nr. 15
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 november 2002
Sinds de brief van mijn ambtsvoorganger Gmelich Meijling van 3 maart 1998
over de Cannerberg heeft zich een aantal ontwikkelingen voorgedaan waarover
ik u wil informeren (Tweede Kamer, vergaderjaar 1997–1998, 25 323,
nr. 13).
Inleiding
In 1954 heeft het Rijk een gedeelte van het gangenstelsel in de Cannerberg
nabij Maastricht gehuurd en aan de NAVO ter beschikking gesteld. Gedurende
het gebruik is dit complex verontreinigd met asbest, afval en olie. Na afloop
van de huurtermijn wensten de eigenaren, te weten de Stichting het Limburgs
Landschap en de Gemeente Maastricht, het gangenstelsel terug in zijn natuurlijke
staat. In 2000 is middels een saneringsonderzoek de aard en omvang van de
verontreinigingen in kaart gebracht. Vervolgens zijn verschillende saneringsvarianten
met bijbehorende kosten ontwikkeld. Met de eigenaren werd overeengekomen dat
iedere partij een voorkeursvariant zou bepalen als basis voor onderhandelingen.
Defensie sprak haar voorkeur uit voor een variant waarbij optimaal evenwicht
bestaat tussen de eisen voor volksgezondheid en milieu enerzijds en een verantwoorde
inzet van schaarse gemeenschapsgelden anderzijds. De eigenaren van de Cannerberg
stelden zich op het standpunt dat, op grond van de huurovereenkomst, het complex
na afloop van de huurtermijn in natuurlijke staat dient te worden opgeleverd,
ongeacht de kosten. Zij wensten hierover niet te onderhandelen. Door middel
van overleg tussen de ministeries van Defensie en Financiën alsmede de
Landsadvocaat enerzijds en de eigenaren van de Cannerberg anderzijds is gezocht
naar een gemeenschappelijk saneringsdoel: oplevering van het complex in natuurlijke
staat, maar niet tegen elke prijs. Toen een akkoord hierover uitbleef, heeft
Defensie aan de eigenaren schriftelijk de vervolgaanpak geschetst, die naar
verwachting zal leiden tot een gangencomplex in nagenoeg natuurlijke staat,
zij het met een voorbehoud. Dit voorbehoud houdt in dat, wanneer zich een
situatie voordoet waarbij een beroep op gemeenschapsgelden niet in verhouding
staat tot het saneringsrendement, partijen zullen proberen in
onderling overleg tot een voor ieder aanvaardbare koerscorrectie te komen.
Saneringsplan
Door Defensie is een saneringsplan opgesteld, met als uitgangspunt een
volledige schoonmaak van de Cannerberg. De kostenraming hiervoor is M€ 38,6.
De start van de sanering is gepland in het eerste kwartaal van 2003 en de
afronding in 2008. Het gehele proces zal in 9 stappen worden uitgevoerd op
basis van een verdeling van het gehele oppervlak van het gangenstelsel in
9 vakken. Zodoende kan worden geprofiteerd van een (in)leereffect met een
nieuwe asbestsaneringstechniek. Er zal worden gewerkt vanaf de Belgische (achter)kant
van het gangenstelsel naar de Nederlandse uitgang om te voorkomen dat schoongemaakte
vakken opnieuw worden verontreinigd.
Beschikking
Het saneringsplan is op 9 juli 2002 ingediend bij het Bevoegd Gezag, zijnde
de gemeente Maastricht, met het verzoek om op basis hiervan een beschikking
af te geven. Conform de geldende procedure is het saneringsplan ter inzage
gelegd in de periode van 19 augustus tot en met 13 september 2002. Defensie
heeft voor omwonenden, belanghebbenden en belangstellenden twee informatie-avonden
belegd over het saneringsplan. De bijeenkomst in Maastricht op 26 augustus
jl. werd bezocht door ongeveer 50 personen. In Kanne, België, verschenen
op 27 augustus jl. circa 30 personen. Vervolgens heeft het Bevoegd Gezag op
7 oktober 2002 een beschikking afgegeven op basis van het ingediende saneringsplan.
Aanbesteding
De aanbestedingprocedure voor de eerste fase van de sanering is in gang
gezet. Volgens planning zal de gunning hiervan plaats vinden op 12 december
2002.
Financiering
De saneringskosten worden geraamd op M€ 38,6. Gelet op de voorgeschiedenis
is de NAVO bereid om M€ 26,8 bij te dragen in de kosten die voortvloeien
uit de sanering van de verontreinigingen, mits deze sanering verloopt volgens
de NAVO-procedures. Defensie draagt de kosten ad M€ 11,8 verbonden
aan het verwijderen van bouwkundige constructies, kabels, leidingen, aankleding
van de voormalige kantoren en installaties.
De Staatssecretaris van Defensie,
C. van der Knaap