nr. 18
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING
EN MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 26 november 1998
Inleiding
Tijdens het Algemeen Overleg op 30 september 1998 met de vaste commissie
voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (25 445,
nr. 17) over het concept-besluit tot wijziging van het Besluit huurprijzen
woonruimte (Bhw) heb ik toegezegd de Tweede Kamer te zullen informeren over
de wijzigingen, die in genoemd concept zijn doorgevoerd naar aanleiding van
dat Algemeen Overleg. Onder A worden de relevante wijzigingspunten weergegeven.
Daarnaast wordt onder B aangegeven, waarom nadere wijzigingen zijn doorgevoerd
in het Rechtspositiebesluit voorzitters huurcommissies (Rvh), en wordt onder
C de te volgen procedure tot het moment van inwerkingtreding weergegeven.
A. Wijzigingen in het concept-besluit tot wijziging van
het Bhw (concept-Bhw)
1) In bijlage II, onderdeel 1, categorie A, van het concept-Bhw is de
redactie van een aantal omstandigheden aangepast. De redactie geeft nu een
nog scherper omlijnd kader van de aard van de gebreken/tekortkomingen. De
subjectieve elementen zijn komen te vervallen. Het enkel constateren dat de
feiten voldoen aan de beschrijving van bedoelde omstandigheden moet nu leiden
tot de constatering, dat sprake is van een zeer ernstig(e) gebrek/tekortkoming
als bedoeld in categorie A. De binnen die categorie onder punt 8 beschreven
omstandigheid, die de slechte toestand van de woning als zodanig beschrijft,
heeft evenwel het open karakter behouden, zij het dat deze begrensd
wordt door de eis van gevaar voor veiligheid en gezondheid van de bewoner(s),
leidende tot ongeschiktheid voor bewoning.
2) In bijlage II, onderdeel 1, categorie B, van het concept-Bhw is de
redactie van een aantal omstandigheden aangepast in die zin dat het woord
«ernstig» is geschrapt, met uitzondering van de situatie waarin
dit betrekking heeft op de mate van schade aan de bewoonbaarheid/bruikbaarheid.
3) Omdat er geen termijnen bij of krachtens de huurwetgeving kunnen worden
bepaald binnen welke de verhuurder de geconstateerde gebreken/tekortkomingen
moet opheffen, is in de toelichting een passage opgenomen die ingaat op het
extra drukmiddel voor een spoedig doen opheffen van gebreken/tekortkomingen
naast het sanctiemiddel van een lagere in rekening te brengen huurprijs, te
weten een aanschrijving op grond van de Woningwet. Conform de toezegging van
mijn ambtsvoorganger is nadrukkelijk aangegeven, dat bij het uitblijven van
bedoelde aanschrijving zonder dat opheffing heeft plaatsgevonden de Inspecteur
van de Volkshuisvesting, die evenals de gemeente in een eerdere fase afschrift
heeft gekregen van de uitspraak van de huurcommissie, contact zal opnemen
met de betrokken gemeente.
4) Met betrekking tot situaties, dat een gebrek/tekortkoming zowel een
omstandigheid van categorie B als van C kan zijn, is de tekst van de toelichting
(paragraaf 4) verduidelijkt. Tevens is daarbij aangegeven dat de huurcommissie
haar keuze tussen categorie B en categorie C in de uitspraak dient te motiveren.
5) De toelichting is aangevuld met een passage die in het kader van het
streven naar een grotere uniformiteit ingaat op de in artikel 15 van de Huurprijzenwet
woonruimte neergelegde regel dat de kantonrechter het bepaalde in het Bhw
in acht moet nemen. In dit kader gaat het om het gestelde inzake het aanmerken
van bepaalde omstandigheden als gebreken/tekortkomingen en inzake de sancties
op de aanwezigheid daarvan. Omdat dit niet geldt voor de inhoud van de puntenboeken
is aangegeven dat verwacht wordt, dat de kantonrechter de inhoud van die boeken
eerder geneigd zal zijn te volgen naarmate de huurcommissies hun beleid terzake
meer op elkaar afstemmen.
In bijlage II, onderdeel 1, categorie C, is de tekst van de voorbeelden
van de omstandigheden niet aangepast. Dit vanwege de toezegging van mijn ambtsvoorganger
om «de maatlat niet te veranderen». De maatlat was en is immers
dat de bewoonbaarheid ernstig wordt geschaad. Wijziging van deze voorbeelden
uit de praktijk kan wél tot gevolg hebben dat de maatlat verandert,
hetgeen ik nu juist niet wil.
B. Wijzigingen in het Rechtspositiebesluit voorzitters
huurcommissies (Rvh)
In verband met het gegeven, dat in de afgelopen jaren het ARAR enige malen
ingrijpend is gewijzigd, is het Rvh daaraan aangepast.
C. Procedure
Het ontwerp-besluit tot wijziging van het Bhw en het Rvh is aan de Raad
van State voorgelegd voor advies. Na ontvangst van dat advies zal het ontwerp-besluit
zo nodig worden aangepast. Daarna wordt bedoeld besluit in het Staatsblad
geplaatst. Inwerkingtreding geschiedt tegelijk met de inwerkingtreding van
het wetsvoorstel tot wijziging van o.a. de Huurprijzenwet woonruimte
(onderhoud, leges, toezicht), doch niet eerder dan twee maanden na de plaatsing
van genoemd besluit in het Staatsblad. Van die plaatsing wordt conform artikel
15, vierde lid, van de Huurprijzenwet woonruimte, onverwijld mededeling gedaan
aan de Staten-Generaal.
Ik vertrouw erop u met het voorgaande voldoende te hebben geïnformeerd.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
J. W. Remkes