25 335
Wijziging van de Spoorwegwet ter implementatie van richtlijn nr. 95/18/EG en richtlijn 95/19/EG

nr. 13
NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 9 februari 1998

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

In artikel I, onderdeel A, wordt artikel 31, tweede lid, als volgt gewijzigd:

De zinsnede «Bij algemene maatregel van bestuur» wordt vervangen door: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur.

Toelichting

De wijziging voorziet in de mogelijkheid om in de algemene maatregel van bestuur de bevoegdheid om bepaalde onderwerpen te regelen aan de minister te delegeren. Naar verwachting zullen technische of gedetailleerde elementen van de regeling voor vaststelling van de gebruiksvergoeding frequent of met grote spoed gewijzigd moeten worden. Zo is het bijvoorbeeld denkbaar dat er op zeer korte termijn een wijziging in een voor de vaststelling van de vergoeding gebruikt rekenmodel nodig is in verband met ingebruikneming van een nieuw type trein. Dit vergt regeling bij algemene maatregel van bestuur van het feit dat er een rekenmodel gebruikt wordt en waaraan dat moet voldoen, en vaststelling van het model zelf door de minister. Tevens lijkt het bijvoorbeeld wenselijk om de hoogte van de vergoeding te kunnen wijzigen in verband met de prijsontwikkeling. Dit zou eenvoudig kunnen geschieden bij ministeriële regeling aan de hand van een in de algemene maatregel van bestuur aangewezen index.

Indien voor iedere kleine wijziging in verband met de uitvoering van het systeem van gebruiksvergoedingen altijd de gehele algemene maatregel van bestuur-procedure moet worden doorlopen met inbegrip van de voorhangtermijn is voorzienbaar dat er zich grote problemen in de uitvoering gaan voordoen,waardoor de regelgeving op detailpunten vrijwel continu verouderd zal zijn. Deze wijziging strekt ertoe het bij amendement van het lid Reitsma c.s. gewijzigde tweede lid zodanig te wijzigen dat in de algemene maatregel van bestuur bepaalde zaken ter regeling aan de minister kunnen worden overgelaten. Via de voorhang-procedure voor deze algemene maatregel van bestuur zal de Kamer altijd bemoeienis kunnen hebben met de bevoegdheden die aan de minister gedelegeerd worden.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink

Naar boven