nr. 4
VERSLAG
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken1,
belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de
eer als volgt verslag uit te brengen. Onder het voorbehoud dat de hierin gestelde
vragen en gemaakte opmerkingen tijdig zullen zijn beantwoord, acht de commissie
de openbare behandeling van het wetsvoorstel genoegzaam voorbereid.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van
het wetsvoorstel.
Volgens de regering heeft het begrip «voogdij» in de Grondwet
een ruimere betekenis dan in het Burgerlijk Wetboek (BW). De leden van de
CDA-fractie vragen in hoeverre deze opvatting juist is. De voogdij over de
minderjarige Koning heeft immers betrekking op diens burgerrechtelijke belangen.
Daarmee is een publiek belang gemoeid, maar dat is geen reden om de voogdij
ruimer op te vatten dan in het burgerlijk recht. Wel dient de Grondwet de
grondslag te leggen voor een in verband met het koningschap van het Burgerlijk
Wetboek afwijkende regeling.
De leden van de CDA-fractie vragen of het niet merkwaardig is dat artikel
34 Grondwet wordt aangepast aan de nieuwe regeling van het BW. Ware de koninklijke
weg niet geweest om eerst de Grondwet te wijzigen en daarna het Burgerlijk
Wetboek aan te passen?
Genoemde leden vragen voorts of het nodig is de Raad die toeziet op voogdij
en ouderlijk gezag een plaats in de Grondwet te geven. Kan niet worden volstaan
met de toevoeging aan de voorgestelde eerste volzin van artikel 34: «en
het toezicht op voogdij en ouderlijk gezag», of, nog korter: «het
toezicht daarop»?
De leden van de GPV-fractie onderschrijven de wenselijkheid het constitutionele
begrip «voogdij» zoveel mogelijk in overeenstemming te brengen
met de betekenis van dit begrip in het Burgerlijk Wetboek. Ook stemmen zij
ermee in, dat in het bijzondere geval van de minderjarige Koning een Raad
wordt ingesteld die toeziet op voogdij en ouderlijk gezag.
Zij hebben echter behoefte aan nadere informatie over de voorgestelde
tekst van artikel 34. Deze tekst suggereert een ruime delegatiemogelijkheid
voor wat betreft de regeling van voogdij en ouderlijk gezag.
Deze leden nemen aan dat dit onverlet laat, dat de eventuele benoeming
van een voogd ook in de toekomst in beginsel bij wet zal gebeuren. Dit lijkt
deze leden voor de hand te liggen, omdat er een grote kans bestaat dat de
voogd tevens regent zal kunnen worden.
De genoemde leden vragen voorts of het niet logischer zou zijn in dit
artikel te spreken over het ouderlijk gezag en de voogdij, in plaats van omgekeerd,
omdat de voogdij in de nieuwe betekenis van het woord zich het minst vaak
zal kunnen voordoen.
De leden van de GPV-fractie vragen in hoeverre de regering delegatie geoorloofd
acht bij de regeling van de inrichting, samenstelling en bevoegdheid van de
Raad. Zullen de leden van de Raad bij de wet moeten worden benoemd of zal
kunnen worden volstaan met het aantal leden en het geven van een indicatie
van hun kwaliteiten?
Ten slotte vragen de leden van deze fractie of de beide in dit artikel
bedoelde wetten eerst tot stand zullen worden gebracht wanneer de mogelijkheid
van een minderjarige koning zich zal kunnen voordoen. Geldt het vereiste van
het beraadslagen en besluiten in verenigde vergadering voor beide wetten?
De voorzitter van de commissie,
De Cloe
De waarnemend griffier van de commissie,
Van Hezik
XNoot
1Samenstelling: Leden: Vacature VVD, V. A. M. van der Burg (CDA), Te Veldhuis
(VVD), Van der Heijden (CDA), De Cloe (PvdA), voorzitter, Janmaat (CD), Van
den Berg (SGP), Scheltema-de Nie (D66), ondervoorzitter, Apostolou (PvdA),
Kalsbeek-Jasperse (PvdA), Zijlstra (PvdA), Van der Hoeven (CDA), Remkes (VVD),
Gabor (CDA), Koekkoek (CDA), Nijpels-Hezemans (groep-Nijpels), Oedayraj Singh
Varma (GroenLinks), Hoekema (D66), Essers (VVD), Dittrich (D66), Dijksman
(PvdA), De Graaf (D66), Cornielje (VVD), Rouvoet (RPF) en Rehwinkel (PvdA).
Plv. leden: Korthals (VVD), Dankers (CDA), Van Hoof (VVD),
Bijleveld-Schouten (CDA), Liemburg (PvdA), Poppe (SP), Schutte (GPV), Jeekel
(D66), Van Heemst (PvdA), Noorman-den Uyl (PvdA), Feenstra (PvdA), Verhagen
(CDA), Van der Stoel (VVD), Mateman (CDA), Mulder-van Dam (CDA), Van Wingerden
(AOV), Rabbae (GroenLinks), Van Boxtel (D66), H. G. J. Kamp (VVD), Assen (CDA),
M. M. van der Burg (PvdA), Bakker (D66), Klein Molekamp (VVD), Leerkes (Unie
55+) en Van Oven (PvdA).