25 311
Wijziging van de Wet op de Ruimtelijke Ordening

nr. 11
AMENDEMENT VAN HET LID VERSNEL-SCHMITZ

Ontvangen 9 april 1998

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I wordt na onderdeel J een nieuw onderdeel ingevoegd, luidende:

Ja

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt de zinsnede «Voor het gebied van de gemeente, dat niet tot een bebouwde kom behoort, stelt de gemeenteraad een bestemmingsplan vast,» vervangen door: Voor het totale gebied van de gemeente stelt de gemeenteraad bestemmingsplannen vast,.

2. Het tweede lid vervalt.

Toelichting

De beperking van deze verplichting tot het buitengebied komt hiermee te vervallen. Uit oogpunt van handhaving biedt dit grote voordelen terwijl ook wordt voorkomen dat de aandacht voor het bestemmingsplan als planningsinstrument volkomen verslapt. Tevens wordt hiermee voorkomen dat gemeenten om puur financiële redenen er niet voor kiezen een bestemmingsplan voor stedelijk gebied op te stellen en zich bij ruimtelijk beleid nog steeds behelpen met de nog van voor de WRO daterende voorschriften. Al deze voordelen wegen niet op tegen het te verwaarlozen nadeel van een extra planverplichting.

Versnel-Schmitz

Naar boven