25 331
Wijziging van de Wet op de telecommunicatievoorzieningen in verband met de liberalisering van de spraaktelefoondienst

A
OORSPRONKELIJKE TEKST VAN HET VOORSTEL VAN WET EN DE MEMORIE VAN TOELICHTING ZOALS VOORGELEGD AAN DE RAAD VAN STATE EN VOOR ZOVER NADIEN GEWIJZIGD

I Voorstel van wet

De considerans is uitgebreid met de navolgende overweging: dat een wettelijke regeling terzake van de verplichting van de houder van de concessie tot het verlenen van interconnectie en bijzondere toegang op zijn geschakelde vaste telefoonnet tevens noodzakelijk is in verband met enkele onderdelen van richtlijn nr. 96/62/EG van het Europese Parlement en de Raad van 13 december 1995 inzake toepassing van Open Network Provision (ONP) op spraaktelefonie (PbEG L 321) en richtlijn nr. 96/19/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 13 maart 1996 tot wijziging van richtlijn 90/388/EEG met betrekking tot de invoering van volledige mededinging op de markten voor telecommunicatie (PbEG L 74);

In artikel I zijn de volgende wijzigingen aangebracht:

Onder A zijn de volgende wijzigingen in artikel 4a, eerste lid, aangebracht:

– na onderdeel c is een nieuw onderdeel d ingevoegd, luidende:

d. een natuurlijke of rechtspersoon die buiten Nederland gerechtigd is telecommunicatie-infrastructuur aan te leggen en in stand te houden,

– de zinsnede «de middelen van toegang tot eindgebruikers» is vervangen door: de toegang tot netwerkaansluitpunten van eindgebruikers

– de zinsnede «de telecommunicatie-inrichting van de onder a, b, en c genoemde personen» is vervangen door: de telecommunicatie-inrichting van de onder a, b, c en d genoemde personen.

Onder B zijn de volgende wijzigingen aangebracht:

– in artikel 4aa, eerste lid, is de zinsnede «verzoeken van degene die telecommunicatiediensten verzorgt» vervangen door: verzoeken van degene die in of buiten Nederland telecommunicatiediensten verzorgt

– artikel 4ab is vernummerd tot 4ac.

– ingevoegd is een nieuw artikel 4ab.

In artikel 4ac worden de volgende wijzigingen aangebracht:

– in het eerste lid, eerste volzin, is de zinsnede «de houder van de concessie tot stand wenst te brengen is verplicht» vervangen door: de houder van de concessie tot stand wenst te brengen is, in het belang van het toezicht, verplicht

– in het eerste lid, tweede volzin, is «Onze Minister is bevoegd te bepalen» vervangen door: Bij ministeriële regeling kan worden bepaald

– in het derde lid, onderdeel e, is «dit met zich mee brengt» vervangen door: dit vordert

– het vierde en vijfde lid zijn vernummerd in respectievelijk het vijfde en zesde lid

– ingevoegd is een nieuw vierde lid, luidende:

4. De geregistreerde geeft aan Onze Minister onverwijld alle wijzigingen door die van invloed zijn op de registratie.

– In het zesde lid vervalt: of de telexdienst

Onder C, in artikel 4d, vervalt de zinsnede: ten behoeve van de koppeling van het geschakelde net van de houder van de concessie met de telecommunicatie-inrichtingen van de houders van een machtiging als bedoeld in de artikelen 17, 21, 23, en de met gebruikmaking van vaste verbindingen door een natuurlijk of rechtspersoon tot stand gebrachte geschakelde telecommunicatie-infrastructuur,

Artikel III luidde als volgt:

Indien het bij koninklijke boodschap van 29 november 1996 ingediende voorstel van wet houdende regels inzake instelling van een college voor post- en telecommunicatiemarkt (25 128) tot wet wordt verheven, wordt, met ingang van het tijdstip waarop die wet in werking treedt, dan wel indien de onderhavige wet op een later tijdstip in werking treedt, met ingang van dat latere tijdstip, in artikel I, onderdeel B «Onze Minister» telkens vervangen door: het college

II Memorie van toelichting

Onder punt 2 van het algemeen deel (Huidige stand van zaken) zijn de volgende wijzigingen aangebracht:

In de derde alinea zijn in de eerste volzin de woorden «de wetswijziging van 28 maart 1996» vervangen door: de wet van 28 maart 1996 (Stb. 320).

In de derde alinea is in de derde volzin «Tweede kamer, vergaderjaar 1995–1996» vervangen door: kamerstukken II 1995/96.

In de vierde alinea is de volledige citeertitel en vindplaats van een wijziging van de Dienstenrichtlijn (nr. 96/19/EG) toegevoegd.

Onder punt 4 van het algemeen deel (De knelpunten en de voorgestelde oplossing) zijn de volgende wijzigingen aangebracht:

In onderdeel a zijn de volgende wijzigingen aangebracht:

In de tweede alinea, laatste volzin zijn de citeertitel van de nog niet vastgestelde interconnectierichtlijn en de citeertitel van een richtlijn tot wijziging van de Dienstenrichtlijn (nr. 96/19/EG) en de vindplaatsen ervan toegevoegd; de zinsnede «een ieder die met een eigen net de spraaktelefoondienst wenst te verzorgen» is vervangen door: aan ieder ander die een net heeft dat wordt gebruikt voor de verzorging van de spraaktelefoondienst.

Aan het slot van de tweede alinea is een nieuwe volzin toegevoegd, luidende: De zojuist genoemde verplichting ziet overigens ook op interconnectie met buiten Nederland gelegen netten.

De derde alinea, laatste volzin, luidde: Hierbij moet, zoals hiervoor is aangegeven, worden gedacht aan degenen die beschikken over een kabeltelevisienet en een zogenaamd artikel 23 net en niet tevens beschikken over een infrastructuurvergunning en aan degenen die spraaktelefonie wensen aan te bieden door middel van een met vaste verbindingen opgebouwd net.

– is na «infrastructuurvergunning» het woord «en» vervallen, en is aan het einde na het woord «net» ingevoegd: en aan degenen die buiten Nederland beschikken over een net.

In de derde alinea is de eerste volzin na «alle partijen die» ingevoegd: in of buiten Nederland In onderdeel b, de tweede alinea, is de citeertitel van de spraakrichtlijn (nr. 95/62/EG) en de vindplaats toegevoegd.

In de artikelsgewijze toelichting zijn de volgende wijzigingen aangebracht:

In artikel I zijn de volgende wijzigingen aangebracht:

In onderdeel A zijn de volgende wijzigingen aangebracht:

– in de eerste alinea, tweede volzin, na het derde liggende streepje een vierde liggend streepje toegevoegd, luidende:

– een natuurlijke of rechtspersoon die buiten Nederland gerechtigd is telecommunicatie-infrastructuur aan te leggen en in stand te houden.

– de vijfde alinea wordt aan het slot uitgebreid met de volgende zinnen: Voor de duidelijkheid zij nog opgemerkt dat het vorengaande niet betekent dat degene die een besloten net beheert en dit net slechts gebruikt voor intern spraakverkeer recht heeft op interconnectie of bijzondere toegang, het net van een zogenoemde besloten gebruikersgroep hieronder begrepen. Een dergelijk net wordt immers niet gebruikt voor het aanbieden van de spraaktelefoondienst, die, zoals uit de begripsomschrijving blijkt, noodzakelijkerwijs aan het publiek moet worden aangeboden en niet slechts aan een besloten groep gebruikers.

In onderdeel B zijn de volgende wijzigingen aangebracht:

In de eerste alinea, eerste volzin, is na «degenen die» ingevoegd: in of buiten Nederland

Na de tweede alinea zijn twee nieuwe alinea's ingevoegd.

In de derde alinea (oud), na invoeging van een nieuwe derde en vierde alinea: de vijfde alinea (nieuw), is «Hiertoe wordt in artikel 4ab het instrument van registratie ingevoerd. Alleen geregistreerde marktpartijen krijgen een recht op koppelen dan wel bijzonder toegang. Hierdoor ontstaat een duidelijke situatie voor alle betrokkenen.

Deze registratieplicht voor degenen die willen koppelen met dan wel bijzondere toegang willen verkrijgen tot het spraaktelefoonnet van KPN is geheel in lijn met» vervangen door: Hierbij biedt het instrument van registratie een goed hulpmiddel. Met niet geregistreerde partijen behoeft KPN namelijk geen onderhandelingen te beginnen inzake de voorwaarden waaronder interconnectie dan wel bijzondere toegang wordt verleend. Hierdoor ontstaat voor betrokkenen de nodige duidelijkheid.

De verplichting tot registratie is niet alleen een middel om alle betrokkenen duidelijkheid te verschaffen over rechten en plichten. Registratie is ook nodig om aan de toezichthouder de nodige informatie te verschaffen om zijn taak te kunnen uitoefenen. Het is van belang dat bij het vrijmaken van de telefoniemarkt onmiddellijk inzicht verkregen wordt in de ontwikkelingen die zich binnen deze markt voordoen. Door middel van de registratie kunnen deze ontwikkelingen meer gericht worden gevolgd en waar nodig tijdig worden gecorrigeerd. Ook kan aan de hand van deze informatie tijdig beleid worden ontwikkeld dat nodig is om enerzijds de kwaliteit van de telecommunicatie in stand te houden en anderzijds de gewenste concurrentie te bevorderen.

Overigens is de registratieplicht voor degenen die willen koppelen met dan wel bijzondere toegang willen verkrijgen tot het spraaktelefoonnet van KPN geheel in lijn met.