens één van beide Kamers te kennen worden
gegeven uiterlijk op 30 mei 1998.
Gelet op artikel 2 van de goedkeuringswet1
van de op 15 juni 1990 te Dublin tot stand gekomen Overeenkomst betreffende
de vaststelling van de Staat die verantwoordelijk is voor de behandeling van
een asielverzoek dat bij een van de Lid-Staten van de Europese Gemeenschappen
wordt ingediend (hierna de Overeenkomst van Dublin) bied ik u hierbij aan
de geannoteerde agenda en de thans beschikbare documenten2 voor de tweede bijeenkomst van het Comité van artikel 18 van
de Overeenkomst van Dublin (hierna artikel 18 Comité) dat na afloop
van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken op 29 mei 1998, bijeenkomt.
Voorzover de documenten, zoals ze aan het artikel 18 Comité zullen
voorliggen, nog niet beschikbaar zijn, ontvangt u de meest recente tekst.
In de geannoteerde agenda wordt de stand van zaken in de besprekingen weergegeven.
Indien nieuwe documenten beschikbaar komen, zal ik u die zo spoedig mogelijk
doen toekomen.
De Staatssecretaris van Justitie,
E. M. A. Schmitz
GEANNOTEERDE AGENDA VOOR HET ARTIKEL 18 COMITÉ
VAN 29 MEI 1998
1. Goedkeuring van de agenda
2. Ontwerp-besluit 1/98 van het Comité van artikel
18 van de Overeenkomst van Dublin inzake bepalingen voor de toepassing van
de Overeenkomst
document: | DUBLIN CONV 2403/1/98 REV
1 | (En) |
verbindendheid: | verbindend | |
aard van het besluit: | ontwerp-besluit
van het Comité van artikel 18 van de Overeenkomst van Dublin |
Het voorliggende ontwerp-besluit bevat de punten uit het Actieprogramma
(zie onder 3.) waarover het artikel 18 Comité nu reeds een besluit
zou moeten kunnen nemen. Het voorliggende ontwerp-besluit geeft een nadere
aanvulling op het besluit 1/97 van het artikel 18 Comité inzake de
toepassing van de Overeenkomst1 op de volgende
punten. Algemene informatie over de wijze waarop asielzoekers de EU binnenkomen
dient bij de bepaling van de verantwoordelijkheid voor de behandeling van
een asielverzoek in aanmerking te worden genomen. Indien er aanwijzingen zijn
dat een asielzoeker eerder in een andere Lid-Staat heeft verbleven, kan de
Lid-Staat waar de asielzoeker zich nu bevindt, op grond van artikel 15 van
de Overeenkomst ook om informatie vragen aan de hand van de vingerafdrukken
van betrokkene, e.e.a. binnen de nationale wettelijke mogelijkheden. Tot slot
wordt ter verbetering van de communicatie en samenwerking tussen de ambtenaren
die in de Lid-Staten de Overeenkomst van Dublin uitvoeren de Nederlandse praktijk
van uitwisseling van verbindingsambtenaren overgenomen en komt er een gemeenschappelijke
handleiding voor die ambtenaren.
Er bestaan nog voorbehouden zowel ten aanzien van de vorm (besluit of
aanbeveling) als de inhoud van het ontwerp-besluit dat thans nog wordt besproken
in Coreper.
3. Actieprogramma voor de implementatie van de Overeenkomst
van Dublin
document: | DUBLIN CONV 2405/98 | (Nl) |
verbindendheid: | onverbindend | |
aard van het besluit: | actieprogramma |
Het Actieprogramma voor de implementatie van de Overeenkomst van Dublin
vloeit voort uit en is een nadere uitwerking en concretisering van het EU
Actieplan dat door de Raad Algemene Zaken op 26 januari 1998 is aangenomen
naar aanleiding van de toevloed van migranten uit Irak en het omliggende gebied.
In dit EU Actieplan waren reeds een aantal actiepunten ter verhoging van de
effectiviteit van de Overeenkomst van Dublin opgenomen. Over de eerste praktische
ervaringen met de Overeenkomst van Dublin is Uw Kamer onder meer ingelicht
bij mijn brief van 20 januari 19982 en laatstelijk
nog bij mijn brief van 14 april 1998 inzake de rapportage asielketen3.
Het Actieprogramma wordt niet ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad Justitie
en Binnenlandse Zaken maar aan het artikel 18 Comité, zijnde de bevoegde
instantie aangaande de toepassing en de interpretatie van deze Overeenkomst.
Het Actieprogramma inventariseert enerzijds specifieke maatregelen en voorstellen
ter verbetering van de praktische toepassing van de Overeenkomst en anderzijds
gebleken verschillen in interpretatie met het oog op het vinden
van een gemeenschappelijke aanpak. Daarnaast bevat het Actieprogramma voorstellen
inzake de snelheid en kwaliteit van de informatie-uitwisseling, de bewijsmiddelen
en een betere communicatie en samenwerking tussen de ambtenaren die in de
Lid-Staten belast zijn met de uitvoering van de Overeenkomst. Een aantal punten
uit het Actieprogramma vormen reeds onderdeel van het geagendeerde ontwerp-besluit.
Nederland hecht zeer aan de totstandkoming en uitvoering van het Actieprogramma
dat beoogt binnen de bestaande mogelijkheden van de Overeenkomst in een goede
onderlinge samenwerking met de andere Lid-Staten te komen tot die noodzakelijke
verbetering van de praktische toepassing van de Overeenkomst. Het Actieprogramma
wordt thans besproken in Coreper. M.n. een aantal Zuid-Europese Lid-Staten
hebben op dit moment ten aanzien van een aantal actiepunten nog inhoudelijke
voorbehouden.
4. Diversen
Er zijn (nog) geen onderwerpen aangemeld die onder dit agendapunt aan
de orde zullen komen.