25 422 Opwerking van radioactief materiaal

Nr. 188 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 april 2017

Hierbij informeer ik u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, over de uitkomsten van de zevende toetsingsconferentie van het Verdrag betreffende nucleaire veiligheid (Convention on Nuclear Safety: CNS).

Bij deze brief treft u aan de (Engelstalige) documenten «Country Review Report of the Netherlands» (bijlage 1)1 en het «Summary Report» (bijlage 2)2, waarin respectievelijk de bevindingen over Nederland en de conclusies van de gehele toetsingsconferentie zijn opgenomen.

In mijn brief van 6 september 2016 (Kamerstuk 25 422, nr. 155) heb ik u geïnformeerd over de CNS en het Nederlandse rapport dat toen is ingediend. Aan de conferentie die van 27 maart tot en met 7 april 2017 bij het Internationale Atoomenergieagentschap (IAEA) in Wenen plaatsvond, hebben ca. 900 deskundigen uit 77 verdragslanden deelgenomen. Bij de opening benadrukte de Directeur-Generaal van het IAEA, de heer Yukiya Amano, het belang van de CNS en de verantwoordelijkheid van de nationale regeringen voor het opzetten en in stand houden van een robuuste infrastructuur voor regelgeving en toezicht op het gebied van de nucleaire veiligheid en beveiliging en het belang van internationale samenwerking.

Opzet en doel van de toetsingsconferentie

De conferentie heeft als doel een goede collegiale toetsing (peer review) door actieve participatie in de discussies. In de eerste week hebben de landen, verdeeld over zeven parallelle landengroepen, de nationale rapporten (ingediend in 2016), aangevuld met actuele informatie, aan elkaar gepresenteerd en bediscussieerd.

Tijdens deze conferentie is voor het eerst per land een rapport («Country Review Report») vastgesteld, waarin onder meer de aan het betreffende land toegekende uitdagingen (Challenges), aanbevelingen (Suggestions), goede prestaties (Areas of Good Performance) en goede praktijken (Good Practices) zijn vermeld.

Daarnaast is de status van de uitdagingen en suggesties van de vorige toetsingsconferentie in dit document opgenomen. De IAEA heeft de lidstaten aanbevolen dit rapport openbaar te maken.

In plenaire vergadering zijn in de tweede week de resultaten van de eerste week gepresenteerd en daaruit zijn gemeenschappelijke aandachtspunten vastgesteld waarover op de komende conferentie in 2020 moet worden gerapporteerd.

Daarnaast zijn in de tweede week een aantal specifieke onderwerpen besproken zoals:

  • Uitdagingen bij de wereldwijde toepassing van de lessen van Fukushima

  • De implementatie Weense Verklaring inzake Nucleaire Veiligheid uit 2015

Conclusies

NEDERLAND

De bespreking en de discussie van de Nederlandse rapportage en presentatie zijn goed verlopen. Alle uitdagingen («challenges») en aanbevelingen («suggestions») van de vorige (6e) toetsingsconferentie zijn afgerond en 4 nieuwe uitdagingen en 3 goede prestaties («areas of good performance») zijn benoemd (zie het Country Review Report). De nieuwe uitdagingen zijn herkenbaar en door Nederland zelf in de presentatie over het Nationaal Rapport naar voren gebracht.

Nederland heeft actief deelgenomen aan de toetsingsconferentie en heeft een bijdrage geleverd aan het succes ervan, mede door een voorzitter en een rapporteur te leveren voor het werk in landengroepen. Dit heeft ook het aanzien en het internationale netwerk van de Nederlandse nucleaire autoriteit versterkt.

ALGEMEEN

Niet eerder was de participatie van de verdragslanden aan de toetsingsconferentie, inclusief het indienen van een Nationaal Rapport zo groot.

Uit deze Nationale Rapporten en de presentaties blijkt dat in de afgelopen 3 jaar sinds de vorige toetsingsconferentie een groot aantal maatregelen ter verbetering van de veiligheid zijn doorgevoerd. Dit geldt ook voor Nederland.

Over het geheel van de conferentie zijn aan de 77 deelnemende landen 188 Areas of Good Performance, 4 Good Practices, 228 Challenges en 55 Suggestions toegekend. Over de Challenges en Suggestions moeten de desbetreffende landen de volgende keer rapporteren. Het aantal Nederlandse bevindingen zit rond het gemiddelde per land. De ANVS zal een analyse maken van deze bevindingen om te zien welke leerpunten eruit kunnen worden afgeleid.

Stand van zaken van de uitdagingen uit de 6e toetsingsconferentie op basis van de lessen van het ongeval in Fukushima

Om deze uitdagingen het hoofd te bieden zijn goede voorstellen gedaan, die vooral neerkwamen op het meer en beter gebruikmaken van bestaande mechanismes, zoals internationale ervaringsuitwisseling waaronder peer reviews, delen van good practices, gebruikmaken van regionale of reactorspecifieke kennisuitwisselingplatforms en toepassing van IAEA standaarden. Voor Nederland is dit een voorzetting en versterking van de al gangbare werkwijze.

Implementatie van de Weense Verklaring inzake Nucleaire Veiligheid

De meeste landen, waaronder Nederland, verwachten de Weense Verklaring probleemloos te kunnen implementeren. In toekomende toetsingsconferenties zal opnieuw over de invulling worden gerapporteerd en gesproken. De lidstaten stelden vast dat het IAEA inmiddels de drie principes van de Verklaring (dit zijn: a. in het ontwerp van nieuwe reactoren de lozingen bij ernstige ongevallen sterk beperken; b. principe a. toepassen in redelijkheid bij bestaande reactoren; c. IAEA standaarden toepassen in het nationale regelstelsel) heeft verwerkt in haar standaarden op het niveau van te stellen eisen en dat in de komende tijd meerdere richtlijnen zullen worden aangepast om te beschrijven hoe aan deze eisen kan worden voldaan. In Nederland zullen de aangepaste standaarden gelden als toetsingskader voor de komende tienjaarlijkse veiligheidsevaluatie van de kerncentrale Borssele (2021–2023).

Belangrijke gemeenschappelijke thema’s van de 7e toetsingsconferentie

De conferentie heeft de volgende gemeenschappelijke thema’s vastgesteld (zie voor details het summary report):

  • Versterking van het toezicht op veiligheidscultuur van de vergunninghouders en de veiligheidscultuur van de bevoegde autoriteiten zelf.

  • Blijven uitnodigen van internationale Peer Reviews bij de nucleaire installaties en bij de autoriteiten zelf, en rapporteren over de uitkomsten ervan in het kader van de CNS; de belasting hiervan op de organisaties in goede banen leiden door een betere coördinatie.

  • Een infrastructuur voor regelgeving en toezicht die aan de eisen van de CNS voldoet, inclusief onafhankelijkheid van de bevoegde autoriteit zoals in Nederland met de oprichting van het zelfstandig bestuursorgaan ANVS wordt gerealiseerd, blijft in diverse lidstaten een uitdaging.

  • Gestructureerd kennismanagement en lange termijn analyse en planning van de gewenste competenties, inclusief de bijbehorende financiering, worden gezien als sleutelelementen voor een toekomstbestendige bevoegde autoriteit.

  • De levering van installatie onderdelen kent momenteel veel uitdagingen, vanwege veroudering, niet meer leverbare reserveonderdelen, fraude, beschikbaarheid van bedrijven die bereid zijn zich te laten kwalificeren als nucleaire leverancier en strenge eisen.

  • Het steeds ouder worden van reactoren leidt tot allerlei uitdagingen met betrekking tot de veiligheidsanalyses bij het proces van levensduurverlenging, zeker als er omvangrijke veiligheidsverbeteringen noodzakelijk zijn.

  • In het kader van de voorbereiding op noodsituaties wordt continuering van de aandacht voor harmonisatie van maatregelen en samenwerking met de buurlanden benadrukt, alsmede het rekening houden met externe gebeurtenissen.

  • De consultatie van en communicatie met stakeholders en publiek is van belang bij het behouden van vertrouwen. Transparante en juiste informatie tijdens ongevallen is essentieel in deze tijd van snelle verspreiding van mogelijk verkeerde informatie via de sociale media.

  • Verdere versterking van de weerbaarheid tegen cyber security incidenten om de nucleaire veiligheid blijvend te borgen

Het zijn bekende onderwerpen, waaraan Nederland al inspanningen levert. In de komende periode zal de ANVS een nadere analyse uitvoeren om na te gaan waar nog aanvullende actie nodig is. In 2019 zal hierover worden bericht aan het IAEA en uw Kamer middels het nationale rapport dat wordt opgesteld in het kader van de volgende toetsingsconferentie.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven