Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1996-1997 | 25303 nr. 5 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 1996-1997 | 25303 nr. 5 |
Vastgesteld 26 juni 1997
De algemene Commissie voor Europese Zaken1, belast met het voorbereidend onderzoek van voorliggend wetsvoorstel brengt onderstaand verslag uit over haar bevindingen.
Met een tijdige en afdoende beantwoording van de in dit verslag neergelegde vragen en opmerkingen, acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
Alvorens met dit wetsvoorstel te kunnen instemmen willen de leden van de PvdA-fractie enkele specifieke vragen over de situatie in en de betrekkingen met Marokko ter beantwoording aan het kabinet voorleggen. De algemene aspecten van deze nieuwe generatie van Euro-Mediterrane Verdragen achten deze leden voldoende behandeld bij de ratificatie van de betrokken overeenkomsten met Tunesië en Israël, eerder dit jaar.
In het kader van de ook in deze overeenkomst vastgelegde politieke dialoog en de algemene situatie inzake de mensenrechten willen de leden van de PvdA-fractie bij de gelegenheid van deze ratificatieprocedure graag uitvoerig geïnformeerd worden over de mensenrechtensituatie op dit moment in Marokko, en in het bijzonder over:
a. de ontvoering (op 27 mei jl. te Agadir), verminking van en moord op de leider van de vakbond van zeelieden en vissers, Mounacir Abdellah;
b. de arrestaties tijdens de campagne voor de gemeenteraads- verkiezingen (van 13 juni jl.): hoeveel mensen zijn er om welke redenen gearresteerd, hoelang zijn zij vastgehouden, en welke straffen zijn uitgedeeld?
Vervolgens willen deze leden vernemen welke interventies en andere acties ondernomen zijn vanuit de EU naar aanleiding van deze gebeurtenissen en andere politieke zaken gedurende het afgelopen jaar.
De leden van de PvdA-fractie willen weten of er reeds zicht is op welk deel Marokko straks via het indicatief driejaren programma kan verwachten van de MEDA-hulp en in welke vorm. Hoe verhoudt zich dit tot de huidige hulpbijdragen vanuit de Unie aan Marokko? Hoe gaat het vaststellen van de definitieve verdeelsleutel van het MEDA-budget plaatsvinden? Heeft de Marokkaanse overheid reeds specifieke projectvoorstellen gedaan voor het MEDA-programma, en zo ja welke?
Zijn er in het kader van de plannen voor de alternatieve ontwikkeling van gebieden waar illegale narcotische planten worden verbouwd reeds plannen door de Marokkaanse overheid en/of de EU ontwikkeld? Zo ja, welke? Omdat vanuit de betrokken regio in Noord-Marokko veel mensen naar Nederland geëmigreerd zijn, willen deze leden vernemen of deze plannen (kunnen) aansluiten bij de beleidsvoornemens van de regering zoals verwoord in de nota «Migratie en ontwikkeling». Zijn er reeds concrete voornemens om in Nederland wonende Marokkaanse migranten te betrekken bij investeringen in deze regio? Kan bij de beantwoording ook betrokken worden het voorstel voor een regeling «Starten over de grens», welk initiatief op 19 september 1996 is aangeboden aan de minister voor Ontwikkelingssamenwerking?
De leden van de CDA-fractie stellen de volgende vragen.
Wat is de stand van zaken m.b.t. de voorbereiding van de hier genoemde bilateraal te treffen passende maatregelen en bepalingen betreffende wederzijdse terugname van onderdanen die zich zonder passende verblijfstitel op het grondgebied van de verdragsluitende partijen bevinden?
Achten de bewindslieden mogelijkheden aanwezig om in het kader van de politieke dialoog aandacht te vragen voor verbetering van de omstandigheden van Nederlandse gedetineerden in Marokko?
Is het mogelijk inzicht te geven in de mate waarin sprake is van handel in drugs tussen Marokko en Nederland? Wordt de illegale drughandel gemeenschappelijk bestreden?
Is er inmiddels tussen de EU en de WTO overleg geweest over de in het verdrag genoemde – van de WTO-streefnorm afwijkende – periode van maximaal 12 jaar die Marokko krijgt om de douanerechten voor industrieproducten van EG-oorsprong af te schaffen?
In hoeverre worden de in protocol 3 genoemde goederen door Nederland uitgevoerd naar Marokko?
Kan een globaal overzicht worden gegeven van de handelsbetrekkingen tussen Nederland en Marokko in 1996?
Hoeveel Marokkaanse werknemers zijn in ons land en hoeveel Nederlandse werknemers zijn in Marokko werkzaam?
Is het kabinet – mede gelet op de aanwezigheid van een groep Marokkanen in Nederland – voornemens de mogelijkheid tot uitbreiding van de culturele samenwerkingsprogramma's met Marokko te benutten?
De VVD-fractie heeft met belangstelling kennis genomen van het voorliggend wetsvoorstel. In grote lijnen kunnen zij zich vinden in de onderdelen van de overeenkomst. Anderzijds zijn er bij hen echter ook de nodige vragen gerezen.
Overigens vinden zij het verbazingwekkend dat het veertien maanden heeft geduurd alvorens de overeenkomst ter goedkeuring aan de Kamer wordt voorgelegd. Is er sprake van een structureel probleem of is de oorzaak hiervan elders te vinden?
In de preambule van de overeenkomst wordt het belang bevestigd van onder meer de eerbiediging van de rechten van de mens. Kan worden aangegeven hoe dit in overeenstemming is met bestaande berichten over het gedrag van de politie, de rechtsgang – in het bijzonder na inhechtenisneming – de omstandigheden in gevangenissen, het optreden tegen de Saharoui, de positie van de vrouw, het recht van vrijheid van vereniging en vergadering en het vrije verkeer van personen in het land zonder directe politiecontrole?
Protocol 1 bij Hoofdstuk II van Titel II leidt bij de leden van de VVD-fractie tot de formulering van de volgende vragen.
Wat is thans het tariefcontingent voor traditionele en exotische bloemen? In hoeverre is hierover overeenstemming met de Nederlandse bloemenproductiesector?
De verhoging van het contingent voor primeuraardappelen is zeer groot. In hoeverre is hierbij rekening gehouden met de wensen van andere mediterrane landen, zoals bij voorbeeld Egypte voor een zeer groot contingent primeuraardappelen? Hoe luidt overigens de nog in werking te treden communautaire regeling voor de aardappelsector?
Is de regeling betreffende tomaten nog van negatieve invloed op de Nederlandse marktpositie binnen de Europese Unie? Is er een gevaar dat de in feite vrije tomatenmarkt wordt gefrustreerd door het voorliggende akkoord en mogelijk ook nog andere Euro-Mediterrane akkoorden?
Een heel scala van landbouwproducten krijgt toegang tot de markt van de Europese Unie. Uiteraard is de VVD-fractie voor een zo groot mogelijke vrije markt. De vraag rijst echter in hoeverre de diverse contingenten distorsies kunnen veroorzaken voor de Nederlandse marktpositie. In hoeverre staan de overeengekomen prijzen in relatie tot de gangbare marktprijzen?
Zowel sinaasappelen als clementines vanuit Marokko staan in concurrentie met productielanden binnen en buiten de Europese Unie, in het bijzonder de Canarische Eilanden. Kan nader worden ingegaan op de overwegingen die hebben geleid tot de voorliggende contingentverhogingen waarbij mede zicht wordt gegeven op productie- en importstromen van de onderhavige producten?
Op welke wijze is het probleem van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen geadresseerd in de overeenkomst?
In Titel III wordt gememoreerd dat de onderhandelingen met Marokko op dit terrein tot weinig concrete resultaten hebben geleid, waarbij een koppeling wordt gelegd naar Tunesië en Israël. De koppeling met Israël heeft de VVD-fractie verbaasd. Immers, was het niet juist zo dat in het bijzonder het recht van vestiging en diensten een van de punten van vooruitgang in de overeenkomst met Israël was? Is die indruk mogelijk te optimistisch?
In de toelichting bij Titel V wordt vermeld dat het laatste bilaterale financiële protocol afloopt op 31 oktober 1996. Door de late indiening van het wetsvoorstel is dit verleden tijd. Hoe is de zaak sinds 31 oktober 1996 overbrugd? Kan tevens nader worden ingegaan op het zogenaamde MEDA (Is dit een acroniem voor Mediterranean Development Assistance?)? In hoeverre is de flexibiliteit van MEDA dusdanig gedetailleerd in een protocol vast te leggen?
Een van de belangrijkste problemen die de Europese Unie heeft met Marokko is de productie van drugs uit het illegaal en semi-illegaal verbouwen van narcotische planten. Reeds in het verleden zijn programma's gestart om te komen tot de verbouwing van gewone agrarische producten. De resultaten daarvan zijn bedroevend en overwegend «windowdressing». In hoeverre is in de voorliggende overeenkomst een strakker regime vastgelegd om tot gecontroleerde productverandering te komen? Is de mogelijkheid gecreëerd dat de Europese Unie een mede-inspectiebevoegdheid krijgt?
De leden van de D66-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de ter goedkeuring voorgelegde Euro-Mediterrane Overeenkomst met Marokko. Ook deze leden hebben behoefte enkele opmerkingen en vragen voor reactie aan de regering voor te leggen.
Zij hebben nota genomen van de preambule alsmede van artikel 2, waarin verwezen wordt naar de eerbiediging van de democratische beginselen en de mensenrechten. Zij wijzen op de schokkende verslaggeving inzake mensenrechtenschendingen in Marokko. Uit het «Country Reports on Human Rights Practices for 1996» blijkt dat het in Marokko droevig is gesteld met de eerbiediging van de mensenrechten en de democratische beginselen: gedetineerden worden mishandeld en gemarteld; mensen verdwijnen of zijn op een dubieuze wijze om het leven gekomen; demonstranten worden ernstig mishandeld en gearresteerd, en discriminatie van vrouwen is aan de orde van de dag. Ook meldt het rapport dat burgers het recht niet hebben hun regering te veranderen en dat de regering de vrijheid van meningsuiting, vrije pers, vereniging en religie in veel gevallen beperkt.
De leden van de D66-fractie vragen de regering hoe deze berichten zich verhouden tot de Euro-Mediterrane Overeenkomst met Marokko. Hebben bovengenoemde mensenrechtenschendingen een rol gespeeld in de onderhandelingen met Marokko, en heeft de Marokkaanse regering toezeggingen gedaan om hier verbetering in aan te brengen? Zo ja, welke?
Deze leden wijzen voorts op de verontrustende berichten van democratische Marokkaanse organisaties in Nederland inzake het verloop van de recent gehouden gemeenteraadsverkiezingen in Marokko. De arrestatie en veroordeling van een groot aantal mensenrechtenactivisten tijdens de campagne voor de Marokkaanse gemeenteraadsverkiezingen, doen de leden van de fractie van D66 twijfelen aan de bereidheid van de Marokkaanse regering om de afspraken inzake de eerbiediging van democratische beginselen en mensenrechten na te leven. Zij informeren naar het oordeel van de regering hierover.
Zij kunnen leven met het – na een relatief moeizaam verlopen onderhandelingsproces – bereikte onderhandelingsresultaat inzake de rechtenvrije import van Marokkaanse tomaten en snijbloemen tot de Europese markt, alsmede de aanpassingen voor de Nederlandse markt.
De leden van de D66-fractie hebben kennis genomen van de gezamenlijke verklaring die aan het Verdrag is toegevoegd, waarin de partijen op bilaterale basis overeenkomen passende bepalingen en maatregelen vast te stellen voor de wedertoelating van ingezetenen die hun land hebben verlaten.
Zij vragen de regering inzicht te geven hoe in de praktijk met het door Marokko terugnemen van onderdanen zonder identiteitspapieren, zoals bij voorbeeld mensen die hier illegaal verblijven, wordt omgegaan. Ook willen zij weten of de vreemdelingenpolitie tevreden is met de medewerking van het Marokkaanse consulaat.
Tevens informeren de leden van de D66-fractie naar de stand van zaken met betrekking tot de remigratieprojecten. Zij vragen welke projecten er zijn, en of deze voldoende ondersteuning bieden.
Tenslotte vragen zij of de regering een overzicht kan geven van het aantal mensen met Marokkaanse nationaliteit dat geremigreerd is.
De leden van de fractie van de RPF hebben met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel, dat strekt tot Goedkeuring van de Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de EG en het Koninkrijk Marokko. Deze overeenkomst is één uit een aantal van dergelijke Overeenkomsten tussen de EG en de landen die rond de Middellandse Zee liggen. In zijn algemeenheid informeren deze leden naar de stand van zaken in de onderhandelingen met landen, waarmee nog geen Associatieovereenkomst is gesloten. De leden denken in dit verband aan Syrië, Libanon en Egypte.
Ten aanzien van de vrijheid van godsdienst tonen de leden van de RPF-fractie enige zorg. Zij vragen hoe deze vrijheid in de praktijk wordt gehandhaafd, omdat volgens de islamitische wetgeving in Marokko het streng verboden is van godsdienst te veranderen. Kan worden bevestigd dat volgens het Marokkaanse wetboek van strafrecht van 1962 (artikel 220) ook proselitisme is verboden? Deze leden wijzen er op dat de Marokkaanse regering het Verdrag inzake Burgerlijke en Politieke Rechten (BUPO-Verdrag) en de Barcelona-Verklaring heeft ondertekend, waarin zij verklaart de vrijheid van geweten, religie en gedachten te respecteren. Hoe verhoudt artikel 220 van het Marokkaanse wetboek van Strafrecht zich met artikel 18 van het BUPO-Verdrag en artikel 2 van de Associatieovereenkomst?
In dit kader informeren de leden van de RPF-fractie naar het politieke oordeel van de regering over het verloop van de gemeenteraadsverkiezingen, die in juni jl. in Marokko werden gehouden. Zijn deze verkiezingen eerlijk verlopen? Hoe denkt de regering over de veroordeling van een aantal leden van de Partij van de Democratische en Socialistische Voorhoede (PADS), een oppositiepartij die heeft opgeroepen tot een boycot van de gemeenteraadsverkiezingen? In hoeverre zijn er in Marokko naar de mening van de regering nog politieke gevangenen?
De leden van de RPF-fractie , sprekende over artikel 4, waarderen het dat in het kader van de politieke dialoog wordt gesproken over de noodzakelijke voorwaarden voor het waarborgen van vrede, veiligheid en regionale ontwikkeling van de samenwerking binnen de Magreb.
Zij vragen in dit verband naar een inventarisatie van (grens)conflicten tussen Marokko en de naburige staten, zoals Algerije en Mauretanië. Als deze conflicten nog aanwezig zijn, welk standpunt huldigt de regering? In hoeverre heeft de Marokkaanse regering aanspraken op de twee Spaanse enclaves aan de Noord-Marokkaanse kust? Tevens vragen deze leden naar de laatste ontwikkelingen in het conflict tussen de Marokkaanse regering en Polisario betreffende de aanspraken op de vroegere Spaanse Sahara.
De leden van de RPF-fractie waarderen het dat de doelstelling van de sociale samenwerking (artikel 71) verder in diverse onderwerpen wordt uitgewerkt. Zij vragen wel wat moet worden verstaan onder «bevordering van de rol van de vrouw». Heeft overigens het kabinet het wetsvoorstel waarin wordt bepaald dat islamitische mannen die in Nederland willen trouwen, niet in alle gevallen een bewijs van instemming van hun ex-vrouw hoeven te overleggen, ingetrokken?
De leden van de RPF-fractie informeren verder naar de stand van zaken betreffende de herkeuring van in Marokko wonende WAO/AAW-gerechtigden in het kader van de wet Terugdringing Beroep op Arbeidsongeschiktheidsregelingen (TBA).
Samenstelling: Leden: Van der Linden (CDA), Blauw (VVD), Van Nieuwenhoven (PvdA), Weisglas (VVD), Terpstra (CDA), Verspaget (PvdA), Gabor (CDA), Ter Veer (D66), voorzitter, Ybema (D66), Van Middelkoop (GPV), Leers (CDA), Sipkes (GroenLinks), Van Rooy (CDA), Woltjer (PvdA), ondervoorzitter, Gabor (CDA), Hendriks (HDRK), Voûte-Droste (VVD), Schuurman (CD), Hessing (VVD), Van den Bos (D66), Van Oven (PvdA), Ybema (D66), Hoogervorst (VVD), Rouvoet (RPF), Van Waning (D66), Houda (PvdA) en Rehwinkel (PvdA).
Plv. leden: Bukman (CDA), Te Veldhuis (VVD), Van Traa (PvdA), Blaauw (VVD), Verhagen (CDA), Van der Ploeg (PvdA), De Jong (CDA), Koekkoek (CDA), De Graaf (D66), Van den Berg (SGP), Van der Hoeven (CDA), M. B. Vos (GroenLinks), Hillen (CDA), Witteveen-Hevinga (PvdA), De Jong (CDA), R. A. Meijer (Groep Nijpels), O. P. G. Vos (VVD), Poppe (SP), Van Heemskerck Pillis-Duvekot (VVD), Roethof (D66), Crone (PvdA), De Graaf (D66), Verbugt (VVD), Leerkes (U55+), Hoekema (D66), Adelmund (PvdA) en Lilipaly (PvdA).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-25303-5.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.