nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot wijziging
van artikel 5 van de Grondwet in verband met de invoering van een opdracht
aan de wetgever om regels te stellen omtrent de behandeling van verzoekschriften.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
19 juli 1997
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat er grond bestaat een voorstel
in overweging te nemen tot wijziging van artikel 5 van de Grondwet in verband
met de invoering van een opdracht aan de wetgever om regels te stellen omtrent
de behandeling van verzoekschriften;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Er bestaat grond het in artikel II omschreven voorstel tot verandering
in de Grondwet in overweging te nemen.
ARTIKEL II
Artikel 5 van de Grondwet komt te luiden:
Artikel 5
1. Ieder heeft het recht verzoeken schriftelijk bij het bevoegd gezag
in te dienen.
2. De wet stelt regels omtrent de behandeling van verzoekschriften.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
De Minister van Binnenlandse Zaken,