nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot instelling
van een vast college van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken (Wet
op de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken).
De memorie van toelichting (en bijlagen), die het wetsvoorstel vergezelt,
bevat de gronden waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
2 augustus 1997
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een vast college
van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken in te stellen en dat het
in verband met artikel 79 van de Grondwet noodzakelijk is daartoe wettelijke
bepalingen vast te stellen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
Artikel 1
Er is een Commissie van advies inzake volkenrechtelijke vraagstukken.
Artikel 2
De Commissie heeft tot taak de regering en de beide kamers der Staten-Generaal
te adviseren inzake vraagstukken van internationaal recht.
Artikel 3
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Artikel 4
Deze wet wordt aangehaald als: Wet op de Commissie van advies inzake volkenrechtelijke
vraagstukken.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Buitenlandse Zaken,
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken,