25 422 Opwerking van radioactief materiaal

Nr. 143 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU EN VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 maart 2016

Hierbij berichten wij u over hoe door ons uitvoering wordt gegeven aan de moties van het lid Van Tongeren (Kamerstuk 25 422, nr. 129) en Jan Vos en Van Tongeren (Kamerstuk 25 422, nr. 131), ingediend bij het Verslag Algemeen Overleg Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming op 17 december 2015 (Handelingen II 2015/16, nr. 39, item 8).

In de moties wordt de regering verzocht om te onderzoeken wat er nodig is om voldoende reserves te vormen voor het ontmantelen van de kerncentrale Borssele (motie van het lid Van Tongeren) en om met de N.V. Elektriciteits-Productiemaatschappij Zuid-Nederland (EPZ) in overleg te treden en te bewerkstelligen dat het amoveringsfonds adequaat gevuld wordt (motie van de leden Jan Vos en Van Tongeren).

Verplichting tot zekerheidstelling

EPZ heeft, als vergunninghouder van een kernenergiecentrale, de verplichting om financiële zekerheid te stellen voor de dekking van de kosten die voortvloeien uit het buiten gebruik stellen en het ontmantelen van de kerncentrale (artikel 15f van de Kernenergiewet, Kew).

Het doel van de verplichting om financiële zekerheid te stellen is te zorgen dat de vergunninghouder op het moment dat de centrale buitengebruik wordt gesteld en ontmanteld over voldoende middelen beschikt om de kosten hiervan te dragen. Hiermee moet worden voorkomen dat de kosten voor rekening komen van de belastingbetaler. De vergunninghouder wordt op deze wijze verplicht om tijdig te beginnen met het opbouwen van voldoende middelen om de ontmanteling te kunnen bekostigen.

De financiële zekerheid wordt gesteld in een of meer van de volgende vormen (artikel 15f Kew):

  • a. een borgtocht of een bankgarantie;

  • b. het deelnemen aan een daartoe ingesteld fonds dat naar het oordeel van Onze genoemde Ministers voldoende waarborg biedt dat de in het eerste lid bedoelde kosten zijn gedekt;

  • c. het treffen van enige andere voorziening die naar het oordeel van Onze genoemde Ministers voldoende waarborg biedt dat de in het eerste lid bedoelde kosten zijn gedekt.

De wijze van financiële zekerheidstelling moet door ons (Minister van Infrastructuur en Milieu en Minister van Financiën) worden goedgekeurd. De aanvraag tot het stellen van financiële zekerheid dient ten minste elke vijf jaar te worden geactualiseerd op grond van het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen (art. 29 en 44b).

Actualisering zekerheidsstelling

In maart 2012 hebben de Ministers van Economische Zaken en van Financiën de door EPZ aangegeven zekerheid voor de ontmantelingkosten van de kerncentrale Borssele goedgekeurd. In de aanvraag om goedkeuring van de financiële zekerheidstelling heeft EPZ aangegeven hoe zij het benodigde doelvermogen voor de ontmanteling zal gaan bereiken.

Het doelbedrag zal op basis van de gestelde zekerheid op 31 december 2031 beschikbaar zijn. Daarbij is er vanuit gegaan dat de kerncentrale op 31 december 2033 sluit, zoals bepaald in de Kernenergiewet (artikel 15a, lid 1).

Conform de Kernenergiewet, het Besluit kerninstallaties, splijtstoffen en ertsen en de Regeling buitengebruikstelling en ontmanteling nucleaire inrichtingen dienen het ontmantelingplan en de financiële zekerheidstelling ervan regelmatig te worden geactualiseerd. Deze actualisering moet volgens het Besluit iedere vijf jaar plaatsvinden. Reden hiervoor is dat zowel de ingeschatte ontmantelingkosten, die in de toekomst liggen, als de groei van de spaarpot met onzekerheden zijn omgeven. Dit houdt in dat EPZ in 2016 een geactualiseerd ontmantelingplan zal moeten indienen ter goedkeuring van de Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming (ANVS). Op basis van dit goedgekeurde en geactualiseerde ontmantelingplan worden de kosten van de ontmanteling herberekend en zal EPZ er zorg voor moeten dragen dat zij opnieuw een door ons goedgekeurde financiële zekerheidstelling heeft.

Huidige situatie aangaande de vergunninghouder

Recent heeft de media meerdere malen bericht over de financiële positie van energiebedrijf Delta. Delta is grootaandeelhouder van EPZ. Wij hebben contact met EPZ om te bezien of dit gevolgen heeft voor de huidige financiële zekerheidstelling en blijven de ontwikkelingen volgen. Indien in de toekomst blijkt dat de verplichtingen die voortkomen uit wet- en regelgeving niet worden gerealiseerd, zal overleg plaatsvinden over te nemen stappen. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan uw moties.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Naar boven