25 333
Wijziging van de Huisvestingswet, de Woningwet en enige andere wetten in verband met de integratie van de woonwagen- en woonschepenregelgeving

nr. 11
AMENDEMENT VAN HET LID M. M. VAN DER BURG

Ontvangen 10 maart 1998

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

Artikel I, onderdeel B, punt 2, wordt als volgt gewijzigd:

A. In het derde lid wordt het jaartal «2003» vervangen door: 2005.

B. In het derde lid wordt na «een gemeenteraad van de in de bijlage genoemde betrokken gemeenten» ingevoegd: alsmede een gemeenteraad van een bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen gemeente waarin een tekort aan standplaatsen voor 1 januari 2005 dient te worden opgeheven.

C. Aan het derde lid wordt toegevoegd: dan wel in een krachtens dit lid aangewezen gemeente.

II

In artikel I, onderdeel C, wordt «in de in de bijlage genoemde betrokken gemeenten tot 1 januari 2003» vervangen door: tot 1 januari 2005 in de in de bijlage genoemde betrokken gemeenten, alsmede in de krachtens artikel 2, derde lid, aangewezen gemeenten,.

III

In artikel I, onderdeel E, wordt het jaartal «2003» vervangen door: 2005.

IV

In artikel I, onderdeel F, artikel 82, eerste lid, wordt het jaartal «2003» vervangen door: 2005.

V

In artikel VI, tweede lid, wordt na «een in de bijlage genoemde gemeente» ingevoegd: alsmede een krachtens artikel 2, derde lid, aangewezen gemeente.

Toelichting

Met dit amendement wordt beoogd het aantal gemeenten dat verplicht is om een huisvestingsverordening op te stellen niet te beperken tot deconcentratiegemeenten, maar uit te breiden met gemeenten waar zich een tekort aan standplaatsen voordoet dat dient te worden opgeheven. Tevens is de doelgroep uitgebreid met mensen die in een woonwagen in die gemeente hebben gewoond.

Aangezien het inlopen van het totale tekort aan standplaatsen meer tijd kost is de eindtijd verruimd met twee jaar, te weten het jaar 2005 in plaats van het jaar 2003.

M. M. van der Burg

Naar boven