25 420
Uitkomsten Programma Beheer en Interdepartementaal beleidsonderzoek natuurbeheer

nr. 17
VERSLAG VAN EEN ALGEMEEN OVERLEG

Vastgesteld 21 mei 1999

De vaste commissie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij1 heeft op 28 april 1999 overleg gevoerd met staatssecretaris Faber van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij over:

– de brief d.d. 7 april 1999 van de staatssecretaris van LNV inzake evaluatie natuur-, bos- en landschapsbeleid en de nieuwe nota Natuur (LNV-99–349);

– de brief d.d 15 april 1999 van de staatssecretaris van LNV inzake het programma Beheer.

Van het overleg brengt de commissie bijgaand beknopt verslag uit.

Vragen en opmerkingen uit de commissie

Mevrouw Swildens-Rozendaal (PvdA) meende dat van het feit dat er twee regelingen zijn – een voor natuurbeheer voor particulieren en een voor agrarisch natuurbeheer – onbedoeld de suggestie uit kan gaan dat de inzet van de beheerders verschillend wordt gewaardeerd. De regeling natuurbeheer richt zich op gebieden waar instandhouding en ontwikkeling van natuurwaarden voorop staat, terwijl de regeling agrarisch natuurbeheer ontwikkeling en beheer van natuur en bos wil stimuleren op gronden waar uitoefening van landbouwactiviteiten blijvend voorop staat. Bij de eerste regeling is sprake van een vergoeding op basis van gemiddelde genormeerde werkelijke kosten, bij de tweede van inkomensderving. In beide gevallen gaat het om productie van natuurwaarden. Ook agrariërs willen natuur produceren; daartoe moeten ze worden gestimuleerd. Daarbij moet positieve terminologie worden gebruikt en moet niet worden gesproken over inkomensderving.

De methodiek van monitoring en controle zal nog nader worden besproken met de betrokken organisaties. Wanneer kan dat monitoringsprogramma gereed zijn? Kan de staatssecretaris al een tipje van de sluier oplichten?

De doelpakkettensystematiek is vereenvoudigd. Het was mevrouw Swildens echter niet duidelijk of er ook pluspakketten voor agrarisch beheer komen en of er bij agrarisch beheer ook gestapeld mag worden.

Mevrouw Swildens was het eens met de jaarlijkse aanpassing van de subsidies aan inflatie. De gemeenten komen nu, als wordt voldaan aan een aantal voorwaarden, in aanmerking voor 100% beheersubsidie. Kan de staatssecretaris reageren op de klacht van de Vereniging van boseigenaren, namelijk dat de gemeenten ook geld willen hebben voor de openstelling van het terrein voor recreatie? Zij vroeg verder waarom de toeslag van f 35 per hectare voor kosten voor overhead en dergelijke in een aparte regeling komt. Zij ging ervan uit dat die regeling gelijk in werking treedt met de andere regelingen.

Mevrouw Swildens was het ermee eens dat voor de functieverandering een contract voor 30 jaar wordt gesloten en voor de overige subsidiabele activiteiten een contract voor 6 jaar. Zij vond het echter strijdig met de continuïteitsgedachte indien beheerders waarmee zo'n contract is afgesloten geen voorrang krijgen boven nieuwe aanvragers.

Er moeten goede afspraken worden gemaakt met de provincies. De basis is het provinciaal meerjarenprogramma. Wanneer krijgt de Kamer formeel het landelijk meerjarenprogramma? Dat is al jaren geleden toegezegd. De Tweede Kamer moet kunnen toetsen hoe het in de praktijk wordt uitgewerkt.

Mevrouw Swildens vond het goed dat er zoveel mogelijk bos wordt gecreëerd, ook buiten de begrenzingsgebieden, maar te veel bos is ook niet de bedoeling. De openheid van het landschap moet ook gewaarborgd worden. Zij was van mening dat aankoopplicht nodig is als vangnet, maar ook voor het voorkomen van versnippering en voor het creëren van grote eenheden ten behoeve van beheer.

Het overgangsbeheer in reservaatsgebieden kan worden voortgezet als de natuurdoelstellingen worden bereikt of er kan eenmalig worden verlengd en dan wordt er daarna een beheersubsidie gegeven op basis van de regeling natuurbeheer. Pachters kunnen echter niet omzetten, die kunnen geen functiewijziging tot stand brengen of verkopen aan terreinbeherende organisaties, zo dat nodig mocht zijn, omdat het doel niet wordt bereikt. Verder is onduidelijk of het ook voor eigenaren geldt, als zij hun einddoel hebben bereikt. In de brief wordt namelijk alleen gesproken over pachters. Het probleem van de negatieve pacht in reservaten is ook niet opgelost. In de toelichting op artikel 30 van de regeling agrarisch natuurbeheer staat dat de subsidie ook voor pachters geldt. In de brief van de staatssecretaris wordt echter geen antwoord gegeven op de vraag of ook subsidie mogelijk is voor pachters in reservaten.

Het landschapsbeheer is in beide regelingen goed geregeld. De stichting Landschapsbeheer Nederland, een coördinatie- en kenniscentrum, moet echter kunnen rekenen op een structurele financiering, aangezien men meerjarenafspraken moet kunnen maken.

De aanbevelingen in de evaluatie van het natuur-, bos- en landschapsbeleid en in het rapport van de Raad voor het landelijk gebied «Natuurbeleid dat verder gaat... advies over voortgang en vernieuwing van natuurbeleid», sluiten aardig aan bij de beleidsagenda kracht en kwaliteit. De economische, de sociaal-culturele en de fysiek ruimtelijke aspecten zullen in de nota Vitaal platteland met elkaar worden verbonden. Het erkennen van de economische waarde van natuur is een motivatie om daar middelen voor vrij te maken. Het Rijk houdt echter de eindverantwoordelijkheid voor het natuurbeleid. De natuur heeft naast een recreatieve en belevingswaarde en een economische waarde, een eigen intrinsieke waarde. Daarom moeten behoud, herstel en ontwikkeling van biodiversiteit krachtig bevorderd worden. Daar zijn internationaal afspraken over gemaakt. Uit de evaluatie blijkt dat het zeer treurig is gesteld met die biodiversiteit en met het totstandkomen van grote aaneengesloten gebieden en dat de problematiek van verdroging niet voldoende is opgelost. Biodiversiteit is echter een randvoorwaarde voor het leven op aarde.

De heer Passtoors (VVD) vroeg of als het gaat om de negatieve pacht een wijziging van de Pachtwet noodzakelijk is.

Natuurmonumenten schreef in een fax aan de heer Passtoors onder andere dat de basisvergoeding ook wordt uitgekeerd als de beheerder de beheersmaatregelen niet heeft uitgevoerd. Dat kan toch niet de bedoeling zijn? De maatregelen zullen toch daadwerkelijk moeten zijn genomen.

Het normkostensysteem is de basis voor de regeling natuurbeheer. Dat betekent toch dat de natuurdoelen ten minste kostendekkend beheerd kunnen worden en dat de gewenste natuurkwaliteit gerealiseerd kan worden? In artikel 7 van de regeling natuurbeheer is een subsidieplafond vastgesteld. Dat zal toch niet inhouden dat er jaar in jaar uit gediscussieerd moet worden over de vraag of er nog wel geld is om verder te gaan met het contract?

In artikel 11 wordt gesproken over verplichtingen op grond van een ander wettelijk voorschrift. De heer Passtoors nam aan dat daar onder andere de OZB bij thuis hoort. Het schijnt overigens voor te kunnen komen dat een eigenaar en gebruiker van agrarische grond aanvankelijk niet OZB-plichtig zijn, maar dat dat door omvorming naar natuur opeens wel het geval is. Zijn daar oplossingen voor?

Als de BBL gronden beschikbaar stelt en verkoopt ten behoeve van natuur of aankoopt ten behoeve van derden, komen kleine particulieren daar dan ook voor in aanmerking?

In de evaluatie van het NBL-beleid wordt geconcludeerd dat er sprake is van wisselend succes. Verder wordt gezegd dat het belangrijk is dat er een draagvlak is, maar dat dat, als het gaat om het bereiken van het doel, wat in de knel komt. Het gaat dan om de biodiversiteit, de kwaliteit van natuur en landschap en de identiteit van het landschap. De heer Passtoors hoopte dat de staatssecretaris kans ziet daar in het NBL21 richting aan te geven. Het Bosschap is van mening dat de evaluatie zeer onvolledig is en derhalve bezwaarlijk een basis kan zijn voor het bosbeleid in het NBL21. Hun conclusie is dat de evaluatie feitelijk niet aan de daaraan te stellen eisen voldoet. Wat vindt de staatssecretaris van die conclusie? Is het uitgangspunt van NBL21 om het huidige vastgestelde bosbeleidsplan, dat al 5 jaar loopt, maar dat feitelijk was vastgesteld voor 30 jaar, in stand te houden? Of is de staatssecretaris op basis van de evaluatie van mening dat er wat anders moet gebeuren?

De natuur in Nederland kan eigenlijk niet zonder beheer. De heer Passtoors is echter van mening dat als er natuur is of wordt gemaakt, daar geen groot hek omheen gezet mag worden. Natuur moet toegankelijk zijn, uiteraard niet altijd en niet overal, maar de mensen moeten daadwerkelijk kunnen genieten van de natuur. Als er zich in de natuurgebieden dieren bevinden, moet uiteraard het welzijn van die dieren aan de orde zijn. Een gesloten ecosysteem kan echter niet in Nederland. Daarom moet er wat aan worden gedaan, want de dieren mogen niet verkommeren.

Mevrouw Augusteijn-Esser (D66) was van mening dat de regelingen snel uitvoerbaar moeten zijn. Zij duidde daarbij met name op de administratieve verplichtingen op het gebied van uitvoering en verantwoording. Hierover moeten afspraken worden gemaakt. Verder moeten de provincies en het Rijk, als het gaat om de natuurdoeleinden, toetsbare kwantitatieve en kwalitatieve tussendoelen vaststellen. Hoe en op welke termijn denkt de staatssecretaris de motie van mevrouw Augusteijn op dit punt uit te voeren? Hoe gaat de staatssecretaris toetsen op samenstelling en uitvoering van die provinciale natuurdoelen? Het is belangrijk dat de Kamer jaarlijks een evaluatie krijgt, waarin wordt gerapporteerd over de vaststelling van natuurdoeleinden, de uitvoering van regelingen en de voortgang. Daarnaast moet er een tweejaarlijkse rapportage plaatsvinden omtrent de realisatie van de beleidsdoelen en de natuurdoelen.

Mevrouw Augusteijn was van mening dat er nu afspraken moeten worden gemaakt over tussendoelen als het gaat om de natuurdoeleinden. Een nieuwe notitie met een concrete invulling van de plannen zag zij dan ook graag tegemoet. Zij had begrepen dat waterleidingbedrijven die een bepaald natuurgebied beheren geen subsidie meer krijgen. Is de staatssecretaris op de hoogte van de gevolgen die dat kan hebben voor het realiseren van de natuurdoeleinden?

Gaat het wel voldoende goed met de ecologische hoofdstructuur? Mevrouw Augusteijn had een motie ingediend waarin wordt gevraagd het aantal hectaren natuur in de komende periode uit te breiden. Hoe gaat de staatssecretaris uitvoering geven aan die motie? Hoe verhoudt de corridorbenadering zich overigens met de uitvoering van de ecologische hoofdstructuur? Zal er niet sprake zijn van een grote versnippering, waardoor met name de verbindingszones onder druk komen te staan?

Er zijn twee doelen die de strijd met elkaar aangaan. Wanneer men komt tot vernatting van bepaalde bosgebieden wordt dat getoetst aan de vogel- en de habitatrichtlijn. Dan blijkt dat het ene natuurdoel het andere natuurdoel lelijk in de weg kan zitten. Kan de staatssecretaris daar nadere informatie over geven?

Indertijd is in de Kamer een motie over de rietmaaivergoeding aangenomen, maar die is pas per 1 januari 1999 ingevuld. Mevrouw Augusteijn had begrepen dat de regeling nog steeds incidenteel is. De bedoeling van de Kamer was echter dat er een structurele subsidie zou komen.

Mevrouw Vos (GroenLinks) vroeg of de toeslag van f 35 per hectare die aan de corporaties wordt toegekend om de taken te verrichten, voldoende is. De staatssecretaris wil dat verder via de nota Vitaal platteland regelen, maar het is van belang om daar nu al duidelijkheid over te bieden, aangezien mensen hier vrij snel mee aan de slag moeten.

Mevrouw Vos had begrepen dat de staatssecretaris in Brussel aandacht zal vragen voor het verschil in fiscale behandeling van agrarisch natuurbeheer en het overige natuurbeheer. Zijn er mogelijkheden om die meer gelijk te trekken? Weet de staatssecretaris overigens al hoe Brussel gaat reageren op de regelingen zoals die nu voorliggen? Hoe verhouden deze regelingen zich tot de kaderverordening die binnenkort uit zal komen in Europees verband met betrekking tot de rurale ontwikkelingsplannen? Is de staatssecretaris van plan om bij de implementatie van deze regeling structureel en regelmatig overleg te voeren met betrokkenen, zodat men kan kijken of het wel loopt zoals men wil?

Er zijn nogal wat administratieve verplichtingen, waaraan iedereen straks zal moeten voldoen. Het gaat daarbij om contractering, monitoring en verantwoording van de doelen. Hoe zal de staatssecretaris ervoor zorgen dat het een werkbare regeling wordt?

Mevrouw Vos had zorgen over het financiële verschil tussen de basispakketten en de pluspakketten. Voor de uitvoering van het pluspakket krijgt men meer dan voor de uitvoering van het basispakket. Is de prikkel voor de uitvoering van een pluspakket echter niet te gering? Zullen de moeilijke natuurdoelen wel gerealiseerd worden? Wat zal de staatssecretaris doen als blijkt dat die onvoldoende gerealiseerd worden? De normkostenregeling natuur is naar beneden bijgesteld. Werkt dat wel? Het is nu al niet kostendekkend. Zal dit niet ten koste gaan van de kwaliteit?

Het is van belang dat de provincies en het ministerie zo snel mogelijk voor de hele ecologische hoofdstructuur vastleggen welke natuurdoelen er zijn en hoever men is met het realiseren daarvan. Mevrouw Vos zou graag willen dat de staatssecretaris helder weergeeft hoe zij de toetsende rol van het ministerie vorm wil geven als het gaat om de realisatie van de doelen. Is zij van plan om bijvoorbeeld te zorgen dat er jaarlijks een rapportage komt, waarin helder wordt wat de stand van zaken is en in hoeverre de ambities bereikt zijn? Komt daar dan ook in te staan hoe de staatssecretaris zal ingrijpen als de doelen onvoldoende bereikt worden?

Er is nu een experimentenregeling voor onder meer Waterland. Bij een werkbezoek had mevrouw Vos begrepen dat men daar zorgen heeft of die regeling niet op een te vroeg moment stop wordt gezet.

Er is door de evaluatie van het natuur-, bos en landschapsbeleid meer helderheid gekomen. Het lijkt alsof men enigszins op schema zit, maar de vraag is of men in 2018 zal zijn waar men wil zijn. Dat geldt met name voor de realisatie van de grote eenheden van de ecologische hoofdstructuur. Wat kan de staatssecretaris extra inzetten om te zorgen dat de doelen worden gehaald? Hoe werkt het huidige instrumentarium? Dat komt in de evaluatie onvoldoende uit de verf.

De staatssecretaris heeft ideeën gelanceerd voor nieuwe instrumenten. Zo heeft zij gevraagd of er niet een soort regionale heffing zou moeten komen, zodat provincies in staat zijn om meer aan hun natuurdoelstellingen te doen. Mevrouw Vos vroeg of een voorkeursrecht voor provincies zou moeten worden overwogen als het gaat om aankoop van gronden voor natuur en voor de ecologische hoofdstructuur. Het leek haar goed als de staatssecretaris wat meer helderheid geeft over het nieuwe type instrumenten die wellicht nodig zijn om de doelstelling van de ecologische hoofdstructuur te realiseren. Verder is het natuurlijk een kwestie van geld.

Mevrouw Vos meende dat het goed zou zijn om straks, als dat nieuwe NBL-beleid er is, te kijken hoe dat zich verhoudt tot het programma Beheer. Zij nam aan dat dat zal gebeuren. De vraag is of dat wellicht kan leiden tot wijzigingen in het programma Beheer. Verder vond zij de interactieve beleidsontwikkeling een goede zaak. Het realiseren van natuur in Nederland gebeurt via een groen poldermodel. Wil de staatssecretaris die ambities in het nieuwe natuurbeleid weergeven?

De heer Rietkerk (CDA) vroeg of de stimuleringsbijdrage van f 35 niet kon worden verhoogd.

De uitvoeringstermijn van het structuurschema loopt tot 2018. De pachters die gebruik maken van het overgangsbeheer kunnen nu om een verlenging met twaalf jaar vragen. De heer Rietkerk vond echter dat zij de termijn moeten kunnen verlengen tot 2018. Verder miste hij de budgetten voor de landschapspakketten. Voorts vroeg hij of er wellicht niet te veel papier is en er te veel ambtenaren zijn die op kleine details meesturen en er te weinig geld is voor het feitelijke beheer. Kan de expertise die aanwezig is niet beter ingezet worden voor monitoring en kwaliteitstoetsing, zodat de staatssecretaris in het beginstadium wat minder ambtelijke kosten heeft?

In Friesland en Overijssel vragen actieve corporaties om hulp. Zij moeten samen met gemeenten en provincies een kwaliteitsslag maken, maar zij weten niet hoe zij dat moeten doen. De heer Rietkerk zou graag willen dat er via een werkbezoek kennis wordt genomen van de praktijk en dat vervolgens de discussie in de Kamer zal worden gevoerd, zodat de voorlopers voorlopers kunnen blijven en hun ervaringen door kunnen geven aan andere gebieden in Nederland.

Uit het stuk blijkt dat de operatie budgettair neutraal moet verlopen. Daarom zijn de normkosten ook naar beneden bijgesteld. Het extra geld dat bij de begroting ter beschikking is gesteld voor agrarisch natuurbeheer zou echter voor een extra impuls moeten kunnen zorgen. Hoe verhoudt dat zich tot elkaar?

De heer Rietkerk was blij met de toezegging dat de fiscale mogelijkheden onderzocht worden. Daar is een commissie van Financiën en LNV mee bezig. Is dat een nieuwe commissie? Is er naast financiële expertise voldoende inhoudelijke expertise? Denkt de staatssecretaris dat Brussel deze regelingen zal goedkeuren?

Het leek de heer Rietkerk goed als de Kamer jaarlijks een meerjarenprogramma krijgt, waarin de relatie tussen doelen en kwaliteit en middelen in beeld wordt gebracht. De provincies zouden daarbij kunnen helpen.

De heer Rietkerk was blij dat in het pakket een structurele regeling is opgenomen van f 335 per hectare voor de rietcultuur. Het is winst dat de pachters daar ook voor in aanmerking komen. Voor overjarig riet is f 160 per hectare beschikbaar. Dat pakket zal echter niet werken. Kan dat geld niet beter gebruikt worden voor andere zaken? Voor veenmosrietland is f 1661 per hectare beschikbaar. Iedereen gaat nu waarschijnlijk zijn best doen om onder dat pakket te vallen. Wie beoordeelt dat? Wat gebeurt er als mensen het niet met de beslissing eens zijn? Mocht deze regeling per 1 januari 2000 niet van kracht zijn in Brussel, kan er dan in december een regeling liggen, die het gat voor de rietmaaivergoeding opvult?

De heer Rietkerk was van mening dat in de evaluatie van het NBL-beleid een te positief beeld wordt geschetst. Hij vroeg of hij dat te somber ziet of dat zijn beeld wellicht op enige realiteit is gebaseerd. De ecologische hoofdstructuur wordt met de huidige budgetten niet op tijd gehaald. Bovendien gaan de grondprijzen met 20% of 30% omhoog. Dat betekent dat er iets moet gebeuren of dat de ambitie niet wordt gehaald. Hij wilde vasthouden aan het goede concept van de ecologische hoofdstructuur. Dat betekent dat een mogelijk nieuwe bezuiniging op landinrichting niet aan de orde moet zijn, want dan wordt het helemaal niet gehaald.

Kan de staatssecretaris aangeven wat de doorwerking van Europese richtlijnen voor de begrensde gebieden betekent? De heer Rietkerk noemde hierbij als voorbeeld de nitraatrichtlijn.

Antwoord van de staatssecretaris

De staatssecretaris merkte op dat haast is geboden, aangezien de regelingen op 1 januari 2000 vigerend moeten zijn. De Kamer wilde de regelingen eerst bespreken en daarom zijn de stukken nog niet naar Brussel gestuurd. Zij kon dan ook niet zeggen wat Brussel ervan zal vinden. De nieuwe regelingen van het programma Beheer zullen ter goedkeuring en voor het verkrijgen van een cofinanciering aan de Europese Commissie worden aangeboden. Bij de cofinanciering gaat het om de vraag hoe de Europese Commissie voorstellen voor nieuwe regelingen wil behandelen. Er is nog veel onduidelijk inzake de nieuwe EU-kaderverordening voor plattelandsontwikkeling, omdat de uitvoeringsverordening nog moet worden opgesteld. De Commissie heeft inmiddels wel duidelijk gemaakt dat zij strikt wenst vast te houden aan het uitgangspunt dat alle aanvragen voor cofinanciering vanuit de gemeenschap, worden beoordeeld binnen het kader van geïntegreerde rurale ontwikkelingsplannen. Zij ging ervan uit dat die plannen in november naar Brussel gezonden kunnen worden.

Er is een goede regeling overeengekomen voor de pachters in de reservaten. Er is geen sprake van negatieve pacht en daarom hoeft de Pachtwet niet aangepast te worden.

De milieucorporaties hebben een volwaardige plek gekregen in de regeling. In beide regelingen zijn twee artikelen opgenomen, waarmee de milieucorporaties uit de voeten zouden moeten kunnen. De staatssecretaris zegde toe de vinger aan de pols te zullen houden om te zien of dat daadwerkelijk zo is.

De vergoeding van f 35 per hectare ten behoeve van samenwerkingsverbanden, is totstandgekomen in de tijdelijke regeling agrarisch natuurbeheer. Dat was een onderhandelingsresultaat. In overleg met LTO is dat bedrag voor 2000 vastgesteld. Die vergoeding staat overigens los van de regeling programma beheer, want het valt in een andere financieringsstroom. Het is de bedoeling dat wordt bekeken of het later onder een andere regeling kan vallen. Dan zal ook worden bekeken of die f 35 genoeg is en of dat bedrag tot in lengte van jaren moet worden aangehouden. Het wordt bezien in de nota Vitaal platteland. Het is de bedoeling dat direct na de zomervakantie politieke besluitvorming plaatsvindt over de nota Vitaal platteland.

Er is veel ambtelijk overleg geweest. Dat heeft geresulteerd in de voorstellen zoals die er nu liggen en het bestuurlijk overleg dat de staatssecretaris op 29 maart met de betrokkenen heeft gevoerd. Over de hoofdlijnen bestaat nu overeenstemming.

De tarieven voor de BNL-pakketten zijn gebaseerd op de gemiddelde normkosten voor beheer. De verwachting is dat die tarieven voldoende hoog zijn. Natuurmonumenten is van mening dat de tarieven niet kostendekkend zijn, maar heeft daarvoor een specifieke invalshoek gekozen. De gemiddelde normkosten zijn echter berekend aan de hand van ervaringscijfers. Dus ook Natuurmonumenten zou het met dit bedrag moeten kunnen doen. Misschien is er een misverstand ontstaan omdat Natuurmonumenten in een brief zegt dat de normkosten naar beneden zijn bijgesteld. Dat is echter niet waar. De normkosten zijn aangepast aan de loonstijgingen. Ze zijn dan ook hoger dan in de conceptregelingen voor 1998. Er zijn extra middelen voor beleidsintensiveringen. Die beleidsintensiveringen staan los van de budgetneutraliteit van het programma Beheer. De staatssecretaris zegde toe de Kamer een financieel overzicht van het programma Beheer te geven.

In beginsel zitten er geen pluspakketten in de regeling voor agrarisch natuurbeheer. Er zitten echter verschillen in de pakketten die afgesloten kunnen worden. Een agrarisch natuurbeheerder die met een licht pakket begint, kan na zes jaar overgaan naar een zwaarder pakket. Dan krijgt hij een hogere vergoeding. Dat is dus een stimulans. Bij de evaluatie over drie jaar kan bekeken worden of dit systeem goed werkt of dat het anders moet.

Het feit dat er twee vergoedingsregelingen zijn, betekent niet dat er verschillend wordt gewaardeerd, maar dat er anders wordt gewaardeerd. Het zou, gezien de regelgeving in het Brusselse, bovendien lastig zijn om tot één regeling te komen. Daar wordt de komende jaren echter wel aan gewerkt. Dan wordt ook bekeken of de fiscale behandeling van agrarisch natuurbeheer kan worden veranderd. Dat kan dan eventueel leiden tot aanpassing van het stelsel.

Een belangrijk punt in de discussie betrof de doorwerking van het mineralenbeleid in het vergoedingenbeleid. Met de sector zal nog een jaar worden bekeken hoe dat uiteindelijk uitpakt.

De staatssecretaris kon nog niet aangeven hoe zij de monitoring gaat regelen. De expertise van grote terreinbeherende organisaties zal daar echter zeker bij worden betrokken. Op dit moment wordt verder bekeken hoe de uitvoeringskosten naar beneden kunnen worden gebracht. Of dat meteen al zal lukken, is zeer de vraag, aangezien er bij nieuwe regelingen vaak eerst sprake is van een piek in de uitvoeringskosten.

De biodiversiteit en de toename van het aantal hectaren areaal natuur vormen een onderdeel van het programma Beheer.

De staatssecretaris had een brief aan de Kamer geschreven over de kwantitatieve tussendoelen. Op dit moment voert zij overleg met de provincies om een overzicht te krijgen van de kwalitatieve tussendoelen. Zij zegde toe de Kamer daarover te informeren.

Uit de evaluatie van het NBL-beleid blijkt dat als het gaat om de ecologische hoofdstructuur een aantal zaken niet zo goed gaat en dat een aantal zaken wel redelijk goed gaat. Bij de grondverwerving ligt men nog steeds op schema. In de nieuwe nota Natuur, bos en landschap zal stil worden gestaan bij de uitvoering van de ecologische hoofdstructuur. In het regeerakkoord zijn berekeningen gemaakt voor de kwantitatieve doelstelling van de ecologische hoofdstructuur. Daarin is de stijging van de grondprijzen meegenomen. Als de grondprijzen nog meer gaan stijgen, zal een nieuwe afweging moeten worden gemaakt.

Het landelijk meerjarenprogramma wordt op dit moment opgesteld, tezamen met provinciale programma's. Het landelijk meerjarenprogramma zal waarschijnlijk in 2000 klaar zijn.

De regeling met betrekking tot de rietmaaivergoeding is formeel gezien een eenjarige regeling, maar die zal structureel worden gemaakt. De staatssecretaris kon niet toezeggen dat als er voor 1 januari een kink in de kabel komt met betrekking tot de regeling natuurbeheer, er in december een tijdelijke regeling ligt om het gat op te vullen. Er zal dan uiteraard wel opnieuw naar worden gekeken ten einde de continuïteit te waarborgen. Zij zegde toe de Kamer daar bij de behandeling van de begroting van LNV over te informeren. De staatssecretaris was druk bezig met de provincies om de natuurdoelen goed vast te stellen. Dat lukt redelijk goed. Het blijft echter lastig om de moeilijke natuurdoelen te realiseren. Met de systematiek van het programma Beheer zijn er echter genoeg prikkels om die doelen toch te realiseren. Mocht het echt een probleem zijn, dan moet dat over drie jaar bij de evaluatie goed worden bekeken en moeten de maatregelen worden veranderd. Zij ging er echter van uit dat ze wel zullen worden gerealiseerd.

Het budget voor de landschapspakketten zit in het totale budget voor beide regelingen. Over de besteding van het geld zal jaarlijks verantwoording worden afgelegd. Over drie jaar zal er een inhoudelijke evaluatie komen.

De staatssecretaris was op de hoogte van de situatie rond de waterleidingbedrijven. Er zijn waterleidingbedrijven die uitstekend voor hun natuurgebieden zorgen. Aangezien het een eigen verantwoordelijkheid is van de waterleidingbedrijven, is het de vraag of het Rijk daaraan mee moet betalen. Zij vond dat niet nodig.

Het omzetten van weilanden in natte gebieden kan strijdig zijn met de vogelrichtlijn. Die afweging zal moeten worden gemaakt. Als er goede argumenten voor zijn, zal men een stevig robbertje te vechten hebben in het Brusselse.

Over de corridors en de ecologische hoofdstructuur is intensief contact tussen de ministeries van VROM en LNV. Ook het ministerie van LNV ziet voordelen als het gaat om geplande corridorontwikkeling. Juist in een geplande corridorontwikkeling zouden de gebieden van de ecologische hoofdstructuur als parels kunnen worden aangewezen. Goede gebieden die deel uitmaken van de ecologische hoofdstructuur zouden dan zijn begrensd. Het is een optimistisch geluid, maar het zou mogelijk moeten zijn. De vraag is hoe dat in de vijfde nota op een zodanige wijze kan worden geregeld dat die garantie kan worden gegeven.

Er zijn mogelijkheden om het verwervingsbudget in te zetten voor particulier beheer. Verkoop aan kleine particuliere beheerders zit op dit moment echter niet in de plannen. Het zijn gronden die met rijksgelden zijn aangekocht. Het is zeer de vraag of die vervolgens moeten worden doorverkocht aan kleinere particulieren. Het zou met de provincies moeten worden bekeken, aangezien het ook met de begrenzing heeft te maken. Op dit moment vroeg de staatssecretaris zich af of het wel zo verstandig is, maar zij was graag bereid om daar in een later stadium nog eens naar te kijken.

De staatssecretaris gaf aan dat er uiteraard gewerkt zal worden aan kennisverspreiding. Dat kan op verschillende fronten. Met de provincies is overeengekomen dat die het initiatief nemen voor de uitwerking van de kennisinfrastructuur voor het programma Beheer. De stichting Landschapsbeheer zal daar zeker een rol in spelen.

De staatssecretaris zegde toe schriftelijk antwoord te zullen geven op de vraag van de heer Rietkerk over de doorwerking van de nitraatrichtlijn in de begrensde gebieden en op de vraag van de heer Passtoors over de OZB.

De voorzitter van de commissie,

Ter Veer

De griffier van de commissie,

Van Overbeeke


XNoot
1

Samenstelling: Leden: Van der Vlies (SGP), ondervoorzitter, Swildens-Rozendaal (PvdA), Ter Veer (D66), voorzitter, Witteveen-Hevinga (PvdA), Feenstra (PvdA), Poppe (SP), Van Ardenne-van der Hoeven (CDA), Duivesteijn (PvdA), Stellingwerf (RPF), M.B. Vos (GroenLinks), Augusteijn-Esser (D66), Klein Molekamp (VVD), O.P.G. Vos (VVD), Passtoors (VVD), Eisses-Timmerman (CDA), Th.A.M. Meijer (CDA), Hermann (GroenLinks), Geluk (VVD), Schreijer-Pierik (CDA), Atsma (CDA), Oplaat (VVD), Schoenmakers (PvdA), Waalkens (PvdA), Udo (VVD) en Herrebrugh (PvdA).

Plv. leden: Van Vliet (D66), Van Zuijlen (PvdA), Ravestein (D66), Zijlstra (PvdA), Albayrak (PvdA), Kant (SP), Mosterd (CDA), Bos (PvdA), Van Middelkoop (GPV), Van der Steenhoven (GroenLinks), Scheltema-de Nie (D66), Verbugt (VVD), Te Veldhuis (VVD), Cornielje (VVD), Buijs (CDA), Rietkerk (CDA), Karimi (GroenLinks), Kamp (VVD), Reitsma (CDA), Van Wijmen (CDA), Patijn (VVD), Dijksma (PvdA), Belinfante (PvdA), Voorhoeve (VVD) en De Boer (PvdA).

Naar boven