nr. 1
KONINKLIJKE BOODSCHAP
Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Wij bieden U hiernevens ter overweging aan een voorstel van wet tot wijziging
van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 en de Wet op de loonbelasting 1964
in verband met een verhoging van de ouderenaftrek en de aanvullende ouderenaftrek.
De memorie van toelichting, die het wetsvoorstel vergezelt, bevat de gronden
waarop het rust.
En hiermede bevelen Wij U in Godes heilige bescherming.
's-Gravenhage
15 mei 1997
Beatrix
nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de ouderenaftrek
en de aanvullende ouderenaftrek in de inkomstenbelasting en de loonbelasting
met ingang van 1 juli 1997 en 1 januari 1998 te verhogen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der
Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en
verstaan bij deze:
ARTIKEL I
In artikel 53 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 worden
de volgende wijzigingen aangebracht.
1. In het zesde lid wordt «f 923» vervangen door: f 1293.
2. In het zevende lid wordt «f 1040» vervangen door:
f 1198.
ARTIKEL II
In artikel 20 van de Wet op de loonbelasting 1964 worden de
volgende wijzigingen aangebracht.
1. In het zesde lid wordt «f 923» vervangen door: f 1293.
2. In het zevende lid wordt «f 1040» vervangen door:
f 1198.
ARTIKEL III
In artikel 53 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 worden
de volgende wijzigingen aangebracht.
1. In het zesde lid wordt «f 1293» vervangen door: f 1663.
2. In het zevende lid wordt «f 1198» vervangen door:
f 1355.
ARTIKEL IV
In artikel 20 van de Wet op de loonbelasting 1964 worden de
volgende wijzigingen aangebracht.
1. In het zesde lid wordt «f 1293» vervangen door: f 1663.
2. In het zevende lid wordt «f 1198» vervangen door: f 1355.
ARTIKEL V
1. Indien deze wet in het Staatsblad wordt geplaatst op of voor 30 juni
1997 treden de artikelen I en II in werking op 1 juli 1997.
2. Indien deze wet in het Staatsblad wordt geplaatst na 30 juni 1997 treden
de artikelen I en II in werking op de eerste dag na plaatsing in het Staatsblad
en werken zij terug tot en met 1 juli 1997.
3. De artikelen III en IV treden in werking met ingang van 1 januari 1998.
4. Onze Minister van Financiën kan, in afwijking in zoverre van de
artikelen 25 en 26 van de Wet op de loonbelasting 1964, loonbelastingtabellen
en loonbelastingtabellen voor bijzondere beloningen vaststellen die van toepassing
zijn met ingang van een latere datum dan 1 juli 1997 waarin de ouderenaftrek
zodanig is verwerkt dat de toepassing van de ouderenaftrek tot een te laag
bedrag in de sinds 1 juli 1997 verstreken loontijdvakken zoveel mogelijk in
de nog niet verstreken loontijdvakken van het kalenderjaar ongedaan wordt
gemaakt. De vorige volzin is van overeenkomstige toepassing met betrekking
tot de aanvullende ouderenaftrek.
5. In afwijking van artikel 53, zesde lid, van de Wet op de inkomstenbelasting
1964 geldt voor het kalenderjaar 1997 in plaats van het bedrag van f 1293
een bedrag van f 1108.
6. In afwijking van artikel 53, zevende lid, van de Wet op de inkomstenbelasting
1964 geldt voor het kalenderjaar 1997 in plaats van het bedrag van f 1198
een bedrag van f 1119.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat
alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat,
aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Financiën,
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,