25 392
Wijziging van de Wet op de rechterlijke organisatie, het Wetboek van Strafvordering, de Politiewet 1993 en andere wetten (reorganisatie openbaar ministerie en instelling landelijk parket)

nr. 18
AMENDEMENT VAN HET LID KOEKKOEK

Ontvangen 25 maart 1998

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel GG, wordt artikel 128, zesde lid, vervangen door twee nieuwe leden, luidende:

6. Indien het betreft een aanwijzing tot het niet of niet verder opsporen of vervolgen, vraagt Onze Minister van Justitie daarover het oordeel van het gerechtshof, binnen het rechtsgebied waarvan aan de aanwijzing gevolg moet worden gegeven.

7. De aanwijzing, bedoeld in het zesde lid, verbindt eerst nadat zij door het gerechtshof is bevestigd, behalve indien in verband met de vereiste spoed het oordeel van het gerechtshof niet kan worden afgewacht. Indien in het laatstgenoemde geval het gerechtshof de aanwijzing niet bevestigt, trekt Onze Minister van Justitie de aanwijzing in.

Toelichting

Het amendement voorziet in controle van rechtswege door het gerechtshof op een aanwijzing om niet te vervolgen.

Koekkoek

Naar boven