nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER EN VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID,
WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Rijswijk, 20 mei 1997
Bij deze bieden wij u de nota «Thuiszorg en zorg thuis, kansen voor
de toekomst» aan. Gelijktijdig sturen wij u de «Verkenningen Ouderenzorg
1995–2010», die, naast de ten behoeve van de Modernisering Ouderenzorg
gevraagde doorrekening van scenario's, mede een cijfermatige onderbouwing
geven van de thuiszorgnota.
In het veld van de thuiszorg is veel in beweging. De thuiszorg heeft in
een betrekkelijk korte periode een aantal veelomvattende veranderingen ondergaan:
– De fusies tussen de voormalige instellingen voor kruiswerk en
gezinsverzorging tot thuiszorginstellingen kregen een nieuwe wettelijke basis
in de AWBZ, waarin via een AMvB per 1-1-1997 de nieuwe aanspraak «thuiszorg»
werd geregeld. Dat betekende voor de instellingen (en voor hun cliënten)
forse aanpassingen wat betreft werkwijze, inning van de eigen bijdragen en
administratie.
– Sinds 1989 loopt de huidige vereveningsoperatie, waarin op grond
van objectieve criteria het makrobudget voor de gezinsverzorging evenwichtig
wordt gespreid over de verzorgingsgebieden van de diverse regionaal werkende
thuiszorginstellingen.
– In 1994 werd enige marktwerking geïntroduceerd in het eerste
compartiment. Een klein gedeelte van het gegarandeerde budget voor de instellingen
werd vrijgegeven voor een vorm van marktwerking: verzekeraars konden daarmee
nieuwe aanbieders van thuiszorg contracteren.
– Een andere maatregel van beperkte omvang was de zogeheten knip:
een klein deel van het AWBZ-budget voor de thuiszorg werd ter beschikking
gesteld aan ziekenfondsen en particuliere verzekeraars ten behoeve van thuiszorg
aansluitend op en samenhangend met ziekenhuisverblijf.
– Per 1-1-1997 werd een nieuw systeem voor eigen bijdragen ingevoerd.
– Per 1-1-1997 is een systeem van onafhankelijke indicatiestelling
ingevoerd, waarbij 1997 als overgangsjaar geldt.
Dit alles heeft geleid tot problemen. Voor een deel zijn het louter technische
problemen, die horen bij het invoeren van nieuwe maatregelen. Aan een praktische
oplossing van deze technische problemen wordt op dit moment door overheid
en veld intensief gewerkt. De Kamer ontvangt nog deze maand de toegezegde
eerste voortgangsrapportage. De overige problemen, die van meer inhoudelijke
aard zijn, worden aangepakt via onderstaande beleidsmaatregelen.
Het Kabinet hecht grote waarde aan een goed functionerende thuiszorg.
De maatregelen voor de korte termijn zijn er dan ook op gericht allereerst
orde op zaken te stellen.
1. Volume
Gezien de snel toenemende vraag is besloten het budget voor thuiszorginstellingen
te verruimen. In 1996 werd incidenteel extra 30 miljoen gulden ingezet. In
1997 werd structureel 75 miljoen gulden toegevoegd aan het totale budget voor
de thuiszorg. In 1998 gaat het om een verhoging van zo'n drie procent, 103
miljoen gulden. Voorwaarde is dat de extra middelen rechtstreeks besteed worden
aan directe thuiszorg.
2. Marktwerking
Besloten is wat betreft marktwerking in de thuiszorg voorlopig een pas
op de plaats te maken. Bij beslissingen over verdere voortgang omtrent de
marktwerking zullen adviezen van de werkgroep Marktwerking, Deregulering en
Wetgevingskwaliteit een belangrijke rol spelen. Dat geldt ook voor de besluitvorming
over het scheiden van wonen en zorg in het kader van de Modernisering Ouderenzorg,
waardoor een geheel nieuwe ordening van de AWBZ zal ontstaan. Over het traject
scheiden wonen en zorg zal uiterlijk eind 1999 besluitvorming moeten plaatsvinden,
om tijdig in 2000 wettelijke maatregelen te kunnen voorbereiden met het oog
op implementatie per 1-1-2001, wanneer ook de Overgangswet Verzorgingshuizen
expireert.
Het kabinet heeft tegen die achtergrond besloten in principe geen nieuwe
thuiszorginstellingen toe te laten totdat de bovengenoemde besluitvorming
heeft plaatsgevonden. Dat geeft ook op korte termijn een zekere rust in deze
sector. De in de periode '94–'96 toegelaten 25 nieuwkomers kunnen, indien
zij aan de van toepassing zijnde voorwaarden voldoen, vanaf 1998 rekenen op
een basisbudget van 2,375 miljoen gulden per jaar.
3. De knip
De knip wordt thans door de Ziekenfondsraad geëvalueerd. Indien de
problemen die ons thans worden gemeld daarin worden bevestigd, kiezen wij
voor het afschaffen van de knip per 1-1-1998. Thuiszorg in het tweede compartiment
wordt dan beperkt tot ziekenhuisverplaatste zorg. Er zal nog nader worden
bezien op welke wijze de zogeheten intensieve thuiszorg wordt vormgegeven,
zodat deze aansluit op de situatie zoals die voor 1997 bestond.
4. Doelmatigheid
Om te komen tot meer doelmatigheid in de thuiszorg is, samen met de Landelijke
Vereniging voor Thuiszorg, een traject van benchmarking ingezet. Dat wil zeggen,
de zakelijke gegevens van een aantal instellingen worden met elkaar vergeleken,
en hieruit komt een profiel naar voren waaraan instellingen moeten voldoen.
Het COTG zal de resultaten verwerken in de richtlijnen die vanaf 1-1-1998
van toepassing zijn. Voorts wordt in de richtlijnen van het COTG
uitgegaan van budgetten, die gebaseerd zijn op daadwerkelijke (zorg)productieafspraken.
Indien sanering om doelmatigheidsredenen noodzakelijk is, zijn hiervoor
incidenteel extra middelen beschikbaar.
5. Arbeidsmarktbeleid
Tevens zijn een aantal maatregelen genomen of in voorbereiding om het
praktisch werken in de thuiszorg aantrekkelijker te maken. Door de Minister
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid worden stappen ondernomen teneinde te
bevorderen dat spoedig duidelijkheid ontstaat over het algemeen verbindend
kunnen verklaren van de CAO.
In de bijvoegde nota zijn tevens de hoofdlijnen van een toekomstvisie
neergelegd. Het gaat het Kabinet er weliswaar allereerst om dat een basis
gelegd wordt voor een rustiger en ordelijker ontwikkeling van de thuiszorg,
maar daarnaast zal, tegen de achtergrond van deze visie, in de komende periode
ook een aantal strategische keuzen moeten worden gemaakt.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. Borst-Eilers
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. G. Terpstra