nr. 51
NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG
Met belangstelling heb ik kennis genomen van het verslag van uw kamer
bij het voorstel van wet houdende aanpassing van enkele rijkswetten aan de
derde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Mede namens de Staatssecretaris
van Binnenlandse Zaken ga ik in het onderstaande op door de fracties gemaakte
opmerkingen in.
Deze nota gaat overigens vergezeld van een nota van wijziging, waarin
ook enkele opmerkingen uit het verslag zijn verwerkt. Op deze onderwerpen
wordt in deze nota niet meer uitgebreid ingegaan.
HOOFDSTUK 4 MINISTERIE VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Artikel I
Onderdeel A
Artikel 2bis, derde lid, van de Schepenwet
Er wordt naar gestreefd ook in de rijkswetgeving de terminologie en structuur
van de Algemene wet bestuursrecht zoveel mogelijk te volgen. Met het oog daarop
zijn suggesties van de commissie tot aanpassing van de derde volzin van artikel
2bis, derde lid, van de Schepenwet, in de nota van wijziging verwerkt.
In de Nederlandse Antillen en in Aruba geldt (nog) geen algemene regeling
voor beslistermijnen. In de Nederlandse Antillen is een landsverordening terzake
in voorbereiding. In Aruba is een Landsverordening administratieve rechtspraak
vastgesteld, doch deze is nog niet in werking getreden. Aangezien ook de Schepenwet
geen voorziening kent voor bepaling wanneer een besluit «niet tijdig»
genomen is, wordt in de nota van wijziging voor de Nederlandse Antillen en
voor Aruba een nadere aanduiding van het «niet tijdig» nemen van
een besluit voorgesteld. Hiervoor is aansluiting gezocht bij artikel 9, tweede
lid, van de genoemde Landsverordening administratieve rechtspraak van Aruba,
waarin een beslistermijn van twaalf weken is opgenomen.
Onderdeel G
Artikel 17, eerste lid, van de Schepenwet
Bij de aanpassing van artikel 17 is abusievelijk het woord beslissing
weer in de tekst opgenomen, terwijl dit bij de aanpassing van enige rijkswetten
aan de eerste tranche van de Awb juist door de Awb-term besluit vervangen
was. Bij nota van wijziging wordt een aanpassing op dit punt voorgesteld.
Daarbij wordt tevens de redactionele suggestie van de commissie overgenomen.
Artikel IV
Onderdeel B
Artikel 6 van de Rijkswet Vaarplicht
Hier wordt kortheidshalve verwezen naar de opmerkingen bij artikel I,
onderdeel A. De door de commissie voorgestelde redactionele aanpassing in
artikel 6 (het vervangen van het «nemen» van een beschikking door
het «geven» daarvan) is opgenomen in de nota van wijziging.
HOOFDSTUK V SLOTBEPALINGEN
Artikel I
Los van het feit dat de wet misschien niet zo veel geciteerd zal worden,
acht ik het vanwege de eenvormigheid en inzichtelijkheid van het wettenbestand
goed de citeertitel te handhaven. Alle aanpassingswetten in het kader van
de Algemene wet bestuursrecht zijn daarmee in één oogopslag
te herkennen.
Het opnemen van een citeertitel past overigens in de lijn van de voorgenomen
wijziging van de Aanwijzingen voor de regelgeving, waarin wordt voorgesteld
enige versoepeling aan te brengen in aanwijzing 184.
De Minister van Justitie,
W. Sorgdrager