25 311
Wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening

nr. 14
GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VERSNEL-SCHMITZ TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 11

Ontvangen 14 mei 1998

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

I

Na onderdeel J wordt een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

Ja

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede «Voor het gebied van de gemeente, dat niet tot de bebouwde kom behoort, stelt de gemeenteraad een bestemmingsplan vast,» vervangen door: Voor het totale gebied van de gemeente stelt de gemeenteraad een bestemmingsplan vast,.

2. Het tweede lid vervalt.

3. Het derde lid wordt vernummerd tot tweede lid.

II

Na onderdeel CC wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

CCa

In de derde volzin van artikel 35 vervallen de zinsdelen: «voor een gebied, dat niet tot een bebouwde kom behoort,» en «voor dat gebied».

Toelichting

De beperking van deze verplichting tot het buitengebied komt hiermee te vervallen. Uit oogpunt van handhaving biedt dit grote voordelen terwijl ook wordt voorkomen dat de aandacht voor het bestemmingsplan als planningsinstrument volkomen verslapt. Tevens wordt hiermee voorkomen dat gemeenten om puur financiële redenen er niet voor kiezen een bestemmingsplan voor stedelijk gebied op te stellen en zich bij ruimtelijk beleid nog steeds behelpen met de nog van voor de WRO daterende komvoorschriften. Daarnaast kan zo ook meer zekerheid ontstaan voor het tijdig herzien van bestemmingsplannen voor het bestaand stedelijk gebied.

Versnel-Schmitz

Naar boven