nr. 1
BRIEF VAN HET PRESIDIUM
's-Gravenhage, 26 juni 1997
Aan alle leden
Het Presidium heeft zich beraden over de motie voorgesteld door de heer
Marijnissen op 14 november 1996 (kamerstukken II, 1996/97, 25 103, nr.
3) en aangenomen op 26 november 1996. De motie begint met de overweging: «dat
de huidige gang van zaken rond de verkiezing van de Voorzitter van de Tweede
Kamer in meerdere opzichten voor verbetering vatbaar is» en vraagt van
het Presidium om: «ideeën uit te werken voor een andere dan de
tot nu toe gebruikelijke procedure en de Kamer daarover te berichten.»
A. Profielschets
In het debat over dit onderwerp (handelingen II, 1996/97, nr. 26, blz.
2043 tot 2065) is van veel zijden gevraagd om bij een vacature een profielschets
te laten opstellen. De meerderheid van het Presidium is door deze betogen
overtuigd. Het gaat hier immers om een dermate gewichtige functie dat waarborgen,
die in de procedure voor benoeming van andere functionarissen gemeengoed zijn
geworden, op hun plaats zijn.
Een vacature van het voorzitterschap ontstaat op twee verschillende momenten
zoals blijkt uit het eerste lid van artikel 4 van het Reglement van Orde,
namelijk automatisch in de eerste vergadering van een nieuwe zitting (na verkiezingen)
en verder tussentijds indien het tot Voorzitter benoemde lid ontslag neemt
of komt te overlijden. De meerderheid van het Presidium stelt voor om voor
beide situaties de vaststelling van een profielschets te regelen en wel door
de genoemde bepaling te laten luiden:
«In de eerste vergadering van een nieuwe zitting en bij het tussentijds
openvallen van het voorzitterschap, stelt de Kamer onder verantwoordelijkheid
van de tijdelijk Voorzitter een profielschets vast betreffende de nieuw te
benoemen Voorzitter».
Het huidige tweede lid van artikel 4 dat aangeeft welk van de leden als
tijdelijk Voorzitter fungeert, kan gehandhaafd blijven. De tijdelijk Voorzitter draagt er zorg voor dat de leden voor de eerste vergadering een concept
voor een profielschets hebben ontvangen. Uiteraard zal de tijdelijk Voorzitter
zich bij de fracties oriënteren alvorens dit concept aan te bieden.
Overigens zal het debat over die profielschets als de vacature ontstaan
is in verband met verkiezingen pas het tweede agendapunt zijn van de vergadering
omdat de leden eerst de voorgeschreven eden of beloftes afleggen. De profielschets
zal de vorm van een motie moeten hebben, waarvan het dictum de eigenschappen
opsomt waaraan de nieuwe Voorzitter moet voldoen. Deze motie moet voldoen
aan de eisen die artikel 66 van het Reglement stelt (onder andere ondersteuning
door tenminste vier leden). De Kamer is verder vrij in de procedure van behandeling
van moties houdende een concept-profielschets. Dit betekent dat de Kamer kan
besluiten om amendementen toe te laten.
B. Kandidaatstelling
Het Presidium heeft in de tweede plaats naar aanleiding van het Kamerdebat
van 14 november 1996 overwogen dat de indruk voorkomen moet worden als zou
over de politieke kleur van de nieuwe Voorzitter besloten worden aan de hand
van een afweging met andere bij andere colleges te benoemen of reeds benoemde
functionarissen. Om de procedure in ordelijke banen te leiden, wil de meerderheid
van het Presidium het eerder genoemde artikel 4 van het Reglement aanvullen
met een nieuw derde lid, luidende:
«In de tweede vergadering van een nieuwe zitting of na het openvallen
van het voorzitterschap, geeft de tijdelijk Voorzitter de gelegenheid tot
het stellen van kandidaten voor de vervulling van de vacature. Vervolgens
gaat de Kamer over tot de benoeming van een Voorzitter».
De verkiezing geschiedt volgens de procedure voor stemming over personen,
zoals geregeld in de artikelen 74 t/m 83 van het Reglement, zoals dat ook
nu reeds het geval is. Dit betekent onder meer dat de eerste stemming (zie
artikel 79) een vrije stemming is. Stemmen uitgebracht op niet-leden zijn
uiteraard ongeldig. Het Presidium ziet geen reden om ook stemmen op niet kandidaat
gestelde leden als ongeldig te laten beschouwen, al was het maar om rekening
te houden met de situatie dat geen kandidaten worden gesteld en de Kamer toch
een Voorzitter zal moeten benoemen.
Ook voor de procedure van kandidaatstelling acht het Presidium geen nadere
bepalingen nodig, met name is er geen reden schriftelijke kandidaatstelling
voor te schrijven.
De tweede vergadering van de Kamer zal ingevolge de nieuwe reglementsbepaling
twee agendapunten hebben, te weten :
1. Gelegenheid tot het stellen van kandidaten voor het voorzitterschap
en
2. Benoeming van een Voorzitter.
Het stellen van kandidaten kan en zal waarschijnlijk gebeuren in het kader
van een debat.
De Voorzitter,
Bukman
De Griffier,
De Beaufort