25 435
Vervreemding aandelen Schiphol

nr. 11
BRIEF VAN HET PRESIDIUM

Aan de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 december 2005

Het Presidium legt hierbij het verzoek van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat bij brief van 24 november 2005 aan u voor om in te stemmen met het voorstel voor een contra-expertise van twee onderzoeksrapporten over de vervreemding van aandelen van Schiphol door twee externe onafhankelijke deskundigen en het daarvoor benodigde budget van € 25 000 excl. BTW (zie bijlage 1). De commissie is van mening dat deze werkzaamheden nog dit najaar kunnen aanvangen en ongeveer een week in beslag zullen nemen.

Het Presidium stelt u voor om in te stemmen met dit voorstel onder de voorwaarde dat binnen het voorgestelde tijdsbeslag in ieder geval wordt ingegaan op enerzijds de plausibiliteit van de vooronderstellingen en anderzijds de kwaliteit van de analyse van de gehanteerde vooronderstellingen, en daarvoor een budget van € 25 000 excl. BTW ter beschikking te stellen.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,

F. W. Weisglas

De Griffier van de Tweede Kamer der Staten-Generaal,

J. E. Biesheuvel-Vermeijden

Aan het Presidium

Den Haag, 24 november 2005

Binnen de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat bestaat de behoefte aan een verificatie van het van de zijde van de minister van Financiën verkregen onderzoek van zakenbank Lazard over de vervreemding van aandelen van Schiphol (28 165 nr. 26) en van het onderzoek van financieel adviesbureau Sequoia, dat bij brief van 4 oktober door het lid Haverkamp aan de commissie is aangeboden, over datzelfde onderwerp.

De commissie is op dit moment onvoldoende in staat deze twee onderzoeken te vergelijken en een oordeel te vellen over dit dossier en heeft de behoefte aan ondersteuning door onafhankelijke deskundigen om het beschikbare dossier te verifiëren.

De commissie wil voor deze verificatie de expertise inschakelen van twee externe deskundigen en vraagt hiervoor een budget van € 25 000 exclusief BTW.

Graag vragen wij uw toestemming

Doel verificatie

Op 30 juni 2005 heeft een meerderheid van de Kamer ingestemd met het voorstel van het Kabinet om een minderheidsbelang in de NV luchthaven Schiphol (NVLS) te vervreemden.

In het debat rond het privatiseringsvoornemen werd uitgebreid stilgestaan bij de wijze van vervreemding. Er werden twee methoden van vervreemding geïdentificeerd, te weten een beursgang en een onderhandse plaatsing, en voor- en nadelen van beide methoden kwamen aan bod. De minister van Financiën is daarop verzocht de wijze van aandelenvervreemding nader te analyseren.

De minister heeft de internationale zakenbank Lazard verzocht een onderzoek uit te voeren naar de beide vervreemdingsmethoden. Dit onderzoek heeft geleid tot het rapport Schiphol Group Privatisations Options, dat op 31 augustus 2005 door de minister van Financiën aan de Tweede Kamer is aangeboden.

Tijdens de procedurevergadering van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat van 21 september 2005 is de brief van de minister van Financiën aangehouden. Leden van verschillende fracties hebben toen de behoefte geuit om het onderzoek van Lazard aan een contra-expertise te onderwerpen. Daarbij is uitdrukkelijk aangegeven dat geen behoefte bestaat aan nieuw onderzoek, maar wel aan een beoordeling van de geldigheid en de betrouwbaarheid van het onderzoek, zoals dat aan de Kamer is gestuurd.

Op 4 oktober is door het lid Haverkamp bij brief het rapport Presentation Regarding Schiphol Group van het financieel adviesbureau Sequioa aan de commissie aangeboden. Dit rapport geeft andere onderzoeksresultaten met betrekking tot de vervreemding van de aandelen Schiphol dan het rapport van Lazard. Tijdens de procedurevergadering van 5 oktober heeft de commissie aangegeven ook het rapport van Sequoia bij de contra-expertise te willen betrekken.

De minister van Financiën wijst bij brief van 21 oktober op de mogelijkheid van een «dual track» proces en zet in zijn brief van 15 november nader uiteen hoe een «dual track» voor de verkoop van aandelen Schiphol zou kunnen plaatsvinden. Een «dual track» proces houdt een gelijktijdige voorbereiding van een beursgang èn een onderhandse plaatsing in. Afhankelijk van de te verwachten opbrengsten wordt in de eindfase van het proces dan een keuze gemaakt voor een van beide vervreemdingswijzen. De Minister wijst op de complexiteit van een«dual track» proces en benadrukt dat hij het niet goed mogelijk acht om tijdens een éénmaal ingezet «dual track» proces hierover nog tussentijds met de Kamer te overleggen of aanpassingen te plegen. Ook zal bij een «dual track» proces de minister de definitieve keuze voor een vervreemdingswijze maken, de transactie afronden en daarover achteraf verantwoording afleggen.

Het feit dat de minister beide vervreemdingswijzen mogelijk acht, en de door hem voorstelde procedure tijdens het «dual track» proces, bevestigen het belang van een zorgvuldige afweging door de Kamer. Daarom acht de commissie een verificatie van het onderzoek van Lazard en van Sequoia raadzaam. In de procedurevergadering van de commissie van 22 november is besloten om naar aanleiding van de uitkomsten van de verificatie een hoorzitting te houden met betrokken partijen, waaronder Lazard en Sequoia, zodat daarna goed overleg met de minister van Financiën gevoerd kan worden door de Kamer.

Een oriënterende verkenning van de Nederlandse expertise op het terrein van aandelenvervreemding heeft geleerd dat er ten aanzien van de vervreemding van aandelen Schiphol twee invalshoeken zijn:

1. Finance: deze invalshoek betreft de vraag hoe met de vervreemding van aandelen de grootste opbrengst kan worden gegenereerd, en of de betreffende sommen kloppen.

2. Governance: bij deze invalshoek gaat het om de zeggenschap en wie aan welke touwtjes trekt en mag trekken.

Zowel het onderzoek van Lazard als dat van Sequoia gaan in op beide invalshoeken. Echter, de twee onderzoeken leveren dusdanig verschillende onderzoeksresultaten op, dat de commissie hierop een contra-expertise door een onafhankelijke partij wenst om inzicht te krijgen in de geldigheid en de betrouwbaarheid van beide onderzoeken en om de gehanteerde veronderstellingen te toetsen.

Meer specifiek wil de commissie op het gebied van de twee invalshoeken finance en governance antwoord krijgen op de volgende vragen:

1. Met betrekking tot finance:

– Wat is de realiteitswaarde van de in de onderzoeken gestelde uitkomsten en opbrengsten?

– Op welke veronderstellingen zijn deze uitkomsten gebaseerd en zijn deze reëel?

2. Met betrekking tot governance:

– In hoeverre bieden de beide onderzoeken handvatten voor de Kamer, waar het gaat om de invloed van de Staat op het beleid van Schiphol na vervreemding van de aandelen?

– In hoeverre zijn de daarbij gehanteerde veronderstellingen reëel?

Deze vragen zijn leidend voor de verificatie. Daarnaast wenst de commissie van de deskundigen te vernemen, welke randvoorwaarden gelden en welke valkuilen kunnen optreden bij beide vervreemdingswijzen, voor zover de deskundigen op grond van hun expertise zich daarover kunnen uitspreken. De uitkomst van de verificatie zal, in het licht van de twee onderliggende onderzoeken, een oordeel opleveren over de twee wijzen van aandelenvervreemding.

Uitvoering van de verificatie

De commissie stelt voor twee onafhankelijke deskundigen op het gebied van beursgangen en vervreemding van aandelen in te schakelen. Deze personen werken onafhankelijk van elkaar aan advisering over zowel finance en governance. Een double check, dubbele toets, door twee experts waarborgt de kwaliteit van de advisering en is in het licht van de grote financiële belangen die hier spelen geen overbodige investering. Dergelijke kennis is binnen de commissie of binnen de kamerorganisatie in onvoldoende mate aanwezig. Momenteel wordt gezocht naar twee deskundigen op dat vlak, die beschikbaar zijn om de verificatie uit te voeren. De kandidaten, die door leden van de commissie zijn aangedragen, zullen in het zoekproces naar geschikte deskundigen worden meegenomen.

De kosten die hiermee gemoeid zijn, bedragen naar verwachting €25 000 exclusief BTW. Deze kosten kunnen ten laste worden gebracht van het onderzoeksbudget van de Tweede Kamer.

De bevindingen van de verificatie zullen worden neergelegd in een openbaar document aan de commissie en zullen deel uit kunnen maken van de verdere beraadslagingen.

Voorstel

Het voorstel is de opdracht voor contra-expertise te verlenen aan twee onafhankelijke deskundigen op het gebied van beursgangen en vervreemding van aandelen.

De werkzaamheden deze deskundige kunnen aanvangen in het najaar van 2005 en zullen ongeveer 1 week beslaan. De inhoudelijke begeleiding en afstemming van de werkzaamheden zal gebeuren door het Onderzoeks- en Verificatiebureau van de Tweede Kamer in samenwerking met de staf van de commissie.

De voorzitter van de vaste commissie voor Verkeer en Waterstaat,

Atsma

Naar boven