25 408
Voorstel van wet van het lid Oudkerk houdende wijziging van de Wet op de geneesmiddelenvoorziening

nr. 10
TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 26 augustus 1998

Het wetsvoorstel wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel A wordt vervangen door:

A

Artikel 13 wordt vervangen door:

Artikel 13

1. In dit artikel wordt verstaan onder «ziekenhuis»: een krachtens artikel 8a van de Ziekenfondswet als ziekenhuis toegelaten instelling.

2. In een ziekenhuis met meer dan een bij ministeriële regeling vast te stellen aantal bedden, bestemd voor opname van patiënten, is een apotheek gevestigd waarin de bereiding en aflevering van geneesmiddelen geschiedt door een in het register van gevestigde apothekers, bedoeld in artikel 14, ingeschreven apotheker die in dienst is van de rechtspersoon die het ziekenhuis in stand houdt.

3. De aflevering van geneesmiddelen ten behoeve van patiënten die zijn opgenomen in een krachtens artikel 8 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten als zodanig toegelaten psychiatrisch ziekenhuis, verpleeginrichting of zwakzinnigeninrichting, of in een ziekenhuis waarin geen apotheek is gevestigd, geschiedt door of onder toezicht van een apotheker die is ingeschreven in het register bedoeld in het tweede lid.

2. Onderdeel Aa vervalt.

3. Onderdeel B wordt vervangen door:

B

In artikel 31, eerste lid, onderdeel b, wordt «13, eerste en tweede lid,» vervangen door: 13.

B

Artikel II wordt vervangen door:

ARTIKEL II

Na de inwerkingtreding van deze wet berust de Beschikking van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid van 15 juli 1963, gepubliceerd in de Staatscourant van 15 juli 1963, nr. 48, op artikel 13, eerste lid, van de Wet op de geneesmiddelenvoorziening, zoals die na de inwerkingtreding van deze wet komt te luiden.

C

Na artikel IIa wordt een nieuw artikel IIb ingevoegd, luidende:

ARTIKEL IIB

Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport kan voor een bepaald ziekenhuis of voor bepaalde groepen van ziekenhuizen, al dan niet onder het stellen van voorwaarden, ontheffing verlenen van de in artikel 13, tweede lid, van de Wet op de geneesmiddelenvoorziening bedoelde verplichting tot het vestigen van een apotheek waarin de bereiding geschiedt.

D

In artikel III wordt «met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst» vervangen door: op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

TOELICHTING

Algemeen

De primaire beweegreden voor dit wetsvoorstel was om het mogelijk te maken dat ziekenhuisapotheken geneesmiddelen kunnen leveren buiten de muren. Op deze wijze kunnen ziekenhuizen leveren aan verpleeghuizen, maar ook aan patiënten die na opname onder controle blijven van een specialist. Omdat in de praktijk is gebleken dat het ook voorkomt dat een apotheker de geneesmiddelenvoorziening van een groot verpleeghuis verzorgt en dit ook mogelijk moet blijven om prikkels tot efficiënt en goedkoop werken te bevorderen, is gezocht naar een formulering waarbij dit mogelijk werd gemaakt. In de vorige nota van wijziging werd gemeend dat het laten vervallen van artikel 19 een oplossing zou bieden, er werd, mede naar aanleiding van de inbreng van de Kamer, vanuit gegaan dat het verbod op het werkzaam zijn in meer dan één apotheek het onmogelijk zou maken voor een stadsapotheker om een groot verpleeghuis van geneesmiddelen te voorzien. Een verpleeghuis van meer dan drie honderd bedden zou immers verplicht zijn een eigen apotheek en een apotheker in dienstverband te hebben. Met het laten vervallen van artikel 19 gebeurt er echter meer dan was beoogd: er dreigt dan ook het gevaar dat in een apotheek niet een verantwoordelijke eerste apotheker fysiek aanwezig hoeft te zijn, dit zou het wettelijk systeem waarin de verantwoordelijkheid over een apotheek aan de eerste apotheker wordt toegedeeld, overhoop halen.

Een betere oplossing is een onderscheid aan te brengen tussen ziekenhuizen enerzijds en verpleeghuizen, psychiatrische ziekenhuizen en instellingen voor verstandelijk gehandicapten anderzijds. Voor grotere verpleeghuizen wordt het dan mogelijk dat een «stadsapotheker» de geneesmiddelendistributie verzorgt. Verpleeghuis en apotheker kunnen hier afspraken over maken, waarbij de Kwaliteitswet zorginstellingen het bestuur van het verpleeghuis verantwoordelijk stelt voor een goede gang van zaken. In een ziekenhuis groter dan het vast te stellen aantal bedden is een ziekenhuisapotheek voor de aflevering van geneesmiddelen verplicht, en is het tevens verplicht een ziekenhuisapotheker in dienst te hebben. De verwachting is dat binnen afzienbare tijd een Algemene Maatregel van Bestuur op basis van de wet BIG zal worden vastgesteld. Hiermee zal het voeren van de titel van ziekenhuisapotheker worden erkend. Bovendien wordt zo gewaarborgd dat er voldoende ziekenhuisapotheken zijn waarin de opleiding tot ziekenhuisapotheker kan plaatsvinden.

Artikelgewijs

Artikel I

In dit artikel wordt onderscheid gemaakt tussen ziekenhuizen enerzijds en psychiatrische ziekenhuizen, verpleeghuizen en instellingen voor verstandelijk gehandicapten anderzijds. Een ziekenhuis met meer dan een bij ministeriële regeling vast te stellen aantal bedden moet beschikken over een eigen apotheek en een apotheker in dienstverband.

Artikel II

Hierbij gaat het om een aanpassing van de formulering.

Artikel IIb

Er bestaan een aantal samenwerkingsverbanden die een apotheek voeren voor meerdere ziekenhuizen en op die wijze de kwaliteit en doelmatigheid hebben vergoot. De huidige WOG maakt duidelijk dat het op zich ongewenst is om een beleid van ontheffingen te voeren. Het zou echter tegen de geest van deze wetswijziging ingaan om een kwalitatief goede en doelmatige geneesmiddelenvoorziening te beëindigen en deze ziekenhuizen nu te verplichten tot het hebben van een eigen apotheek voor de bereiding en aflevering. Dit zou ook grote investeringskosten met zich mee brengen. Ik kan mij voorstellen dat ook elders de voordelen van samenwerking groot kunnen zijn, om die reden dienen ontheffingen mogelijk te blijven. Daarbij blijft echter gewaarborgd dat een ziekenhuis met meer dan driehonderd bedden een ziekenhuisapotheker in dienst moet hebben en dat er een apotheek gevestigd moet zijn voor de aflevering van geneesmiddelen. De bereiding kan centraal geschieden, zodat het bij samenwerking tussen meerdere grote ziekenhuizen niet noodzakelijk is meerdere produktielijnen te onderhouden.

Artikel III

De inwerkingtreding van deze wet geschiedt via koninklijk besluit. Hiervoor is gekozen omdat niet precies is aan te geven hoeveel voorbereidingstijd het COTG nodig heeft.

Oudkerk

Naar boven