25 316 (R 1591)
Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet, strekkende tot het doen vervallen van additionele artikelen betreffende Koninkrijksaangelegenheden die zijn uitgewerkt

nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING1

Het advies van de Raad van State van het Koninkrijk wordt niet openbaar gemaakt, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat (artikel 25a, vierde lid, onderdeel b, van de Wet op de Raad van State)Additioneel artikel XI bepaalt dat de formulieren voor eden en beloften, vastgesteld bij de artikelen 44 en 53 van de Grondwet, naar de tekst van 1972, en voor de verklaring, vastgesteld bij artikel 54 van de Grondwet, naar de tekst van 1972, van kracht blijven totdat daarvoor bij de wet een regeling is getroffen. De beëdiging van de Koning is thans geregeld in de Wet beëdiging en inhuldiging van de Koning, de beëdiging van de regent is geregeld in de Wet beëdiging van de regent. Daarmee is derhalve in bedoelde wettelijke regelingen voorzien en kan dit additionele artikel vervallen.

Additioneel artikel XXI bepaalt dat de bepalingen inzake de goedkeuring en bekendmaking van verdragen van kracht blijven totdat terzake bij de wet een voorziening is getroffen. De Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen is inmiddels in werking getreden. Ook additioneel artikel XXI kan derhalve vervallen.

Bij de laatste grondwetswijziging is in verband met de wijziging in de Grondwet van bepalingen inzake de verdediging een nieuw additioneel artikel XXX opgenomen. Dit additionele artikel voorziet in een overgangsregeling totdat ter zake bij wet een nieuwe voorziening is getroffen. Het wetsvoorstel Kaderwet dienstplicht voorziet hierin. Binnenkort wordt dit wetsvoorstel in de Eerste Kamer plenair behandeld (kamerstukken I en II 1995/96 en 1996/97, 24 245). De verwachting is dat het wetsvoorstel medio maart 1997 in werking treedt.

Omdat de additionele bepalingen op Koninkrijksaangelegenheden betrekking hebben, is er voor gekozen deze bij rijkswet te doen vervallen.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken,

W. Kok

De Minister van Binnenlandse Zaken,

H. F. Dijkstal


XNoot
1

De tekst van de memorie van toelichting zoals voorgelegd aan de Raad van State is ter inzage gelegd bij de afdeling Parlementaire Documentatie.

Naar boven