25 448
Structuurverandering varkenshouderij

nr. 14
BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUURBEHEER EN VISSERIJ

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 11 januari 1999

In vervolg op mijn brief van 24 december 1998 (25 448, nr. 13) wil ik u informeren over het feit dat ik hoger beroep aanteken tegen het tussenvonnis van de rechtbank te 's-Gravenhage van 23 december 1998, in de bodemprocedure van de Nederlandse Vakbond Varkenshouders tegen de Staat met betrekking tot de Wet herstructurering varkenshouderij.

Ik heb daartoe besloten nu het tussenvonnis op onderdelen een eindbeslissing bevat, onder meer waar de rechtbank uitdrukkelijk en zonder voorbehoud heeft aangegeven dat zij in haar eindvonnis in ieder geval zal oordelen dat de hoofdstukken van de wet die betrekking hebben op het stelsel van varkensrechten buiten toepassing worden gelaten zolang geen adequate schaderegeling is getroffen voor de mestproductierechten die met de wet zijn komen te vervallen.

Een reden om reeds beroep aan te tekenen tegen het tussenvonnis, en niet te wachten tot het eindvonnis, is dat daarmee zo snel mogelijk de vraag omtrent de schadeplicht van de Staat, de vraag omtrent de verbindendheid van de wet en een aantal andere rechtsvragen aan het gerechtshof kunnen worden voorgelegd. Het gaat hier om principiële kwesties waarover zo spoedig mogelijk tot in hoogste rechterlijke instantie duidelijkheid moet worden verkregen. Voor mij is ook een belangrijke reden dat een tijdelijke buiten toepassing verklaring van de wet – ook voor de sector zelf – uiterst ongewenste gevolgen zou kunnen hebben, onder meer omdat het dan de vraag is of nog verhandeling en opkoop van productierechten zouden kunnen plaatsvinden. Ik vind het, tegen de achtergrond van de huidige situatie in de varkenssector, van het grootste belang dat ook de realisatie van de doelstellingen van het flankerende beleid voor deze sector gewaarborgd blijft.

Tot slot zij voor de goede orde benadrukt dat de wet intussen volledige geldigheid heeft.

De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij,

H. H. Apotheker