nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING1
Het advies van de Raad van State van het Koninkrijk wordt niet openbaar
gemaakt, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel
25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State)Additioneel
artikel XI bepaalt dat de formulieren voor eden en beloften, vastgesteld bij
de artikelen 44 en 53 van de Grondwet, naar de tekst van 1972, en voor de
verklaring, vastgesteld bij artikel 54 van de Grondwet, naar de tekst van
1972, van kracht blijven totdat daarvoor bij de wet een regeling is getroffen.
De beëdiging van de Koning is thans geregeld in de Wet beëdiging
en inhuldiging van de Koning, de beëdiging van de regent is geregeld
in de Wet beëdiging van de regent. Daarmee is derhalve in bedoelde wettelijke
regelingen voorzien en kan dit additionele artikel vervallen.
Additioneel artikel XXI bepaalt dat de bepalingen inzake de goedkeuring
en bekendmaking van verdragen van kracht blijven totdat terzake bij de wet
een voorziening is getroffen. De Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen
is inmiddels in werking getreden. Ook additioneel artikel XXI kan derhalve
vervallen.
Bij de laatste grondwetswijziging is in verband met de wijziging in de
Grondwet van bepalingen inzake de verdediging een nieuw additioneel artikel
XXX opgenomen. Dit additionele artikel voorziet in een overgangsregeling totdat
ter zake bij wet een nieuwe voorziening is getroffen. Het wetsvoorstel Kaderwet
dienstplicht voorziet hierin. Binnenkort wordt dit wetsvoorstel in de Eerste
Kamer plenair behandeld (kamerstukken I en II 1995/96 en 1996/97, 24 245).
De verwachting is dat het wetsvoorstel medio maart 1997 in werking treedt.
Omdat de additionele bepalingen op Koninkrijksaangelegenheden betrekking
hebben, is er voor gekozen deze bij rijkswet te doen vervallen.
De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
W. Kok
De Minister van Binnenlandse Zaken,
H. F. Dijkstal