25 332
Wet Transportongevallenraad

nr. 10
DERDE NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 6 maart 1998

Het voorstel van wet wordt gewijzigd als volgt:

Artikel 3, derde lid, komt te luiden:

3. De raad stelt een onderzoek in naar ongevallen met:

a. zeeschepen, varende in Europese wateren onder Nederlandse jurisdictie, met dien verstande dat indien bij het ongeval een schip is betrokken of het ongeval een schip betreft dat de vlag van een andere staat voert, het onderzoek uitgevoerd wordt in samenwerking met die andere staat tenzij die daaraan geen medewerking verleent;

b. Nederlandse zeeschepen, varende in wateren onder andere dan Nederlandse jurisdictie, met dien verstande dat indien de met betrekking tot die wateren bevoegde staat, de Nederlandse Antillen of Aruba een onderzoek instelt, het onderzoek uitgevoerd wordt in samenwerking met die andere staat, de Nederlandse Antillen onderscheidenlijk Aruba tenzij die daaraan geen medewerking verleent, en indien bij het ongeval tevens een ander schip betrokken is en de staat waarvan dat schip de vlag voert een onderzoek instelt, het onderzoek in samenwerking met die staat uitgevoerd wordt tenzij die daaraan geen medewerking verleent;

c. Nederlandse zeeschepen, varende op volle zee, met dien verstande dat indien het ongeval verlies van het leven van of ernstig letsel aan onderdanen van een andere staat of ernstige schade aan schepen of installaties van een andere staat heeft veroorzaakt, het onderzoek uitgevoerd wordt in samenwerking met die andere staat tenzij die daaraan geen medewerking verleent;

d. andere schepen dan zeeschepen, varende in Europese wateren onder Nederlandse jurisprudentie.

Toelichting

Bij Nota van wijziging (kamerstukken II 1997–1998, 25 332, nr. 7) is artikel 3, derde lid, van het wetsvoorstel gewijzigd in verband met de op 27/11/1997 door de Algemene Vergadering van de IMO aanvaarde «Code for the Investigation of Marine Casualties and Incidents». Het verdient aanbeveling de aldus aangepaste tekst van het derde lid op een aantal punten nog te verduidelijken.

In de eerste plaats is het wenselijk dat de in het VN-Zeerechtverdrag opgenomen verplichting (artikel 94, zevende lid) voor de vlaggenstaat tot het doen van onderzoek naar ongevallen met «zijn» schepen op volle zee in de door het verdrag genoemde gevallen in de wet meer expliciet tot uitdrukking komt. De tekst van artikel 3, derde lid, onder b, onder 3°, van het wetsvoorstel zoals die luidt na de nota van wijziging (kamerstukken II, 1997–1998, 25 332, nr. 7, 28 november 1997) geeft dat weliswaar aan, maar biedt ook de mogelijkheid van onderzoek af te zien indien met die andere staat wordt overeengekomen dat die het onderzoek verricht. Om niet de indruk te doen postvatten als zou bij overeenkomst dan geheel van onderzoek afgezien kunnen worden, is de bepaling dan ook alsnog aangepast.

In de tweede plaats geeft het VN-Zeerechtverdrag (artikel 94, zevende lid) de plicht en beveelt de IMO door middel van genoemde Code (artikelen 6.2 tot en met 6.5) aan om bij een onderzoek naar scheepsongevallen steeds samen te werken met de eventueel bij het ongeval betrokken andere staat. Door middel van de onderhavige wijziging wordt dit in het derde lid van artikel 3 tot uitdrukking gebracht. Niet uitgesloten kan worden dat een andere staat in de praktijk mogelijk niet wil samenwerken met Nederland onderscheidenlijk de Transportongevallenraad. Daarnaast kan samenwerking met een ander land dat geen samenwerking zou willen nu eenmaal niet door een Nederlandse regeling afgedwongen worden. Daarom is nu in het derde lid van artikel 3 op de desbetreffende plaatsen de zinsnede «tenzij die [staat] daaraan geen medewerking verleent» toegevoegd.

Op grond van de nu voorliggende tekst van het derde lid van artikel 3 van het voorstel van Wet Transportongevallenraad onderzoekt de raad ongevallen met schepen in de volgende – schematisch aangegeven – gevallen.

	in Europese wateren onder Nederlandse jurisdictie	in wateren onder andere dan Nederlandse jurisdictie	op volle zee
Nederlandse zeeschepen	a	b	c
	(samenwerking tenzij)	(samenwerking tenzij)	(samenwerking tenzij)
zeeschepen van andere staat	a	–	–
	(samenwerking tenzij)
Nederlandse niet-zeeschepen	d	–	–
niet-zeeschepen van andere staat	d	–	–

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

A. Jorritsma-Lebbink