25 437
Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, enige andere wetboeken en enige wetten (opheffing algemeen bordeelverbod)

nr. 10
AMENDEMENT VAN HET LID BIESHEUVEL

Ontvangen 19 januari 1999

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In de considerans wordt na «enige wetten te wijzigen;» ingevoegd: dat het voorts wenselijk is de bedrijfsmatige exploitatie van prostitutie aan een vergunning te binden;.

II

Na artikel VI worden twee nieuwe artikelen ingevoegd, luidende:

ARTIKEL VIA

In de Gemeentewet wordt na artikel 174a een nieuw artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 174b

1. Het bedrijfsmatig geven van gelegenheid tot het verrichten van seksuele handelingen met een derde tegen betaling is slechts toegestaan voor zover dit krachtens een vergunning van de burgemeester bij gemeentelijke verordening is toegestaan.

2. De verordening, bedoeld in het eerste lid, bevat in ieder geval voorschriften met betrekking tot antecedententoetsing, gedragseisen, bedrijfsvoering, arbeidsomstandigheden en vreemdelingentoezicht.

ARTIKEL VIB

In artikel 1, onder 4°, van de Wet op de economische delicten wordt in de alfabetische rangschikking ingevoegd:

de Gemeentewet, artikel 174b, eerste lid;.

Toelichting

Ingevolge dit amendement is bedrijfsmatige exploitatie van prostitutie slechts toegestaan indien daartoe een vergunning op grond van een gemeentelijke verordening is verleend. Dat betekent dat de gemeente die deze exploitatie mogelijk wenst te maken een verordening zal moeten vaststellen. De verordening bevat in ieder geval voorschriften met betrekking tot antecedententoetsing, bedrijfsvoering en arbeidsomstandigheden. Het voeren van een prostitutiebedrijf in een gemeente waar geen verordening is vastgesteld en waar derhalve een dergelijk bedrijf niet is toegestaan, wordt gekwalificeerd als economisch delict (overtreding).

Heeft de gemeente wel een verordening gemaakt dan kan de sanctie op overtreding in die verordening worden geregeld.

Met het hier geïntroduceerde begrip «bedrijfsmatig» in plaats van «in een daartoe bestemde inrichting», wordt beoogd escortbedrijven onder de werking van de wet te doen vallen. Hierdoor wordt voorkomen dat illegale prostitutie-activiteiten buiten de werkingssfeer van de wet in escortbedrijven gaan plaatsvinden. Voor het bereiken van de hoofddoelstellingen van deze wet is het bedrijfsmatige karakter van de activiteiten meer bepalend dan de plaats waar de seksuele handelingen worden verricht.

Gezien het bijzondere karakter van de bedrijfstak, waarbij legale en illegale activiteiten vaak nauw verweven zijn, is het onwenselijk indien de wetgever zou volstaan met een ongeclausuleerde opheffing van het bordeelverbod. Analoog aan de wet op de kansspelen had een «Wet op het prostitutiebedrijf» voor de hand gelegen. Nu niet voor deze constructie is gekozen, past het niet in de systematiek van de wet hiervoor bij amendement alsnog te kiezen. Om die reden worden in het tweede lid van het nieuw te introduceren artikel 174b minimumeisen gesteld waaraan de gemeentelijke verordening, bij ontbreken van een landelijke regeling, in ieder geval moet voldoen. Daarom is de bepaling opgenomen dat de gemeentelijke verordening in ieder geval bepalingen bevat met betrekking tot antecedententoetsing, gedragseisen, bedrijfsvoering, arbeidsomstandigheden en vreemdelingentoezicht.

Indien dit amendement wordt aangenomen, wordt in het opschrift «opheffing algemeen bordeelverbod» vervangen door: opheffing algemeen bordeelverbod en invoering vergunningstelsel voor bedrijfsmatige prostitutie.

Biesheuvel

Naar boven