25 317
Verdrag tot wijziging van de Overeenkomst van 17 september 1986 tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Hong Kong inzake luchtdiensten; Hong Kong, 9/16 december 1996

nr. 249a
A
ADVIES RAAD VAN STATE EN NADER RAPPORT

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Raad van State d.d. 24 februari 1997 en het nader rapport d.d. 27 maart 1997, aangeboden aan de Koningin door de minister van Buitenlandse Zaken. Het advies van de Raad van State is cursief afgedrukt.

Bij Kabinetsmissive van 24 januari 1997, no.97.000264, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister van Verkeer en Waterstaat, bij de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het Verdrag tot wijziging van de Overeenkomst van 17 september 1986 tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van Hong Kong inzake luchtdiensten; Hong Kong, 9/16 december 1996, met toelichtende nota.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 24 januari 1997, nr. 97.000264, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 24 februari 1997, nr. W09/97/0032, bied ik U hierbij aan.

De Raad van State adviseert in de toelichtende nota op de aan de onderhavige wijziging verleende terugwerkende kracht in te gaan.

Daarbij ware tevens in te gaan op de inpasbaarheid van deze terug- werkende kracht in het algemene verdragsbeleid.

Overeenkomstig het advies van de Raad van State is in de toelichtende nota een passage opgenomen met betrekking tot het verlenen van terugwerkende kracht aan het verdrag.

De Raad van State geeft U in overweging goed te vinden dat bedoeld Verdrag wordt overgelegd aan de beide Kamers der Staten-Generaal, nadat aan het vorenstaande aandacht zal zijn geschonken.

De Vice-President van de Raad van State,

W. Scholten

Ik moge U mede namens de Minister van Verkeer en Waterstaat verzoeken mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld van de toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

H. A. F. M. O. van Mierlo

Naar boven