nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet houdende
wijziging van de Ziekenfondswet in verband met de beëindiging van de
medeverzekering van WSF-gerechtigden.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
26 mei 1997
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om rechthebbenden
op studiefinanciering ingevolge hoofdstuk II van de Wet op de studiefinanciering
niet langer medeverzekerd te doen zijn in de ziekenfondsverzekering;
dat in verband daarmee artikel 4 van de Ziekenfondswet wordt gewijzigd;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
In artikel 4, tweede lid, onderdeel c, van de Ziekenfondswet wordt na
«worden onderhouden» toegevoegd: , tenzij het kind studiefinanciering
geniet ingevolge hoofdstuk II van de Wet op de studiefinanciering.
ARTIKEL II
1. Ten aanzien van een kind dat direct voorafgaand aan de inwerkingtreding
van deze wet studiefinanciering genoot ingevolge hoofdstuk II van de Wet op
de studiefinanciering worden artikel 4, tweede lid, onder c, van de Ziekenfondswet
en de daarop berustende bepalingen zoals deze luidden voor de inwerkingtreding
van deze wet toegepast, zolang dit kind ononderbroken die studiefinanciering
geniet.
2. Staking van de studie in de zin van artikel 10, vierde lid, van de
Wet op de studiefinanciering is geen onderbreking in de zin van het eerste
lid.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking met ingang van 1 augustus 1997.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,