25 326
Verdrag tussen de Staten die Partij zijn bij het Noord-Atlantische Verdrag en de overige Staten die deelnemen aan het Partnerschap voor de Vrede nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten en Aanvullend Protocol; Brussel, 19 juni 1995

nr. 252a
A
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 24 februari 1997 en het nader rapport d.d. 9 april 1997, aangeboden aan de Koningin door de minister van Buitenlandse Zaken.

Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 10 januari 1997, no. 97.000043, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister van Defensie, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het Verdrag tussen de Staten die Partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag en de overige Staten die deelnemen aan het Partnerschap voor de Vrede nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten en Aanvullend Protocol; Brussel, 19 juni 1995 (Trb. 1996, 74), met toelichtende nota.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 10 januari 1997, nr. 97.000043, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 24 februari 1997, nr. W02.97.0005, bied ik U hierbij aan.

1. Goedkeuring wordt voorgesteld van een verdrag en een zogeheten Aanvullend Protocol. Het ligt in de bedoeling dat het Koninkrijk bij aanvaarding van het verdrag een voorbehoud zal maken, inhoudende dat dat verdrag slechts in werking treedt tussen het Koninkrijk en staten die partij zijn bij zowel het verdrag als het Aanvullend Protocol (paragraaf II , onder «Additioneel protocol bij PfP SOFA», van de toelichting). De Raad van State adviseert om tegelijk met de beide verdragen ook het voorbehoud ter goedkeuring aan de Staten-Generaal voor te leggen en niet te volstaan met een aankondiging in de toelichtende nota.

1. Het advies van de Raad van State is opgevolgd; het door het Koninkrijk te maken voorbehoud is thans expliciet onder de goedkeuringsprocedure gebracht.

2. De laatste volzin van de toelichting op artikel III van het verdrag geeft de inhoud van het verdrag niet volledig weer: er wordt geen melding gemaakt van de rol van de voorzitter of een aan te stellen arbiter. De zin is bovendien niet geheel juist, omdat de toevoeging «en de overige partijen» in de verdragstekst niet voorkomt. De Raad stelt voor de toelichting bij de verdragstekst te laten aansluiten.

2. De toelichting is conform het advies van de Raad aangepast.

3. Voor enkele redactionele kanttekeningen verwijst het college naar de bij het advies behorende bijlage.

3. Aan de redactionele kanttekeningen van de Raad is, voorzover mogelijk, gevolg gegeven.

De Raad van State geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld Verdrag wordt overgelegd aan de beide Kamers der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De Vice-President van de Raad van State,

W. Scholten

Ik moge U verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld van de gewijzigde toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. van Mierlo

Bijlage bij het advies van de Raad van State van 24 februari 1997, no.W02.97.0005, met redactionele kanttekeningen die de Raad in overweging geeft.

– In de toelichting de aanduiding «NAVO SOFA» telkens vervangen door: NAVO-statusverdrag. Voorts de aanduidingen «PfP» en «PfP SOFA» vervangen door aanduidingen die inzichtelijker zijn.

– In paragraaf I ( Inleiding) van de toelichting, onder «Partnerschap voor de vrede», aan het slot van de tweede alinea toevoegen: kamerstukken II 23 400 V, nr. 52 (aanwijzing 219 van de Aanwijzingen voor de regelgeving (Ar)) .

– In paragraaf I ( Inleiding) van de toelichting, onder «Partnerschap voor de vrede», de volzin «Het Partnerschap voor de vrede is geen bondgenootschap» wijzigen in: Het Partnerschap voor de vrede is geen collectief veiligheidssysteem.

– In paragraaf I ( Inleiding) van de toelichting, onder «Rechtspositie krijgsmachten», «minister van Defensie» en «ministerie van Defensie» met hoofdletters schrijven (aanwijzing 93 Ar).

– In paragraaf I ( Inleiding) van de toelichting, onder «Rechtspositie krijgsmachten», de laatste alinea splitsen in meer volzinnen.

– In paragraaf II van de toelichting, onverminderd de eerste redactionele kanttekening, het opschrift «Additioneel Protocol bij PfP SOFA» wijzigen in: Aanvullend Protocol PfP SOFA. Voorts in de laatste volzin onder dit opschrift «de in de uitnodiging verwoorde koppeling» vervangen door: de bij de uitnodiging verwoorde koppeling.

Naar boven