25 505
Verdrag tot wijziging van de op 23 november 1982 te Muscat tot stand gekomen Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Sultanaat Oman inzake luchtdiensten tussen en via hun onderscheiden grondgebieden; Muscat, 20 oktober/17 november 1996

nr. 335a
A
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 17 februari 1997 en het nader rapport d.d. 11 juli 1997, aangeboden aan de Koningin door de minister van Buitenlandse Zaken.

Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 10 januari 1997, no.97.000044, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister van Verkeer en Waterstaat, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het Verdrag tot wijziging van de op 23 november 1982 te Muscat tot stand gekomen Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Sultanaat Oman inzake luchtdiensten tussen en via hun onderscheiden grondgebieden; Muscat, 20 oktober/17 november 1996, met toelichtende nota.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 10 januari 1997, nr. 97.000044, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 17 februari 1997, nr. W09.97.0008, bied ik U hierbij aan.

Uit de toelichtende nota blijkt dat met de toevoeging van een veiligheidsbepaling (artikel 7bis) aan de Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Sultanaat Oman inzake luchtdiensten tussen en via hun onderscheiden grondgebieden (Trb.1983, 1) (hierna: de Overeenkomst) beoogd is nauw aan te sluiten bij de standaardtekst van de «Model Agreement on Aviation Security» welke door de «International Civil Aviation Organization« (ICAO) wordt aanbevolen (ICAO-resolutie van 30 juni 1989, 21e bijeenkomst, 127e sessie).

In de opsomming van artikel 7bis ontbreekt het «Protocol for the Suppression of Unlawful Acts of Violence at Airports Serving International Civil Aviation» van 24 februari 1988 (Trb. 88) (hierna: het Protocol), behorend bij de «Convention for the Suppression of Unlawful Acts against the Safety of Civil Aviation» van 23 september 1971. Het Protocol komt wel voor in de opsomming van artikel 1 van eerdergenoemde ICAO-resolutie.

Nu het Protocol wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden ten tijde van de in de toelichtende nota genoemde luchtvaartbesprekingen (bedoeld zullen zijn de in de notawisseling genoemde besprekingen van 23 en 24 oktober 1994) nog niet in werking was getreden, is het ontbreken van het Protocol in de opsomming van artikel 7bis van het onderhavige verdrag begrijpelijk.

Op 10 augustus 1995 is het Protocol echter voor het Koninkrijk der Nederlanden alsnog in werking getreden (Trb. 1995, 230). Het Sultanaat Oman is reeds in 1992 toegetreden tot het Protocol (Trb. 1995, 230). Tegen deze achtergrond adviseert de Raad van State in de toelichtende nota in te gaan op de eventuele wenselijkheid van een aanvullende wijziging van de Overeenkomst.

Meer in het algemeen geeft het college in overweging in vergelijkbare toekomstige gevallen in het verdrag een algemene verwijzing op te nemen naar de relevante tussen partijen van kracht zijnde verdragen en niet een opsomming.

In de toelichtende nota wordt thans ingegaan op het onbreken van een vermelding van het Protocol van Montreal in de veiligheidsbepaling en op de wenselijkheid van aanvulling daarvan.

De Raad van State geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld Verdrag wordt overgelegd aan de beide Kamers der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De Vice-President van de Raad van State,

W. Scholten

Ik moge U mede namens de Minister van Verkeer en Waterstaat verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. van Mierlo

Naar boven