nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen
in verband met de verruiming van de overgangsregeling ter zake van het toetsloon
in de vermindering onderwijs.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
20 mei 1997
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in de Wet
vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen de
overgangsregeling ter zake van het toetsloon in de vermindering onderwijs
te verruimen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
In de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen
wordt artikel 41 vervangen door:
Artikel 41
Met betrekking tot werknemers voor wie de arbeidsovereenkomst voorziet
in een hoger loon dan het toetsloon, zijn artikel 14, tweede lid, en artikel
40, tweede lid, tot en met 31 december 1997 niet van toepassing.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte
van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1
januari 1997.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Financiën,