25 443
Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet van de bepalingen inzake de onschendbaarheid van het brief-, telefoon- en telegraafgeheim

nr. 13
TWEEDE NADER GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID TE VELDHUIS C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 12

Ontvangen 20 januari 1998

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel II wordt artikel 13 vervangen door:

Artikel 13

1. Het brief-, telefoon- en telegraafgeheim en het geheim van daarmee vergelijkbare communicatie-technieken zijn onschendbaar. Het geheim van de gegevens met betrekking tot communicatie als bedoeld in de eerste volzin is eveneens onschendbaar.

2. De geheimen, bedoeld in het eerste lid, kunnen worden beperkt in de gevallen bij de wet bepaald. Beperking van de geheimen, bedoeld in de eerste volzin van het eerste lid, kan slechts plaatsvinden op last van de rechter, of, indien de beperking in het belang van de nationale veiligheid plaatsvindt, met machtiging van een bij de wet aangewezen minister. Beperking van het geheim, bedoeld in de tweede volzin van het eerste lid, kan slechts plaatsvinden door of met machtiging van hen die daartoe bij de wet zijn aangewezen.

3. De wet stelt regels ter bescherming van de geheimen, bedoeld in het eerste lid.

4. Degene van wie een geheim als bedoeld in het eerste lid, eerste volzin, is beperkt, wordt van die beperking zo spoedig mogelijk in kennis gesteld. Indien de beperking in het belang van de nationale veiligheid of het belang van de strafvordering heeft plaatsgevonden, kan volgens bij de wet te stellen regels de kennisgeving worden uitgesteld. In de bij de wet te bepalen gevallen kan de kennisgeving achterwege worden gelaten, indien het belang van de nationale veiligheid zich tegen kennisgeving blijvend verzet.

Toelichting

Dit amendement beoogt het bestaande en beproefde brief-, telefoon- en telegraafgeheim in zijn huidige vorm en met zijn bestaande jurisprudentie te handhaven.

Daarnaast introduceert het amendement een uitbreiding van deze geheimhouding voor nieuwe vormen van communicatie die geacht kunnen worden in het verlengde te liggen van of voor de bescherming van de geheimhouding op één lijn liggen met brief, telefoon en telegraaf.

Door de gehanteerde systematiek van een open «aanbouw-bepaling» kan worden bereikt dat, naast de nu reeds bestaande elektronische en digitale communicatietechnieken, ook (nog) nieuwere en toekomstige ontwikkelingen steeds onder dezelfde, historisch opgebouwde, bescherming van de geheimhouding kunnen gaan ressorteren.

Deze aanpak lijkt beter dan over te schakelen op de introductie van het geheel nieuwe, maar betwist(bar)e begrip «recht op vertrouwelijke communicatie» zoals het wetsvoorstel doet.

Met de tweede volzin van het eerste lid wordt beoogd ook de verkeersgegevens te beschermen. Onder verkeersgegevens wordt verstaan de gegevens over de plaats en tijd van de communicatie en de deelnemers eraan.

Te Veldhuis

Roethof

Koekkoek

Naar boven