25 422 Opwerking van radioactief materiaal

Nr. 221 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 april 2018

In het AO van 20 december jl. (Kamerstuk 25 422, nr. 215) en andere debatten heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over verschillende zaken en moties. Hierbij stuur ik uw Kamer de toegezegde informatie.

a) Nederlandse nucleaire installaties

Nuclear Research and Consultancy Group (NRG) Petten – Ontmanteling Lage Flux Reactor (LFR)

Bij de brief van 14 september 20171 is uw Kamer geïnformeerd over de ontmanteling van de LFR. Inmiddels is de reactor afgevoerd. Het overige radioactieve afval is uit de LFR-hal verwijderd. De Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS) heeft de hal radiologisch vrijgegeven, waarna de sloop van de LFR-hal is gestart. De verdere ontmanteling verloopt volgens planning en zal naar verwachting in 2019 voltooid worden. De LFR is eind 2017 tevens verwijderd van de officiële kernreactorenlijst van het Internationaal Atoomenergieagentschap (IAEA).

NRG Petten – Ontmantelingsplan Hoge Flux Reactor (HFR) ingediend

NRG is als vergunninghouder verplicht te beschikken over een geactualiseerd ontmantelingsplan en bijbehorende financiële zekerheidstelling. NRG heeft het ontmantelingsplan van de HFR binnen de door de ANVS gestelde termijn in december 2017 ter goedkeuring ingediend. Voor de beoordeling van het ontmantelingsplan door de ANVS geldt een periode van zes maanden. Bij goedkeuring van het geactualiseerde ontmantelingsplan dient NRG de financiële zekerheidstelling voor de kosten van de buitengebruikstelling en ontmanteling te actualiseren en ter goedkeuring bij de Minister van Financiën en mij in te dienen.

Kerncentrale Borssele – Eindrapport Operational Safety Review Team (OSART)

In de brieven van 1 mei 20152, 14 september 20173 en 12 december 20174 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de OSART-missie bij de kerncentrale Borssele uitgevoerd door het IAEA in 2014, en de daaropvolgende follow-up missies. Als bijlage bij deze brieven zijn aan u tevens de rapporten van de missie en het eerste deel van de follow-up missie toegezonden. De follow-up missie is opgesplitst in twee delen. In het eerste deel in december 2016 heeft het IAEA met name gekeken naar de aanpak van de aanbevelingen ten aanzien van de technische aspecten van operationele veiligheid. In het tweede deel in november 2017 heeft het IAEA gekeken naar de aanbevelingen op het gebied van management en veiligheidscultuur en tevens naar de stand van zaken aangaande de verbeterpunten die bij de eerste follow up-missie nog niet volledig konden worden afgesloten.

Het definitieve OSART-eindrapport inclusief de resultaten van het tweede deel van de follow-up missie is als bijlage aan deze brief toegevoegd5. Het IAEA is tevreden over de verandering inzake veiligheidscultuur en leiderschap bij de Elektriciteits Produktiemaatschappij Zuid-Nederland (EPZ) en heeft geconstateerd dat alle 22 aanbevelingen en 7 van de 8 suggesties zijn afgesloten. De ANVS ziet erop toe dat de enige openstaande suggestie (het updaten van enkele procedures voor buiten-ontwerp ongevallen) conform planning medio 2018 wordt afgerond.

b) Informatievoorziening nucleaire veiligheid

Veiligheidsregio’s – Informatievoorziening

In het AO van 20 december jl. heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de rol van de veiligheidsregio in de informatievoorziening bij een incident of stillegging van een nabijgelegen kerncentrale. Ik ben voornemens de voorzitters van de veiligheidsregio’s in de grensregio uit te nodigen voor een bijeenkomst waarin de mogelijkheden zullen worden besproken om verdere afspraken te maken over de voorbereiding betreffende stralingsongevallen, waarbij ook informatievoorziening wordt meegenomen. Daarnaast ontwikkelt de ANVS samen met België en Duitsland initiatieven om de informatie over incidenten in buitenlandse kerncentrales voor de omwonenden sneller en begrijpelijker beschikbaar te maken. Deze informatie zal op de ANVS-website beschikbaar zijn.

Motie Beckerman-Wassenberg6 – Onderzoek naar het opzetten van een landelijke website voor informatie over nucleaire veiligheid

In januari jl. heeft uw Kamer een motie van de leden Beckerman en Wassenberg aangenomen waarmee de regering wordt verzocht om onderzoek te doen naar de mogelijkheid een landelijke site op te zetten waar alle actuele informatie betreffende binnenlandse en buitenlandse kerncentrales en kernreactoren, als ook benodigde informatie ten aanzien van rampenplannen op één centrale plek terug zijn te vinden. Ter uitvoering van de motie heb ik de ANVS gevraagd de mogelijkheden te onderzoeken.

De ANVS heeft een ingang aangemaakt op haar website, genaamd «Nucleaire crisis of stralingsongeval», met als doel het beter toegankelijk en begrijpelijk maken van haar website over storingen in de Nederlandse nucleaire inrichtingen.7 Deze teksten zijn geschreven op toegankelijk taalniveau en worden ondersteund door animaties. De ingang bevat informatie over onder meer kernreactoren in Nederland, verwijzingen naar kernreactoren in omringende landen, informatie over nucleaire veiligheid en de risico’s van de kernreactoren. Ook wordt verwezen naar informatie van de veiligheidsregio’s zoals informatie over rampen- en crisisbeheersing, waaronder rampbestrijdingsplannen, risicokaarten en risicoprofielen. Tevens geeft de pagina informatie over wat straling is en doet, wat de overheid doet en wat men zelf kan doen bij een kernongeval.

c) Buitenlandse kerncentrales

Kerncentrale Tihange – Reactie op rampenscenariorapport van Institute für Sicherheits- und Risikowissenschaften (ISR)

In het AO van 20 december jl. heb ik toegezegd een reactie te geven op het rapport van het ISR van de Weense Universität für Bodenkultur. Over deze studie is in november 2016 onrust ontstaan in Limburg. De studie is gedaan in opdracht van de stadsregio Aken. De vraag aan het ISR was om een ruwe schatting te geven van de mogelijke radiologische gevolgen voor de stad Aken, als gevolg van een reactor-falen van Tihange 2. De studie heeft geleid tot het rapport «Mögliche radiologische Auswirkungen eines Versagens des Reaktordruckbehälters des KKW Tihange 2».

Naar aanleiding van dit rapport is de vraag gesteld of het desbetreffende rapport een scenario presenteert dat tot nu toe ten onrechte over het hoofd is gezien in relatie tot de veiligheid in Nederland. Dit is niet het geval. De studie postuleert dat het reactorvat van de betrokken kerncentrale zal falen vanwege de daarin aanwezige waterstofvlokken. Daarbij wordt het uitgebreide internationaal technisch-wetenschappelijk onderzoek genegeerd op basis waarvan de FANC heeft geconcludeerd dat dit binnen de huidige voorziene gebruiksduur niet zal gebeuren. Vervolgens neemt het rapport een emissie aan van enorme omvang waarbij geen rekening gehouden wordt met de in de kerncentrale aanwezige veiligheidssystemen om deze emissie te voorkómen indien er toch een reactor-falen zou optreden. Daardoor heeft het in het rapport geschetste beeld van de gevolgen van een kernongeval onvoldoende realiteitsgehalte om van toegevoegde waarde te kunnen zijn voor de voorbereiding in Nederland op een onverhoopt kernongeval. De Belgische en Duitse nucleaire toezichthouders hebben het rapport tevens beoordeeld en ook zij constateren dat het ISR-rapport niet van toegevoegde waarde is bij de voorbereiding op een kernongeval.

d) Financiële zekerheidsstelling

Kerncentrale Borssele en Hoger Onderwijs Reactor – Financiële zekerheidstelling goedgekeurd

De vergunninghouders van kernreactoren zijn wettelijk verplicht tot het stellen van financiële zekerheid voor de dekking van de kosten van de buitengebruikstelling en ontmanteling van kernreactoren. De Minister van Financiën en ik beoordelen de wijze waarop deze financiële zekerheid wordt gesteld. De financiële zekerheidstellingen worden elke vijf jaar geactualiseerd of binnen een kortere termijn als de omstandigheden hier aanleiding voor geven.

In 2017 hebben de vergunninghouders van kerncentrale Borssele en de Hoger Onderwijs Reactor, respectievelijk EPZ en de TU Delft, een geactualiseerde financiële zekerheidstelling ter goedkeuring ingediend op basis van een geactualiseerde kostenraming. Bij de beoordeling hiervan is rekening gehouden met onder meer de opties van de hoogambtelijke werkgroep «Nucleair Landschap» om de financiële zekerheidstelling aan te scherpen.8

Beide geactualiseerde financiële zekerheidstellingen zijn op 29 maart 2018 goedgekeurd. EPZ heeft financiële zekerheid gesteld voor de ontmantelingskosten door het instellen van een fonds dat is ondergebracht in een stichting. Op de gelden in deze stichting rust sinds de in 2012 goedgekeurde financiële zekerheidstelling een eerste pandrecht ten gunste van de Staat. Dit betekent dat in het geval van faillissement deze gelden beschikbaar blijven voor de ontmanteling. Een belangrijke wijziging is dat EPZ op grond van de geactualiseerde financiële zekerheidstelling het doelvermogen in het fonds versneld opbouwt waardoor extra zekerheid wordt gegeven en een ruimere marge wordt opgebouwd voor kostentegenvallers.

De TU Delft heeft financiële zekerheid gesteld voor de ontmantelingskosten door het vestigen van een recht van hypotheek op enkele van haar panden. Ten behoeve van de actualisering zijn de panden opnieuw getaxeerd en is het hypotheekrecht afgestemd op de geactualiseerde kostenraming inclusief onzekerheden. Daarnaast geldt voor beide vergunninghouders dat de kosten voor het afvoeren van splijtstof, voor zover nog aanwezig op het moment van buitengebruikstelling, en de kosten voor premies voor aansprakelijkheidsverzekering (WAKO) in de financiële zekerheidstelling zijn opgenomen.

e) Raad van Advies

ANVS – Raad van Advies

Mijn voorganger heeft uw Kamer in de brief van 18 april 20179 geïnformeerd over de voorbereiding van de ANVS voor het instellen van een Raad van Advies ter invulling van de motie van het lid Van Veldhoven.10 Deze raad heeft als taak de ANVS op onafhankelijke wijze gevraagd of uit eigen beweging te adviseren over aangelegenheden die verband houden met de taken van de ANVS. Op 17 april jl. is de Raad van Advies bestaande uit zes leden ingesteld. Ir. D.M. Samsom is benoemd tot voorzitter van de raad. De raad is samengesteld uit onafhankelijke deskundigen uit binnen- en buitenland. Zij beschikken over expertise op het gebied van nucleaire veiligheid, stralingsbescherming, beveiliging, toezicht en handhaving, en openbaar bestuur. Enkele leden beschikken bovendien over relevante internationale ervaring.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer


X Noot
1

Kamerstuk 25 422, nr. 206

X Noot
2

Kamerstuk 25 422, nr. 121

X Noot
3

Kamerstuk 25 422, nr. 206

X Noot
4

Kamerstuk 25 422, nr. 209

X Noot
5

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
6

Kamerstuk 25 422, nr. 216

X Noot
8

Kamerstuk 25 422, nr. 203

X Noot
9

Kamerstuk 25 422, nr. 187

X Noot
10

Kamerstuk 25 422, nr. 168

Naar boven